maandag 15 oktober 2018

Gerard Kornelis van het Reve – Nader tot U


Het is jaren geleden dat ik een boek van Gerard Reve las. Ooit kocht ik alles wat er van of over hem uitkwam. Sommige boeken herlas ik meerdere malen, zoals het onderschatte ‘Bezorgde ouders’. Het wordt tijd voor een Reve-revival. In Schiedam start binnenkort de Reve Revue. Matroos Vos woonde in Schiedam en Reve kwam er jarenlang. De bibliotheek heeft naar aanleiding hiervan een heel programma samengesteld met een talkshow, tentoonstelling, literaire wandeling een boekuitgave en meer.


‘Nader tot U’ is een van zijn meesterwerken. De tekst blijft na herlezing fantastisch, hoewel het moeilijk te beschrijven is waarin hem dat precies zit. Voor diegene die het boek niet kennen, het bestaat uit een aantal langere brieven en dertig gedichten. In de brieven doet hij niets anders dan zijn dagelijkse beslommeringen uiteenzetten. Reve kan als geen ander ouwehoeren op hoog niveau. In zijn vertellingen lopen fantasie en wat sommige mensen de werkelijkheid noemen door elkaar. De brieven zijn uit 1964 en 1965. Reve woonde toen in Friesland, Greonterp.

Zijn thema’s zijn universeel: God, drank, de dood en mooie jongens. Graag fantaseert hij over een jonge matroos in uniform, die hij gijzelt en aanbiedt aan zijn partner Wimie, die vervolgens de jongen zal martelen tot hij alles bekent. Andere jongens krijgen namen als Prijsdier, Jongensprins, Sekspiloot of gekroonde Zeejongen. Het summum is de Meedogenloze jongen. Deze meent hij kort achter elkaar zelfs tweemaal te zien. De ene keer blond, dan weer donkerharig. Hij weidt lang uit over hun levens en bezigheden: “Eerst had ik de samenhang niet begrepen, maar als twee personen van één Wezen waren zij een Teken”.

Zo ziet Reve vaker in zijn leven de hand van God en het onvermijdelijke. Je heb je erbij neer te leggen. Voortdurend denkt hij aan de dood en de tijdelijkheid van het aardse. Hij herinnert zich een kennis die vroegtijdig stierf. Hij bezocht de crematie, maar verliet de dienst voordat deze beëindigd was. Buiten raakte hij aan de praat met een aantal dames. Per automobiel reden zij met nog wat kennissen en vrienden naar Amsterdam. Op een groot aantal locaties werd er gedronken en geouwehoerd. De dode was toen al lang weer vergeten. Om de geweldige stijl van Reve te laten zien voldoet een kort citaat niet. Hierbij dus een lang citaat aan het begin van deze geschiedenis.

“Maar Thommy was dus dood, met gas, in de nieuwe flatwoning in H., van weer een  geheel andere kunstnijveraarster of misschien sociologe, op de zondagmorgen na Nieuwjaar, toen hij alleen in de woning was geweest en de slang van het fornuis had losgetrokken, met opzet of niet, daar kwamen ze zo gauw niet uit, want hij kon ook, wankelend van de ‘weed’ waarmee hij zich weer had volgeblazen, vóór het fornuis gestruikeld zijn en de slang daarbij hebben losgemaaid, en daarop hadden de autoriteiten het tenslotte maai gehouden, ook al omdat het er eerder weinig vakkundig uit had gezien, niet met kop in de oven bijvoorbeeld, en ook niet met alles potdicht, want er had waarempel nog een bovenlicht opengestaan. Toen dat alles was uitgezocht, hoefden we alleen nog naar de kremaatsie in Den Haag toe, op een vrijdag, Teigetje en ik, samen met kandidaat-katoliek A., die wel een jaar of zes lang met Thommy ‘had opgetrokken’ en hem zelfs al gekend had in de tijd dat Thommy, omdat het ‘thuis niet meer ging’ in een of ander tehuis of jeugdhaven had gezeten, en die, van de dag van het bericht af, aan de diepste neerslachtigheid ten prooi was geraakt. We gingen, wegens de nutteloosheid van een automobiel tijdens de spitsuren, met de trein. In het begin was ik, gesterkt door een flinke ochtenddronk, heel monter geweest, want ik houd eigenlijk wel van begrafenissen en dergelijke, maar van lieverlede was het me lelijk gaan tegenvallen, en was het me in de etablissementen van die merkwaardige, lijkverwerkende industrie, in de aula te machtig geworden, zodat, toen er na alle gegoochel met harmonikadeuren en de plotselinge aanblik van een lichtbak als in een bioskoop, die STILLE UITVAART vermeldde, nog een dominee bij gehaald bleek te zijn ook die al begon te bladeren en zijn keel schraapte, ik na een malle opmerking wild jankend naar buiten was gelopen, en bij het hek snikkend was blijven wachten, waar zich spoedig twee jongedames bij me hadden gevoegd die ook, maar iets later, tijdens de dominee zijn toespraak, waren weggelopen,”

De gedichten uit ‘Nader tot u’ zijn allemaal klassiekers geworden. Tot slot het gedicht ‘Droom’

Vannacht verscheen mij in een droomgezicht mijn oude moeder,
eindelijk eens goed gekleed:
Boven het woud waarin zij met de Dood wandelde
verhief zich een sprakeloze stilte.
Ik was niet bang. Het scheen mij toe dat ze gelukkig was
en uitgerust.
Ze had kralen om die goed pasten bij haar jurk.

Geen opmerkingen: