Een van de vele dingen waar Arjen van Veelen in zijn bestseller Rotterdam bij stilstaat is natuurvernietiging. Specifiek gaat zijn interesse uit naar het natuurgebied De Beer, dat halverwege de jaren zestig plaats moest maken voor de uitbreiding van de Europoort. In tijden van vooruitgangsgeloof moest in Rotterdam natuur voortdurend plaatsmaken voor industrie. In deze uitgave van Roterodamum houdt Van Veelen een pleidooi voor het laten ontstaan van een nieuw natuurgebied, ter compensatie.
Van Veelens journalistieke methode is persoonlijk. In Rotterwad begint hij met de beschrijving van een bezoek aan het Sint Franciscus Gasthuis. Voor een MRI-scan moest hij in de smalle witte buis, gelukkig bleek hij geheel gezond te zijn. In de koker dwaalden zijn gedachten af naar een paradijselijk eiland: natuurgebied De Beer. Door de uitdijende industrie in Rotterdam ging het unieke gebied bijna geruisloos ten onder. Op De Beer groeiden vele soorten zeldzame planten zoals orchideeën en was er een kolonie sterns. Voor heel veel trekvogels was het een rustpunt. Wabe Korfmaker was beheerder van het gebied en kwam als een van de weinigen in opstand. De meeste natuurbeschermers ging mee in het verhaal van de gemeente en de industriëlen. Kranten zwegen erover. Begin jaren zestig stond Nederland nog in het teken van de wederopbouw. Alles moest hiervoor wijken.
De belangstelling voor de natuur was in die tijd minimaal. Dat is nu veranderd. Van Veelen introduceert het begrip groenificatie, verwant aan gentrificatie. In wijken waar bomen worden aangeplant stijgen de huizenprijzen. Groen kan winstgevend zijn. Dit brengt meteen een dilemma met zich mee. Wat doe je met onrendabele natuur? Moet alles in een Disney-park veranderen om het te redden? Willen we overal de controle over houden? Van Veelen is terecht ook kritisch op overheidscampagnes waarin mensen worden gestimuleerd zelf groen aan te leggen, bijvoorbeeld door geveltuintjes aan te leggen. Daarmee wordt de aandacht afgeleid van wat overheden zouden moeten doen. Die paar meter geveltuin wegen niet op tegen de oerwouden die dag in dag uit gesloopt worden.
Arjen van Veelen besluit dit mooi geschreven essay met het verhaal over de Hinderplaat. Door het afsluiten van de Haringvliet is voor de kust van Voorne een zandplaat ontstaan. De zee slibt hier dicht. We hoeven er niets aan te doen. Als vanzelf breidt de natuur zich uit en wordt het een plek voor trekvogels. En wie weet, komen de orchideeën er terug. Natuurlijk is er verzet tegen. Strandtenteigenaren zien hun bedrijf verloren gaan en dringen aan op meer baggeren. Het is voor mensen lastig om niets te doen. Toch zou dat in dit geval een heel goed idee zijn. Alleen moeten we de naam Hinderplaat vervangen voor een naam met een meer positieve lading, Rotterwad!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten