woensdag 25 september 2024

Dik van der Meulen - Het Buurtbos


Dik van der Meulen is biograaf en historicus. Hij schreef onder meer een biografie over Multatuli en over Koning Willem III. Hij heeft ook veel interesse in natuur en Jac. Thijsse is een van zijn helden. In 2007 verwierf hij een huisje, door hemzelf datsja genoemd, aan de zuidwestelijke Veluwezoom. Hij besloot een dagboek met tekeningen bij te houden over zijn natuurobservaties, voornamelijk op en rond zijn datsja. Via Nicolien Mizee, een stadgenoot en vriendin, kreeg uitgeverij Van Oorschot lucht van dit dagboek. Een redacteur liet hem weten: “Dat gaan we dus uitgeven.”

De stukjes zijn kort en beginnen vaak met de mededeling waar hij is heen gefietst of gewandeld en hoe de weersomstandigheden waren. Dan volgt een enthousiast verslag welke dieren hij heeft gezien: edelherten, dassen, wilde zwijnen en vooral vogels: de ransuil, de grote bonte specht, de ijsvogel en meer. Bij zijn huisje heeft hij nestkastjes opgehangen en hij strooit dagelijks vogelvoer. Altijd komen er wel roodborstjes, appelvinken, een zwartkopje of een stel mezen op af. Ook is hij altijd op zoek naar paddenstoelen, waar hij dol op is en ondanks wat wroeging toch geregeld plukt. Op een gegeven moment groeien er oesterzwammen uit zijn verrotte vensterbank. Hij stelt het opknappen ervan nog even uit.

 

Deze natuurbeschrijvingen wisselt hij af met opmerkingen over natuurbehoud en klimaatverandering. Hij geeft geen analyses maar legt in een paar zinnen een probleem bloot. Hij ergert zich terecht aan het afschieten van wilde zwijnen. Hij citeert een wethouder uit Nunspeet die zijn verontwaardiging clichématig begint met: “Het kan niet zo zijn dat…”, en vervolgt met: “er meer ongelukken gebeuren door wilde zwijnen.” De enige oplossing in de ogen van deze bestuurder is om met inzet van drijfjachten de populatie geheel uit te roeien. Van der Meulen merkt op dat er gewoon steeds meer auto’s door de Veluwe scheuren, soms op hoge snelheid. Hij stelt snelheidsbeperking voor, te handhaven met Mexicaanse verkeersdrempels.

 

Hij heeft meer ergernissen maar verpakt deze in lichte ironie. Hij maakt opmerkingen over mannen in camouflagepakken die hem met argwaan bekijken. Zelf zijn ze zich er waarschijnlijk van bewust dat het afknallen van dieren niet helemaal in de haak ik. Een van hen zegt dat plezierjacht niet bestaat, maar dat hij er wel enig genoegen aan beleeft. Met doorgewinterde vogelaars heeft hij evenmin meteen een klik. Wanneer er ergens een bijzondere vogel is gezien reppen zij zich naar deze plek. De redelijk professionele verrekijker van Van der Meulen is niets in vergelijking met de telelenzen die de vogelaars meetorsen. Hij wordt gewoonlijk genegeerd door wat hij het lenzenpeleton noemt. Minder genuanceerd is hij over natuurhater en – vernieler Henk Bleker en over de directeur van nationaal park De Hoge Veluwe, Seger baron van Voorst tot Voorst. Deze baron is een voorstander van de jacht en fel tegenstander van de wolf, en volgens Van der Meulen een potentaat die het park sloot voor buurbewoners, de tarieven omhoog schroefde en de Vriendenclub van het park de nek omdraaide omdat deze te kritisch was. Met zulke natuurvrienden heb je geen vijanden meer nodig.

 

Tijdens zijn tochten ziet hij om zich heen meer verstoring van de rust in het bos en in het kamp waar zijn huisje staat, zoals de buurman met zijn bladblazer of de mountainbiker op het bospad. Soms worden er bomen gekapt ten gunste van nog meer landbouw. En sommige terreinen zijn plotseling afgesloten of slechts via een paar paadjes toegankelijk. Hier blijkt een bureaucratie achter te zitten: belastingvoordeel door minimale openstelling van een terrein. De ambtenarentaal waarin hij als vanzelf vervalt als hij hierover meer te weten komt doet hem gruwen. Om zijn betrokkenheid bij natuurbehoud te laten blijken gaat hij een paar maal naar Den Haag om te demonsteren. Hij is een buitenstaander maar voelt zich toch enigszins in de groep opgenomen. Hij wordt zelfs een keer gearresteerd, maar het stelt verder allemaal weinig voor.

 

Toch zijn er positieve dingen te melden over de natuur in de Veluwe, roofvogelsoorten nemen bijvoorbeeld in aantal toe en na een paar droge zomers herstelt de natuur zich opmerkelijk goed. De meeste stukjes in het boek gaan over de mooie kanten van het Buurtbos: eerste waarnemingen, de ontdekking van een dassenburcht, de raven, de prachtige purperreiger, de onwerkelijke kleuren van de ijsvogel, en veel meer. Dik van der Meulen schrijft er vol liefde over en dat is ook wat de tekeningen uitstralen, liefde voor de natuur.

 

Geen opmerkingen: