zondag 30 oktober 2016

Koos van Zomeren - Alptraum


Met zijn vorige boek ‘Alles is begonnen’ leek Koos van Zomeren zijn lange schrijversloopbaan af te willen sluiten. Wanneer Van Zomeren wandelt, denk hij na. Wanneer hij nadenkt voelt hij de behoefte om zijn gedachten op te schrijven. Een onderwerp dringt zich vanzelf op. De aanleiding voor ‘Alptraum’ is een tragische, de dood van zijn hond Stanley. 

Stanley was bijna veertien jaar. Op een wandeling in de Zwitserse bergen, op een plek waar zij vaker hadden gelopen, ging het fout. Stanley zag een gems, reageerde erop, liep er waarschijnlijk heen en viel in een afgrond. Van Zomeren had zijn zoon bij zich. Samen daalden zij voorzichtig af. Zij hoorden Stanley af en toe een geluid maken en vonden hem tenslotte.

De weg naar de dierenarts – niet eenvoudig – overleefde Stanley nog. Maar hij was te verzwakt: deels verlamd, een verwonding aan het hoofd en hij gaf bloed op. Er restte slechts één optie.

Alptraum betekent nachtmerrie. Alp is afgeleid van elf. Een geest die je in je droom bezoekt. Koos van Zomeren overdenkt een andere betekenis: een val zonder einde, “en waar kun je dan beter terecht dan in de Alpen.”

De dagen en weken na het ongeluk heeft Van Zomeren uiteraard veel verdriet, maar hij probeert ook steeds de gebeurtenissen te reconstrueren. Was de gems wel de directe aanleiding voor Stanley’s val? Hij had vaker gemzen gezien. En daarbij, Stanley was voorzichtig genoeg. Hij kende de weg. Was dit ongeluk gewoon domme pech? Of viel de gems juist aan? Is hij door hem het ravijn in gewerkt?

Zijn gedachten gaan alle kanten op. Van Zomeren zoekt nieuwe versies van de gebeurtenissen. Hij vraagt zich af of Stanley pijn heeft gehad. In ieder geval gaf hij een noodkreet. Daarna was hij versuft. Maar onderweg, toen zijn zoon hem droeg, verzette hij zich, hij spartelde tegen, had dus energie en voelde misschien pijn.

Dit zou waarschijnlijk hun laatste vakantie met Stanley in Grindelwald zijn geweest. Hij kon het lopen nog wel aan, maar was duidelijk minder actief dan vroeger. Wilde hij nog eenmaal laten zien dat hij kon jagen en ging hij daarom de gems te lijf? “Misschien had hij domweg geen zin in saaie vakanties die we aan het voorbereiden waren.”

Naast de focus op ieder detail op die fatale dag, denkt Van Zomeren terug aan de  mooie momenten met Stanley. “Als ik drie, vier uur lang met hem in het bos gelopen heb, gaat hij bij thuiskomst doodleuk zijn bal halen. Nee Stanley, je begrijpt het niet, je moet nu moe zijn.” Hij was al wat rustiger vanwege zijn leeftijd. Maar als de bel ging was hij nog altijd onbesuisd. Bezoek! Vooral van familie werd Stanley erg blij. “Dan zette hij de tent op stelten. Dan blafte hij met zijn trommelvliesverscheurende borderstemmetje de hele boel bij elkaar.” Voor geen rede vatbaar.

Van Zomeren loopt nog steeds zijn routes, nu alleen. Hij maakt aan de routes bekend dat Stanley er niet meer bij is.

Zijn vader is dik in de negentig en woont nog zelfstandig. Maar deze zomer gaat snel minder goed met hem. Nog voordat hij naar een verzorgingshuis kan is hij overleden. Hij was een slimme man, een handige prater. Broer Jan vraagt of hij hem mist en zegt zelf dat er een verschil is: “Stanley gaf alleen maar, pa nam ook een heleboel.”

Na twee maanden gaat Koos van Zomeren met zijn vrouw terug naar Grindelwald, met de trein deze keer. Het is de negende donderdag sinds het ongeluk. Het graf is er nog. Er is niets veranderd.


Aan het eind van dit prachtige en ontroerende boek overweegt Koos van Zomeren met zijn vrouw of zij een nieuwe pup zullen nemen. “Het vooruitzicht dat hij ons zal overleven stemt mij ook al niet vrolijk, niet zozeer omdat wij dan dood zijn, maar omdat hij dan verder moet. Maar misschien moet je accepteren dan geluk altijd maar tijdelijk is, en dat er helemaal geen geluk zou zijn als je dat niet zou accepteren.”

Geen opmerkingen: