dinsdag 31 december 2024

Simon Vestdijk – De filmheld en het gidsmeisje


 

Simon Vestdijk stond bekend om zijn hoge productiviteit. In de uitgave van de Verzamelde romans staat bij ieder deel achterin informatie over de drukgeschiedenis. Er staat ook altijd bij wanneer Vestdijk het boek precies heeft geschreven. Geregeld lees je dan dat hij in een periode van twee maanden een roman schreef. Bij De filmheld en het gidsmeisje staat vermeld: “geschreven 1e en 2e Kerstdag 1966”, de roman telt 173 pagina’s! De filmheld en het gidsmeisje is in de telling van de Verzamelde romans nummer 47. Het is een heerlijk boek, de hoofdpersoon is verknipt en het verhaal is bizar. Het deed mij denken aan twee romans uit dezelfde periode: Juffrouw Lot en De huisbewaarder


Het verhaal speelt in een toeristendorp in de Dolomieten. De hoofdpersoon is kelner in hotel Europa. Hij is half Italiaans, half Oostenrijks en heet Fritz Belluno. Wanneer het zo uitkomt of wanneer hij indruk wil maken noemt hij zich Federico. De kennismaking met de hoofdpersoon gebeurt, zoals wel vaker bij Vestdijk, bijvoorbeeld in Een moderne Antonius, vanuit het gezichtspunt van een ander personage. In dit geval zit het echtpaar Dijkstra te dineren in het restaurant van hotel ‘Die vier Jahreszeiten’. De twee logeren in hotel Europa, maar het eten is hier aanzienlijk goedkoper. Aan hun tafel neemt een lange, elegante jongeman plaats. Hij heeft zwart haar en ‘als herkenningsteken’ een grote witte vlek op zijn kin en rechterwang. Hij heeft keurige manieren, is heel netjes gekleed en heeft iets onhandigs. 

 

Fritz Belluno gaat geregeld buiten de deur eten; hij gedraagt zich als een heer en laat zich graag door andere kelners bedienen. Zijn grote passie is film en hij raakt zeer opgewonden wanneer de bekende regisseur Spallanzani in het hotel komt logeren. Vreemd is wel dat hij niets over de films weet te vertellen en ook via het meisje bij de balie - zij weet alles - geïnformeerd moet worden dat er in het dorp een film wordt opgenomen. Fritz volgt het nieuws in de kranten niet. Hij bewondert de bekende acteur en vrouwenmagneet Carlo Monterosso. Wanneer hij in gesprek komt met de regisseur begrijpt hij dat Monterosso een rol in de film heeft. Hij moet hem beslist spreken en haast zich naar het duurste hotel in het dorp waar hij zou verblijven. Helaas weten ze daar van niets.

 

Het verhaal krijgt een bizarre wending wanneer Belluno wordt uitgenodigd op de kamer van de regisseur. Deze vertelt hem over de versierkunsten van Monterosso en vraagt hem of hij ter inspiratie vrouwen wil versieren en hem tegen betaling erover komt vertellen. Spallanzani begint er al spontaan bij te kwijlen. Hij informeert eerst of hij wel wreed van aard is, want een flauw verhaaltje is niet het materiaal waar een regisseur iets aan heeft: “Ik wil met volle grepen uit de werkelijkheid des levens putten.” Hij raadt hem als eerste slachtoffer mevrouw Dijkstra aan. Omdat een groot deel van het verhaal zich afspeelt in het hoofd van Belluno weet je niet zeker in hoeverre de regisseur het allemaal serieus meent en in hoeverre Belluno er zelf van alles bij verzint. Later beweert hij een rolletje in de film te spelen en zelfs met Monterosso bevriend te zijn. Hij imiteert de acteur en heeft last van lichte paranoia. Allerlei mogelijke gebeurtenissen malen constant door zijn hoofd en Vestdijk schrijft dan heel treffend: “Voor het overige bevond Carlo Monterosso zich in hem, en allang.” Dat de beroemde acteur niet meer in de film zal spelen, komt hij pas vrij laat achter.

 

De escapades die Belluno met verschillende vrouwen aangaat zijn krankzinnig en hier en daar ranzig. Het is alles een grote mislukking: de Dijkstra’s zijn naar een ander hotel vertrokken, een andere vrouw verkracht hem in plaats van andersom en een derde, die hij tot zijn eigen verrassing ten huwelijk heeft gevraagd, stuurt haar vriend naar het hotel. Spallanzani is niet erg onder de indruk van zijn verhalen. Wanneer Belluno het lokale museum bezocht raakt hij volledig in de ban van een medewerkster die de rondleidingen verzorgt, het gidsmeisje. Hij is deze keer echt verliefd en in zijn hoofd staat hij op het punt te trouwen met deze Myrta Krumbacher. Uiteraard eindigt het allemaal in een deceptie.

 

De latere romans van Vestdijk worden over het algemeen minder gewaardeerd dan zijn eerdere werk, maar De filmheld en het gidsmeisje vond ik een zeer geslaagde roman. Er zit een enorme vaart in, de bijfiguren zijn grappig en de gedachtenstroom van Fritz Belluno verveelt nergens. Het in gedachten steeds terugkeren naar bepaalde onderwerpen of beweringen, zoals de Dolomieten, het baliemeisje, wat de andere kelners van hem zouden denken, zijn kostuums en meer, deed mij denken aan de roman Bezorgde ouders van Gerard Reve. De twee schrijvers zouden niets met elkaar gemeen hebben, toch zie ik in de latere Vestdijk sporen van Reve terug, omgekeerd niet. Bij het lezen van Gerard Reve moet ik nergens aan Vestdijk denken.

Geen opmerkingen: