De Zweedse
schrijver Per Olov Enquist is vooral bekend om zijn historische romans. De
vijfde winter van de magnetiseur uit 1964 gaat over de wonderdokter Friedrich
Meisner, die eind achttiende eeuw een Duits dorp in de ban hield. De figuur
Friedrich Meisner heeft echt bestaan, onder de naam Friedrich Mesmer.
Meismer is
op de vlucht. Hij is eerder ontmaskerd en heeft regelmatig een stad in allerijl
moeten ontvluchten. Nu is hij in levensgevaar. Hij zit opgesloten in een grot. Onderaan
de berg wacht een groep boze dorpelingen hem op. Door zijn persoonlijkheid en
overtuigingskracht weet Meisner samen met een dorpeling te ontkomen. Hij zwerft
over het rauwe platteland tot hij het stadje Seefond bereikt. Hier speelt het
verhaal, de opkomst en ondergang van Meisner, zich af.
Enquist
neemt in zijn boek verschillende perspectieven in. Hij vertelt over Meisner,
maar laat de gebeurtenissen in Seefond ook zien vanuit het dagboek van de arts
Selinger. Selinger is eerst sceptisch over Meisner, later wordt hij zijn
assistent, een zgn. controleur bij zijn behandelingen. Verderop in het verhaal
slaat bij hem de twijfel toe.
Daarnaast
doet Enquist soms een stap terug en vertelt als een historicus over de bronnen
die er te vinden zijn over het leven van Meisner: over we wat we wel en niet
over hem met zekerheid weten. Of dit historisch klopt, d.w.z. of deze
intermezzo’s kloppen met de bronnen die we hebben over het leven van Mesmer,
weet ik niet. Grappig is wel dat eenmaal Mesmer ook in het verhaal voorkomt.
Wanneer Selinger onderzoekt of Meisner in Parijs werkzaam was krijgt hij een ontkennend
antwoord, maar ene Mesmer was daar wel bekend.
Meisner kun
je zien als een charlatan. Selinger constateert bijvoorbeeld dat zijn kennis
over de geneeskunde en het menselijk lichaam schokkend beperkt is. Meisner
heeft een eigen theorie ontwikkeld over hoe mensen te genezen zijn. Of hij er
zelf echt in gelooft is niet relevant. Hij bekijkt het op een andere manier.
“De waarheid is niets waard. Ik probeerde haar de waarheid te geven, maar die
schoot tekort zoals ze altijd tekortschiet.” Daarom geeft hij zijn patiënte de
leugen.
De mensen
die hij behandelt met magnetisme zijn meestal vrouwen. Hij kiest zorgvuldig wie
hij wel en niet in behandeling neemt. Een succes brengt hem weer nieuwe
patiënten en bezorgt hem een goede naam. Hij geeft vertrouwen en hoop en heeft
een goed verhaal. Dat is meer waard dan de waarheid. “Volgens onze huidige
opvattingen van de waarheid was zijn verhaal uiteraard niet waar. Verhalen zijn
niet waar, zijn alleen in meerdere of mindere mate effectief.”
Zelf zegt
Meismer erover dat de scheidslijn tussen het frauduleuze en het fantastische
soms moeilijk te trekken is. Hij twijfelt weinig en is niet geïnteresseerd in
onmogelijkheden. Selinger laat zich de ene keer meeslepen, een andere keer is
hij heel nuchter. Een vrouw in trance doet een aantal voorspellingen en leidt
Meismer naar een plek waar twee stenen liggen, de ene kleiner dan de andere,
wat blijkt te kloppen. “Ik wees hem erop dat dit bij twee stenen heel normaal
was.”
Meismer is
een oplichter, maar als je leest over de geneeskundige ingrepen van andere
artsen, veel verder dan bloedzuigers en braakmiddelen voorschrijven gaat dit
niet, is het heel begrijpelijk dat mensen bij hem om hulp komen. Hij biedt hoop
en sterkt hun geloof in genezing. Meismer verdient er een flink honorarium mee.
De vijfde
winter van de magnetiseur is een boeiende roman. De tegengestelde visies op
genezing en waarheid vormen een rode draad in het verhaal. En Per Olov Enquist
heeft oog voor bizarre en lichamelijke details, zoals een uitvoerige
beschrijving van de ontlasting van een patiënt. Hier moet je tegen kunnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten