zondag 28 oktober 2018

Abbe Applique – De kunst van het neuken


De titel van dit boekje nodigt uit tot lezen. Het is uitgegeven door Voetnoot, in de reeks Moldaviet. Dit is een serie vertaalde Tsjechische verhalen, die niet eerder beschikbaar waren in het Nederlands. Abbé Appliqué klinkt niet als een Tsjechische naam. Het is een vertaling uit het Frans door ene J.H. De schrijver is Joseph de  Souvenir (1763-1853) staat er in het voorwoord te lezen. In werkelijkheid is het een Tsjechische tekst, anoniem uitgebracht in 1940. Het vermoeden is dat de surrealist en communist Vítězslav Nezval (1900-1958) de schrijver was. Dit zet vertaler Kees Mercks uiteen in zijn nawoord ‘Bij wijze van Naspel’.


Abbé Appliqué schrijft aan zijn maagdelijke neef. De neef is achttien en komt net van de kloosterschool. Hij wil hem voorbereiden op het grote leven en legt hem uit dat de waarheid in onze driften zit. “De kut is de spil waar alles om draait, de kut is het einde en het begin van het leven. Een wereld zonder kut is een wereld zonder zon. En jij hebt de sleutel daarvan, dierbare neef. Het hangt helemaal van jou af hoe handig je met de sleutel de poorten des levens zult weten te openen.”

Bijzonder grappig legt Abbé Appliqué vervolgens uit welke standjes er allemaal bestaan, dat het gaat om wederzijds genot en begrip en dat je vooral mag ontdekken en variëren. Je moet het niet doen “als die boer uit Picardië die na een hele dag ploeteren slaperig op zijn vrouw kruipt, twee keer met zijn achterste schokt om zich daarna om te draaien en snurkend in slaap te vallen.”

Op school wordt dit vak niet geleerd. “Neuken, vent, is een wetenschap die in het hoger onderwijs zou moeten worden onderwezen.” Abbé Appliqué, ook wel ‘De Noeste’ genoemd, heeft weinig op met de zogenaamde seksuele normen. Aan het Franse hof en onder de geestelijkheid heeft hij voldoende gezien om alle moraal laten varen. Bij de behandeling van het vierde standje ‘het achterommetje’ put hij ruim uit zijn hofervaringen. Marie Jeanne, die te weinig aandacht kreeg van haar Lodewijk liet zich door vele minnaars bespringen, “maar alleen achterlangs en wel om principiële redenen, te weten omdat ze Zijne Hoogheid niet ontrouw wilde zijn, want ze placht te zeggen; ‘Wat er achter mijn rug gebeurt, daar heb ik geen weet van.’”

De tekst is bijna vijftig pagina’s. Dat is voldoende om leuk te blijven. In het nawoord legt Mercks uit dat er in de jaren dertig meer erotische literatuur uitgegeven werd in. Er waren bijvoorbeeld geïllustreerde tijdschriften op grens van literatuur en erotiek, vaak in kleine oplagen en met veel vertaalwerk uit het Frans. Na de oorlog, onder het communisme, lijkt deze stroming verdwenen te zijn.

Geen opmerkingen: