dinsdag 24 november 2015

Koos van Zomeren – Alles is begonnen


Koos van Zomeren heeft een enorm oeuvre. Hij debuteerde in 1965 als dichter en schreef daarna een aantal romans. Begin jaren zeventig werkte hij voor het Vrije Volk en was hij actief binnen de extreem-linkse politieke beweging. Eind jaren zeventig publiceerde hij een aantal thrillers en was hij verslaggever bij minder linkse media.

Later schreef hij weer romans. En hij schreef columns voor o.a. de NRC. Zijn onderwerpen gaan over zijn linkse verleden, zijn jeugd op het platteland en - de laatste jaren meer en meer - de natuur in Nederland.

Koos van Zomeren wordt volgend jaar 70. Hij schrijft nog steeds, maar in ‘Alles is begonnen’ lees je dat hij twijfelt aan het nut ervan. Het boek is een terugblik op zijn schrijversleven. Ook vraagt hij zich af of de lezers nog wel op zijn werk zitten te wachten.

Zijn klacht over gebrek aan belangstelling gaat meer over publiceren dan over schrijven. Het schrijfproces zelf vindt hij aangenaam. “Schrijven is een veel intensere manier van denken dan lezen. En wat je verliest aan tempo, dat win je uiteindelijk aan voldoening.”

‘Alles is begonnen’ is een merkwaardig boek. Naast herinneringen en mijmeringen staan er gedichten in en vertelt Van Zomeren uitgebreid over zijn belangstelling voor orchideeën.

Vlak onder het raam van zijn huis in Arnhem groeit een mannetjesorchis, een orchideeënsoort die in Nederland alleen in Limburg voorkomt. Hij peinst hoe de plant hier is terechtgekomen. Zijn de zaden meegenomen van een wandelvakantie in Zwitserland, aan kleding of schoenen blijven plakken? Van Zomeren houdt jaar in jaar uit bij hoeveel bloemen er opkomen. Hij noteert de hoogte van de stelen en schakelt deskundigen in om het wonder te duiden. Een door de VVE goedgekeurd hekje moet de bijzondere planten, waar hij vol liefde over schrijft, beschermen.

Van Zomeren heeft niets met Internet en gebruikt geen email. In plaats daarvan schrijft hij brieven, maar deze worden vaak niet beantwoord. Hij heeft geen tijd voor allerlei flauwekul. “Dat hele internet, er gaat een tegennatuurlijke suggestie van uit.”

Hij lijkt een beetje een ouwe zeur, maar dat valt mee. Hij schrijft er vrolijk over. Van Zomeren houdt niet van diepzinnigheden, daar word je zelden wijzer van. “Van mij mogen eenvoudige dingen eenvoudig blijven.”

Een van zijn bezigheden is wandelen in de natuur. Hij raadt het iedereen aan. Maar daar schuilt een gevaar is: “als iedereen gaat wandelen, gaat de volgende oorlog over de verdeling van routes.”

Naar natuurfilms kijkt hij zelden. Het hele verhaal over zwakke of domme gnoes die uit te weg worden geruimd door leeuwen klopt niet. De slachtpartij wordt uitvoerig in beeld gebracht. “Zou die arme gnoe niet gewoon pech hebben gehad?”

Het laatste hoofdstuk is een wat langer verhaal over de zoektocht naar een overleden jeugdvriendin van zijn vader. Zijn broer, al dan niet gefingeerd, speelt erin een hoofdrol. Koos van Zomeren beschrijft prachtig de ontroering die het dichterbij brengen van het verleden teweeg brengt bij zijn broer en vader.

Koos van Zomeren is in dit afwisselende boek nostalgischer dan ooit. De liefhebbers van zijn werk moeten het lezen. Het staat vol mooie omschrijvingen: het leven is “de tijd die je krijgt om, wanneer in basale behoefte is voorzien, ideeën op te doen en ze te onderzoeken op hun houdbaarheid.”

Tot slot een titelloos gedicht van de schrijver:

en dan is er geen troost
omdat geen mens het ziet
behalve ik
maar ik begrijp het niet

Geen opmerkingen: