Joseph Roth (1894-1939) voltooide Die Legende vom heiligen Trinker vlak voor zijn dood. Het mooi uitgegeven boekje verscheen in 1980 bij Uitgeverij Allert de Lange in de Nederlandse vertaling van Nini Brunt. Roth is erg populair in Nederland. Veel van zijn werk is vertaald en onlangs verschenen er in het Nederlands twee boeken over Joseph Roth. Ik heb lang geleden wat boeken van hem gelezen. Niet alles vond ik even sterk, maar dat is geloof ik vloeken in de literaire kerk. De titel van deze korte roman sprak mij direct aan. Ik zag later dat er ook een stripversie van bestaat. Daar ben ik wel benieuwd naar.
Als voorwoord is een Kronkel van Carmiggelt opgenomen. Kronkel was zijn pseudoniem, maar de stukjes zelf worden toch ook Kronkels genoemd? Of vergis ik mij. Het stukje is uit 1965 en Carmiggelt beschrijft Roth zelf als een heilige drinker. Hij kwam in de jaren dertig in Amsterdam in bijvoorbeeld De Amstelstroom in de Kalverstraat, “waar hij, het glas de hele dag onder handbereik, op kleine papiertjes zijn romans en zijn verhalen schreef.” In 1934 kwam hij ’s middags in café De Pool, toen een café in verval, en ’s nachts op De Kring. Joseph Roth dronk continu, de hele dag door. Hij stierf jong in Parijs, een jaar voor de Duitse bezetting. Volgens ingewijden waren zijn laatste woorden een bestelling: “Een cognac!”
In De legende van de heilige drinker vertelt hij het verhaal van de dakloze alcoholist Andreas. Hij slaapt onder de bruggen van Parijs en komt op een dag een goed geklede man tegen die hem een fors bedrag schenkt. Andreas belooft hem het geld terug te geven, maar de onbekende man vraagt om zijn schuld te voldoen aan de heilige Therese, die zich bevindt in een kapel in een nabijgelegen wijk. De rest van het verhaal doet Andrea pogingen zijn schuld in te lossen. Iedere zondag gaat hij vol goede moed op weg naar de kapel. Op wonderlijke wijze ontvangt hij steeds geld van onbekenden, of hij krijgt plotseling werk aangeboden. Kortom, hij heeft steeds het bedrag bij elkaar om aan de kleine Therese te schenken, maar hij komt steeds te laat voor de mis en neemt plaats in het café tegenover de kapel. Hij komt dan bijvoorbeeld een oude vriend tegen en duikt drie dagen onder in allerlei cafés en bordelen.
Het verhaal is grappig en heeft iets van een sprookje. De toon is simpel, bijna kinderlijk. Het verhaal verwijst natuurlijk naar de kleine Therese, patrones van Frankrijk en van missionarissen. Andreas is de naam van een van de apostelen. Aan het eind van het verhaal gaat Andreas onvermijdelijk dood. Hij valt neer voor een meisje genaamd Therese. “Geve God, ons allen, ons drinkers een zo lichte en zo mooie dood!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten