woensdag 8 maart 2017

Pauline Slot – De hond als medemens

Ik ben gek op honden en lees vanzelfsprekend graag boeken over honden. Gerbrand Bakker, Jan Siebelink en Koos van Zomeren hebben liefdevol over hun hond geschreven. Het wachten is op Maarten ’t Hart. Wanneer schrijft hij eens een boek over zijn hond Roef? ’t Hart is een hondenliefhebber en noemde ‘De hond als medemens’ een heel erg mooi boekje over hoe het is om een hond te hebben. 

Wat Pauline Slot schrijft is allemaal heel herkenbaar. Haar hond Molly komt uit Spanje. Het is een energieke jachthond. “De eerste nacht dat Molly bij mij was meende ik nog dat zij beneden zou moeten slapen.” Nadat zij een wolvengehuil aanhief mocht zij toch boven slapen, alleen deze eerste nacht…

Slot vertelt dat zij door Molly een hele vriendenclub erbij kreeg, allemaal baasjes van honden. Zij schrijft over gebruikelijke hondendingen: speeltjes, brokken, dierenartsbezoek, weglopen, trekken aan de lijn, enzovoorts. Voorop staat de liefde voor Molly. Deze is onvoorwaardelijk. Wanneer zij met een troep honden aan het stoeien en rennen is let zij toch vooral op Molly, niet op de andere honden. Er zijn twee categorieën honden: je eigen hond, die je voortdurend aandacht geeft, en alle andere honden.

Slot relativeert allerlei regels die je in acht zou moeten nemen bij de opvoeding. Zij gaan op cursus. “Terwijl ik in het lokaaltje naast de zandbak van de manege te horen kreeg hoe mijn hond van plan was mij te domineren, zat mijn hond in die zandbak, vastgebonden aan een haak.” Molly trok aan de lijn en blafte voortdurend. Zij moest het negeren. Later kwam Slot erachter dat ook honden zonder enige opleiding prima naar hun baasjes luisteren. Honden begrijpen meer dan we soms denken.

Molly vond de cursus niet leuk. Toch sprong zij altijd vol enthousiasme uit de auto. Slot vat het gedrag van honden samen met: “dat ze het goede verwachten, ook als ze het slechte ondervinden.” Zij werd niet Molly’s roedelleider, maar haar mensenmoeder.

Molly had een jachtinstinct. Trekken zat in haar aard. Slot probeert een band met punten. Later heeft ze spijt van deze Middeleeuwse methode. “Wat waren we dom om te denken dat we haar zo konden veranderen… Honden lopen dwars door hun pijn heen.”

De reden waarom Pauline Slot dit boekje schreef is dat zij na de dood van Molly afvroeg wat dat toch is, die liefde tussen mens en hond. Molly sterft jong. Zij kwam uit Spanje en had de ziekte Leishmania onder de leden. Het verdriet is groot. De liefde is onvoorwaardelijk. Honden zijn eenvoudiger dan mensen, “mensen zijn moeilijk, en met mensen houden we een boekhouding bij, ook al doen we alsof dat niet zo is.”

Na de dood van Molly gaat Slot voorzichtig op zoek naar een nieuwe hond. Via marktplaats en talloze andere websites maakt zij kennis met vele, soms dubieuze,  fokkers en hondenhulporganisaties. “In de wereld van de rescue dogs was een  verdienmodel ontstaan, dat was wel duidelijk, al werd er vaak ook goed werk verricht.”


Uiteindelijk vindt Pauline Slot een nieuw hondje. Molly zal zij nooit vergeten. Met ‘De hond als medemens’ heeft zij een prachtig portret geschreven. De relatie met een hond vergelijkt zij met een gearrangeerd huwelijk: “ze hebben er niets over te zeggen maar weten er toch een romantisch sprookje van te maken.”

Geen opmerkingen: