Kun je 150
pagina’s volschrijven over je snor? Arjen van Lith kan het. ‘Mijn snor’ is een
grappig boekje in klein formaat. De schrijver liet een maand zijn snor staan en
berichtte daar dagelijks over.
Het gooide
zijn hele leven in de war. Hij moest een andere garderobe aanschaffen, maakte
zich druk om wat zijn familie ervan zou vinden en werd een heel nieuw mens.
In het
boekje staat elke dag een foto waarop de groei van zijn snor is te zien. Eerst
houdt Van Lith zich vooral met zichzelf en zijn directe omgeving bezig. Wordt
mijn snor al opgemerkt? Hoe zou mijn zus reageren op deze gedaanteverandering?
Later in de maand komen vanzelf de bespiegelingen
De
schrijver blijkt een bescheiden persoon te zijn die zijn omgeving voorzichtig
aftast. De zus is uit ander hout gesneden. Bij hun eerste besnorde ontmoeting
op dag 10 doet de zus het bijna in haar broek. Ze hinnikt : ”Nee, nee geen
zoen! Daar krijg ik eczeem van.”
Wonderlijk
genoeg zie je op de foto slechts een heel bescheiden streepje haar boven zijn
lip. Dat mag toch geen snor heten…
Langzaam
verandert Van Lith met het dragen van een snor. Dag 15 begint hij met de
mededeling. “Als je een snor draagt, zit alles mee in het leven.” Zijn
zelfvertrouwen neemt toe. Hij mijmert over grote Nederlanders die bijna
allemaal snordragend waren: Willem van Oranje, Willem Drees. Een snor betekent
succes!
Hij draaft
door en weidt uit over de Hitlersnor, de zgn. Tandenborstel, die voordat hij werd
besmeurd het symbool was van de gewone man. Het was een socialistische snor.
Hij voorspelt een voorzichtige terugkeer van de Tandenborstel. De enige stad
waar dit kan gebeuren is Berlijn.
Verderop in
de maand ontwaart hij een geheim verbond tussen snordragers. En op dag 30
concludeert hij dat hij veel aan zijn snor heeft te danken. “Sinds ik een snor
heb kijk ik anders naar mezelf en de wereld.” Dan gaat hij eraf!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten