donderdag 29 juli 2021

Frida Vogels – De vader van Artenio


  

Frida Vogels is een van de grootste Nederlandse schrijvers. Ze leeft teruggetrokken in het Italiaanse Bologna en treedt nooit in de openbaarheid. Afbeeldingen van haar bestaan er nauwelijks. Interviews doet zij niet en op televisie zul je haar vanzelfsprekend niet zien. Zij heeft een grondige afkeer van oppervlakkige flauwekul en wil zich alleen op haar werk concentreren. Het is niet dat zij iets verborgen wil houden. Er zijn juist weinig schrijvers die zo persoonlijk en eerlijk zijn als Vogels. Zowel in haar driedelige werk De harde kern als in haar dagboeken heb je het gevoel in haar hoofd mee te kijken. In 2014 verscheen het elfde deel van de reeks dagboeken (1977-1978). Na haar dood zullen de overige delen (vijf of zes?) verschijnen.

De vader van Artenio (2020) is een ode aan de vader van haar man Ennio. Zij leerde Ennio kennen tijdens haar studie in Milaan in december 1954. Zijn familie woonde in het zuiden van Italië in het dorp San Severo. In 1955 wilde Frida mee om zijn ouders en familie te leren kennen. Volgens Ennio was dat lastig omdat het niet gepast was om een ongetrouwde vrouw mee naar huis te nemen. Ennio geeft aan: uit respect voor jou. Frida is uiteraard perplex. Zij ziet het als een botsing tussen twee tijdperken. Zij schrijft aan de moeder van Ennio wat zij achteraf een naïeve brief noemt. De vader reageert en keurt het bezoek goed. “Je hebt ons nooit verdriet gedaan, je hebt ons vertrouwen in je nog nooit beschaamd. Daarom vind ik dit nu goed.”
 
Opvallend aan haar eerste bezoek in 1956 is dat de vader van Ennio er eerst niet is. De moeder en Ennio wonen samen met enkele andere familieleden van moederskant. Frida begrijpt later dat de vader zich nooit helemaal thuis voelde in het huis, dat hij niet als het zijne beschouwde. Hij is een arme wijnboer en is zes dagen in de week op het land. Op zijn twaalfde overleed zijn vader en werd hij het hoofd van het gezin. Hij kon goed leren maar moest van school. Later ging hij weer lezen en verdiepte zich in het socialisme. Door de familie van Ennio’s moeder wordt hij nog altijd als een lompe boer gezien.

Frida beschrijft nauwkeurig deze eerste ontmoeting en even precies het bezoek dat de vader op latere leeftijd brengt aan Bologna en Milaan. Ennio heeft vaak woordenwisselingen met zijn vader. Beiden zijn erg eigenwijs. Ennio windt zich erg op over feitelijke onjuistheden die zijn vader soms verkondigt. De vader trekt zich niet veel aan van de opgewondenheid van Ennio.
 
Na zijn pensioen besluit de vader zijn memoires op papier te zetten. Hij koopt een bureau en trekt zich dagelijks terug in zijn slaap/werkkamer. Zijn vrouw heeft nauwelijks interesse in zijn geschrijf en de andere familieleden vinden het aanstellerij. Liever zien zij hem de straat op gaan en net als andere gepensioneerden op bankjes de hele dag kletsen. Frida begrijpt hem goed en is gefascineerd door zijn discipline. Haar respect voor hem neemt toe. Wanneer hij plotseling dood neervalt blijken zijn memoires zo goed als af te zijn. Frida Vogels mag de tekst lezen en wat zij leest komt overeen met haar beeld van hem. 
 
De vader van Artenio 
is bij gebrek aan nieuwe dagboeken een fijne aanwinst in het oeuvre van Frida Vogels. Heel beeldend weet zij de vader van Ennio, voluit Artenio, neer te zetten. Veel verhalen en anekdotes kende ik al uit haar dagboeken maar in een afzonderlijk uitgave geeft het een mooi afgerond beeld van een bijzondere man.

1 opmerking:

Erik Scheffers zei

Hoi Alek, een mooie bespreking! Ik heb van Frida Vogels de eerste twee delen van "De harde kern" gelezen en het eerste deel van haar dagboeken. Nadat ik dat eerste deel had gelezen kocht ik ooit bij Hinderickx en Winderickx in Utrecht 7 delen van haar dagboek. Ik ben toen opnieuw begonnen in het eerste deel, vond het deze keer een zeurderig boek en heb alle delen weer teruggebracht. Ik heb geen behoefte om verder nog iets van haar te lezen.
De eerste keer dat ik iets van haar las was haar vertaling van "Is dit een mens?" van Primo Levi, overigens een erg indrukwekkende vertaling. Groetjes, Erik