donderdag 19 december 2024

Leonieke Baerwaldt – Dagen als vreemde symptomen


 

Het dit jaar verschenen Dagen als vreemde symptomen is het tweede boek van Leonieke Baerwaldt. Zij studeerde filosofie en literatuurwetenschappen. Het is een mooi vormgegeven werk dat alom werd gewaardeerd en hoog eindigde in een aantal eindejaarslijstjes. Het verhaal kun je samenvatten als de worsteling van een vrouw met haar meervoudig gehandicapte kind. Maar de kracht van het werk zit hem vooral in de vorm: korte hoofdstukken met veel filosofische uitspraken; zij gebruikt verschillende perspectieven en ook het vervagen van de grens tussen droom en werkelijkheid is erg sterk.


Het eerste deel heet ‘Reconstructies’: de vrouwelijke hoofdpersoon Sisyphus duwt als moeder telkens de steen omhoog, die iedere dag weer terugrolt. Het leven met haar kind lijkt eindeloos en zinloos. De hoofstukken in dit deel beslaan één pagina en bestaan soms uit een paar zinnen. Ze hebben titels als ‘Sisyphus vergeet een aantal dingen’, ‘Sisyphus wankelt’ en ‘Sisyphus krijgt advies van de instanties’, een citaat uit dit laatste hoofdstuk: “Ze voert gesprekken over de woonsituatie met een multidisciplinair team. Zij noemen het: ingewikkelde zorg. Sisyphus noemt het: de realiteit. Zij noemen het: een onhoudbare toestand. Sisyphus noemt het: thuis.”

 

Haar man Louis wordt opgevoerd. Hij werkt hard en noemt dit zijn aandeel in de zorg, maar onttrekt zich er in feite aan. Het kind groeit op, kijkt naar de Teletubbies, heeft plezier, maar wordt ook een steeds grotere last. Het gezin verhuist naar een aangepaste woning in een appartementencomplex, het kind gaat naar de dagbesteding. In de volgende delen zoomt de schrijver in op het leven met dochter Mia, waar vaak in de verleden tijd naar verwezen wordt. Louis is van het toneel verdwenen en het appartement ziet er verwaarloosd uit. Sisyphus loopt naar het dagbestedingscentrum met een lege rolstoel. Dan komt zij in contact met de hospita en eindigt het verhaal in een wonderlijke tocht. 

 

In sommige stukken probeert Sisyphus zich te verplaatsen in de wereld van Mia. “Je wil buiten zijn, je wil de wind voelen, je wil je handen over verschillende texturen laten gaan: gras, aarde, baksteen, slakken. Het is alsof je op die manier contact zoekt met de wereld om je heen. Mensen staan laag In de rangorde van dingen die je interessant vindt. Dat begin ik steeds beter te begrijpen. Ze kunnen niet stilzitten, laten zich niet uitgebreid bevoelen. Mensen worden ongemakkelijk wanneer jij je aandacht op hen richt.”

 

Een van de latere hoofdstukken heet ‘Confabulaties’. Het verhaal wordt steeds minder concreet, maar is hier wel in de ik-vorm geschreven. Je vraagt je af wat je aan het lezen bent. Is dit een beschrijving van een afdaling naar de hel? Speelt het verhaal zich slechts in het hoofd van Sisyphus af? Is het een droom? De tekst staat vol met verwijzingen naar mythologische figuren en verhalen. Sommige passages zijn herinneringen aan een verleden, andere zijn heel direct. Maar deze onduidelijkheid doet niets af aan de kwaliteit van de tekst.

 

Dagen als vreemde symptomen is vooral een spannend boek in de zin dat er veel in te ontdekken valt. Je hebt de neiging erin terug te bladeren en sommige stukken lezen als poëzie. Het niet-hiërarchische en niet-chronologische van de tekst is er bewust ingebracht door Leonieke Baerwaldt. Het boek eindigt met twee hoofdstukken die in nummering voorafgaan aan het eerste deel van het boek. “1. Sisyphus denkt aan haar dochter als een punt. Een punt heeft geen dimensies. Een punt valt samen met zichzelf. Een punt is een positie vanwaaruit je kunt vertrekken.”

Geen opmerkingen: