Er zijn
boeken die je af en toe moet herlezen. ‘Moskou op sterk water’ is een van de
meest beroemde drankboeken uit de wereldliteratuur. De wereld van Jerofejev
draait om drinken en filosoferen over drank. Venja is met de trein vanaf Moskou
op weg naar zijn meisje in Petoesjki. Hij praat met de engelen om hem heen en
met zichzelf, hij ontmoet mensen en vertelt over zijn leven.
Venja werd
deze ochtend wakker in een hem onbekende portiek. Het was nog vroeg. ”Oh, dat
is het smadelijkste en het meest machteloze uur van dag in het leven van mijn
volk – de tijd tussen zonsopgang en het ogenblik waarop de winkels opengaan.”
Na flink
wat geduld heeft Venja zijn drank ingeslagen. Met een volle koffer gaat hij de
trein in: twee flessen Koebanski wodka, twee kwartlitertjes Rossijski wodka en
zoete rosé van één zevenendertig.
In
gesprekken met zichzelf en met zijn medereizigers komt de Russische literatuur voorbij: het waren stuk voor stuk dronkenlappen.
De Franse liefde wordt besproken. Een Fransman ziet meteen het verschil tussen
een harde en zachte sjanker, een Rus niet.
Venja
vertelt over zijn werk als ploegleider. Ze rolden een kabel uit en gingen
eenentwintigen en zuipen: “de één dronk vermouth, een ander, die ‘t wat minder goed
kon doen, eau de cologne ‘Fris op’, en wie wat meer pretenties had ging cognac
zuipen op het internationale vliegveld Sjeremetjevo. En dan gingen we naar
bed.”
Hij kortte
het werkproces in door ’s morgens de kabel niet meer uit te rollen. Zijn
wetenschappelijke geest werd rusteloos. Hij maakte grafieken van het dagelijkse
drankgebruik van zijn medewerkers. Iemands gehele ziel was erin af te lezen.
Hij bleef niet lang ploegleider.
De jeugd
van tegenwoordig ontbreekt het volgens Jerofejev aan een grootse, meeslepende
levenswijze. “Wat is er bijvoorbeeld
verhevener dan experimenten uitvoeren op jezelf?” Hij goot op
donderdagavond in één keer drie en een halve liter drank naar binnen, wodka met
bier of wodka met wijn. Geheid werd hij nooit op vrijdagochtend wakker, maar
pas op zaterdagochtend. En niet in Moskou, maar ergens langs de spoorbaan.
Beroemd is
Jerofejev vanwege zijn cocktails: de ‘Balsem van Kanaän’, ‘De Geest van Genève’
en zijn beroemdste ‘De tranen van het Komsomolmeisje’. De samenstelling
luistert nauw, “in de wereld van componenten bestaan geen equivalenten.” Deze
cocktail bevat onder meer lavendel, verbena, nagellak en mondspoelmiddel.
De verhalen
in de trein worden steeds gekker. Er komt een nieuwe voorraad wodka op tafel en
iedereen pakt zijn drinkgerei. “En kleinzoon – die toverde zelfs een enorme
soeplepel tevoorschijn, ergens tussen z’n schaambeen en z’n diafragma vandaan…”
Een treinkaartje
heeft niemand bij zich. De hoofdcontroleur rekent de zwartrijders af in grammen
wodka. Op station Orjechovo – Zoejevo
valt hij bewusteloos de trein uit. “Alle boete gutste met geweld zijn
pens uit en vloeide in stromen over het perron.”
Dan ontmoet
hij de duivel met zijn kannibalenlach, die hem onbegrijpelijke raadsels
opgeeft. Venja raakt steeds verder de weg kwijt, ook letterlijk. De trein
blijkt op de weg terug naar Moskou. Zijn meisje in Petoesjki zal hij nooit meer
zien. Hij wankelt door Moskou. Het loopt slecht met hem af. Hij weet al dat hij
spoedig zal sterven, zonder deze wereld aanvaard te hebben. “Immers, is het
menselijk leven niet een uiterst kortstondige zatheid van de ziel?
1 opmerking:
Naast de Bijbel moet dit boek mee naar het onbewoonde eiland. Het enige boek dat ik blijf herlezen, na behoorlijike periode van onthouding uiteraard. Elke keer moet ik huilen om het boek. Zoals Reve kwatst Jerofejev erop los om je dan plotseling met existentiële waarheden te treffen. Alleen dat kleintje van vier, dat de letter 'OE' kent, dat voorbij Petouski woont, daar zou ik de betekenis wel van willen weten. Ik vermoed iets als: de innerlijke toestand, de ziel die niet beschadigd kan worden ten diepste, maar die door alle geknaktheid van het leven diep verstopt leeft.
Een reactie posten