Ik ben gek
op honden en lees vanzelfsprekend graag boeken over honden. Gerbrand Bakker, Jan
Siebelink en Koos van Zomeren hebben liefdevol over hun hond geschreven. Het
wachten is op Maarten ’t Hart. Wanneer schrijft hij eens een boek over zijn
hond Roef? ’t Hart is een hondenliefhebber en noemde ‘De hond als medemens’ een
heel erg mooi boekje over hoe het is om een hond te hebben.
Wat Pauline
Slot schrijft is allemaal heel herkenbaar. Haar hond Molly komt uit Spanje. Het
is een energieke jachthond. “De eerste nacht dat Molly bij mij was meende ik
nog dat zij beneden zou moeten slapen.” Nadat zij een wolvengehuil aanhief
mocht zij toch boven slapen, alleen deze eerste nacht…
Slot
vertelt dat zij door Molly een hele vriendenclub erbij kreeg, allemaal baasjes
van honden. Zij schrijft over gebruikelijke hondendingen: speeltjes, brokken,
dierenartsbezoek, weglopen, trekken aan de lijn, enzovoorts. Voorop staat de
liefde voor Molly. Deze is onvoorwaardelijk. Wanneer zij met een troep honden
aan het stoeien en rennen is let zij toch vooral op Molly, niet op de andere
honden. Er zijn twee categorieën honden: je eigen hond, die je voortdurend
aandacht geeft, en alle andere honden.
Slot
relativeert allerlei regels die je in acht zou moeten nemen bij de opvoeding.
Zij gaan op cursus. “Terwijl ik in het lokaaltje naast de zandbak van de manege
te horen kreeg hoe mijn hond van plan was mij te domineren, zat mijn hond in
die zandbak, vastgebonden aan een haak.” Molly trok aan de lijn en blafte
voortdurend. Zij moest het negeren. Later kwam Slot erachter dat ook honden
zonder enige opleiding prima naar hun baasjes luisteren. Honden begrijpen meer
dan we soms denken.
Molly vond
de cursus niet leuk. Toch sprong zij altijd vol enthousiasme uit de auto. Slot
vat het gedrag van honden samen met: “dat ze het goede verwachten, ook als ze
het slechte ondervinden.” Zij werd niet Molly’s roedelleider, maar haar
mensenmoeder.
Molly had
een jachtinstinct. Trekken zat in haar aard. Slot probeert een band met punten.
Later heeft ze spijt van deze Middeleeuwse methode. “Wat waren we dom om te
denken dat we haar zo konden veranderen… Honden lopen dwars door hun pijn
heen.”
De reden
waarom Pauline Slot dit boekje schreef is dat zij na de dood van Molly afvroeg
wat dat toch is, die liefde tussen mens en hond. Molly sterft jong. Zij kwam
uit Spanje en had de ziekte Leishmania onder de leden. Het verdriet is groot.
De liefde is onvoorwaardelijk. Honden zijn eenvoudiger dan mensen, “mensen zijn
moeilijk, en met mensen houden we een boekhouding bij, ook al doen we alsof dat
niet zo is.”
Na de dood
van Molly gaat Slot voorzichtig op zoek naar een nieuwe hond. Via marktplaats
en talloze andere websites maakt zij kennis met vele, soms dubieuze, fokkers en hondenhulporganisaties. “In de
wereld van de rescue dogs was een verdienmodel ontstaan, dat was wel duidelijk,
al werd er vaak ook goed werk verricht.”
Uiteindelijk
vindt Pauline Slot een nieuw hondje. Molly zal zij nooit vergeten. Met ‘De hond
als medemens’ heeft zij een prachtig portret geschreven. De relatie met een
hond vergelijkt zij met een gearrangeerd huwelijk: “ze hebben er niets over te
zeggen maar weten er toch een romantisch sprookje van te maken.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten