zondag 22 december 2024

Daniil Charms – De dappere egel


Daniil Charms (1905 -1942) werd geboren in Petersburg en is een van de bekendste Russische absurdisten. Zoals zovele schrijvers van zijn generatie kreeg hij te maken met de Stalin-terreur. Zijn werk paste niet binnen de communistische kunstopvatting en in 1931 werd hij veroordeeld en verbannen naar Koersk. Een paar jaar later mocht hij terugkeren en begon hij met het schrijven van ongevaarlijke kinderverhalen. In 1941 werd hij tijdens het beleg van Petersburg opnieuw gearresteerd. Hij stierf een jaar later in gevangenschap. 

 

Bij absurdistische verhalen draait het vooral om dosering. Alleen maar gekkigheid op elkaar stapelen blijft niet lang leuk. Het beste effect krijg je door vreemde, absurde gebeurtenissen te plaatsen binnen een verder normale situatie, of door een absurd element terloops te noemen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Nicolaj Gogol was hier een meester in. Bij Charms lopen veel verhalen gewoon dood, ze stoppen zonder ontknoping of clou. Dat is soms leuk, maar niet altijd even geslaagd. Zijn verhalen, die vaak niet langer dan een pagina zijn, moet je ook doseren. De veertig verhalen in De dappere egel kun je beter niet achter elkaar lezen, een paar per dag is voldoende.

 

In 2019 verscheen het verzamelde werk van Charms in de Nederlandse vertaling, in een prachtige Van Oorschot dundruk. Ik lees er af en toe een paar verhalen uit. In hetzelfde jaar verscheen De dapper egel, met veertig vertaalde verhalen van Jan Paul Hinrichs. In het nawoord schrijft hij dat de Van Oorschot uitgave niet alle verhalen bevat, er ontbraken er zevenenvijftig, vandaar deze uitgave. Maar wat is er dan met de zeventien overgebleven verhalen gebeurd? Waren ze niet goed genoeg? Een raadsel. Om iets van de sfeer van Charms te laten zien, citeer ik hieronder een compleet verhaal, het eerste uit deze bundel.

 

Bobrov liep over straat en vroeg zich af waarom soep niet meer goed smaakt als men er zand in strooit.

Ineens zag hij een heel klein meisje op straat zitten dat een worm in de hand had en luid huilde. 

‘Waarom huil je?’ vroeg Bobrov het kleine meisje.

‘Ik huil niet, ik zing,’ zei het kleine meisje.

‘Waarom zing je dan zo?’ vroeg Bobrov 

‘Om de worm wat op te vrolijken,’ zei het meisje, ‘en ik heet Natasja.’

‘Ach dat zit zo?’ zei Bobrov verwonderd.

‘Ja, dat zit zo,’ zei het meisje, ‘tot ziens.’ Het meisje sprong op, stapte op haar fiets en reed weg

Zo klein en al op een fiets rijden, dacht Bobrov.

 

Geen opmerkingen: