woensdag 8 november 2017

Gerjon Gijsbers - Scheuren in het canvas

Vorige week vond in de Nijmeegse bibliotheek de lancering plaats van de debuutroman van Gerjon Gijsbers. De presentatie begon met een stukje uit de film Buffalo ‘66, het meesterwerk van Vincent Gallo. Daarna was er muziek. De auteur sloot af met een voorlezing, waarna je zijn boek kon kopen. Hij signeerde met een Stanleymes.


Een Stanleymes en Buffalo ‘66 zijn vaste elementen in de wereld van Luctor, de hoofdpersoon uit ‘Scheuren in het canvas’. Zijn wereld bestaat verder uit hartkleppen, DWDD, pompoenen, drank, de zoektocht naar een douchegordijn, het uitzicht op een kerkhof en de afwezige Laura.

Luctor woont op een kamer in de oude pastorie. Af en toe waart er een pater rond. Hij zit op zijn kamer en denkt na. In het eerste deel – Rood - volgt hij een opleiding tot literatuurwetenschapper. In het dikste gele deel werkt hij voor een geestdodend bedrijf dat medische instrumenten distribueert. In het laatste, korte blauwe hoofdstuk studeert of werkt Luctor niet meer.

De mooie structuur van het boek, met veel terugkerende elementen, staat in contrast met het chaotische leven van Luctor. Hij heeft een afkeer van zijn medemens. Zijn kamer is een zooitje, net als zijn liefdesleven, voor zover hij dat heeft. Hij is autistisch genoeg om zich zorgen te maken over het ontbreken van een douchegordijn. Als een ware Oblomov fantaseert hij op de bank over het doen van boodschappen of het kopen van een douchegordijn. Het komt er niet van.

Zijn medestudenten lachen hem uit. De ambtenaar van de sociale dienst ziet weinig toekomst in hem. Toch zijn er mensen die graag met hem omgaan en met hem willen afspreken, ook meisjes. Maar wanneer de brutale Denise, studente en kassamedewerkster, plotseling voor de deur staat slaat hij op de vlucht. Luctor trekt louter gekken aan, waar hij vervolgens afstand van wil nemen. Zijn bespiegelingen over de mensheid zijn geestig.

“Dat had Luctor altijd een van de grootste raadsels van de schepping gevonden. Dat een gigantisch ras als de steppemammoet, die op een dieet van gezonde voeding en genoeg slaap zwaarder kon worden dan een Tyrannosaurus, het wist te presteren om uit te sterven, terwijl nietige wezens met een voorkeur voor het nuttigen van verslavende rotzooi en het bezigen van verkleinwoordjes zich redelijk ongeschonden een weg door de geschiedenis baanden en vele tijdperken later op slecht georganiseerde feestjes een eigen versie van Hermes House Bands ’I will survive’ stonden te kokhalzen. Het leek Luctor evident dat alles van enig gewicht geen bestaansrecht had en gedoemd was om zo spoedig mogelijk vernietigd te worden.”

Het is een wonder dat Luctor het zolang volhoudt op de werkvloer. Zijn collega’s lijken allemaal krankzinnig. “Hoe langer hij werkzaam was in dit bedrijf, dat leek te bestaan bij de gratie van de menselijke waanzin, hoe meer hij ervan overtuigd raakte dat hij deel uitmaakte van een luchtmacht volkomen gedesoriënteerde vliegeniers die allemaal een oorlog uitvochten die zich enkel in hun eigen hoofd voltrok.”

Zelf draait hij langzaam door. Met een Stanleymes bewerkt hij de vloer van een koelcel. Een interimmanager die hem dit op camerabeelden ziet doen windt zich enorm op. Hij snijdt namelijk naar zich toe, waarmee hij zichzelf in gevaar brengt. Je moet van je af snijden. De manager maakt hieruit op dat Luctor volledig verknipt is. “Wat is het nu, dacht Luctor, vol of ledig? Maak eens een keuze mens.”

Aan het eind van het boek staat Luctor er alleen voor. Hij is alles kwijt. Hij ligt op zijn bed. “Er werd op de deur gebonsd. Ik sloot snel de gordijnen. Mogelijk was er een buitenwereld. Je wist het niet.” Verschillende werkelijkheden beginnen door elkaar te lopen. Overal ziet hij Laura opdoemen. Fantaseert hij? Loopt dit verhaal werkelijk goed af? Je weet het niet.

Gerjon Gijsbers heeft met ‘Scheuren in het canvas’ een bijzonder grappig en tegelijk tragisch verhaal geschreven. Maar zijn debuut is meer dan een aaneenschakeling van tragikomische gebeurtenissen. De opbouw is sterk en er zit een zeurende spanning in het verhaal. Op momenten dat je denkt dat Luctors leven stilvalt, komt er een wending die wederom geen verlossing brengt, maar hem wel een stukje dieper de afgrond in duwt. Natuurlijk staat Luctor symbool voor de hele lamlendige mensheid. Tot slot is het omslag fantastisch vormgegeven. Naam noch titel tref je aan op de voorkant. Kortom, lees dit boek!

Geen opmerkingen: