Het omslag van ‘De meisjes van de kapsalon’ ziet er opwindend
uit: een zwartgekleed meisje met haardroger tegen een zwarte achtergrond staat
klaar om tot de aanval over te gaan. Zo’n omslag lijkt een thriller te
bevatten. Dit is deels waar, het boek heeft spannende elementen. Maar de blik
van de kapster duidt op iets anders: arrogantie en strijdvaardigheid.
Najoua Bijjir is een Rotterdamse schrijfster. In haar twee
eerdere boeken, El weswes en Fantasma draaide het vooral om meisjes met een
Marokkaanse achtergrond die geconfronteerd worden met onvermijdelijke keuzes, weliswaar
op een luchtige manier verteld. In de Kapsalon gaat het meer om hebzucht en
status. De meisjes zijn Marokkaans, maar dat is bijzaak.
De plot is overzichtelijk: in kapsalon Lala L’Rosa werken
een stel meiden, die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Het verhaal
begint met de introductie van F’dila. Zij komt als onwetend schaap nieuw in de
zaak werken. Knippen kan zij niet, wel weet zij precies wat zij wil: de
kapsalon overnemen en met de eigenaar Hatim trouwen.
Dat Hatim al een vrouw heeft is slechts een kleine
belemmering. Haar droom is met een grote auto en een rijke man haar
geboortedorp binnenrijden en daar op grootste wijze trouwen. Vooral om vrienden
en familie de ogen uit te steken.
De andere meisjes hebben soortgelijke ambities. Dijana
vertelt dat er regelmatig een vrouw de salon komt binnenstormen met het verhaal
dat zij haar man heeft betrapt met haar vriendin. Zij kijkt er niet van op: “je
beste vriendin is je grootste vijand.”
Souad vindt zichzelf enorm sexy. Alle mannen willen haar,
zij wil vooral het geld dat die mannen bezitten. “Ik wil helemaal geen man. Ik
wil dure schoenen en tassen en gezien worden op de P.C.” Maar er zit soms iets
meer achter haar handelen. “Ik wil veel poen en mijn beste vriendinnen en
familie de loef afsteken. Maar vooral de hele samenleving die mij voortdurend
neerzet als minderwaardig.”
Lala L’Rosa is voor de meisjes een manier op hogerop te
komen. Hatim is de eerste horde die hiervoor genomen moet worden. Hij is al
even amoreel als zijn werkneemsters. Hij gaat met ze naar bed en perst ze zo
nodig af. In het weekend viert hij feest met andere meiden in de Cabaret.
Vanaf het moment dat F’dila is toegevoegd aan het personeel
neemt de onderlinge strijd een vlucht. Zij schakelt een tovenaar - een f'keh - in
om haar concurrenten te beheksen en zo haar doelen te bereiken. Een f'keh bezoeken
is voor een moslima natuurlijk niet geoorloofd. “Natuurlijk is het haram, maar
als je in nood zit… Nood breekt wet. En het gaat om je intenties, dat is waar
het leven om draait.”
De verwikkelingen nemen toe en leiden tot een climax, een
eindstrijd, waar ik niks over zal onthullen. In elk hoofdstuk is een van de
personages aan het woord. Je leest hoe Souad, F’dila, Layla en anderen hun
ambities proberen te verwezenlijken met vooral veel vuil spel. Hatim blijft een
leeg persoon, een schim, waar wel iedereen omheen draait.
De stijl van Bijjir is direct. Zij schrijft veel in dialoog
en mengt hier straattaal doorheen. Het verhaal speelt in Rotterdam en zij laat
dit goed merken. De opbouw van het boek is mooi, met wisselende perspectieven.
Het verhaal is hier en daar wat kinderachtig, maar dat is ook de manier van
praten van de hoofpersonen. Waarschijnlijk behoor ik niet helemaal tot de jonge
doelgroep voor wie ‘De meisjes van de kapsalon’ is geschreven.
Interessant is dat de jonge uitgeverij ‘Bubblegum
productions’ meer wil doen dan alleen boeken uitgeven. Bij de Kapsalon hoort
ook muziek en er schijnt een toneelstuk in de maak te zijn. We zullen dus
binnenkort meer horen van Najoua Bijjir.
2 opmerkingen:
Ik ben erg benieuwd!!! Ik ga dit boekje ook toevoegen aan mijn leeslijst.
Bedankt voor je recensie.
Graag gedaan; veel plezier met lezen!
Een reactie posten