We lijken nooit uitgepraat over de Tweede Wereldoorlog. Veel
onderwerpen zijn nog niet diepgaand onderzocht. Een ervan wordt door Tjeu
Strous in dit boek uitgelicht. Het gaat over de oorlogsjaren van de directeur
van Museum Boymans, Dirk Hannema. Strous schets kort de flitsende carrière van Hannema voor
de oorlog. Hij werd in 1920 op zijn 24ste directeur van het museum. Hij realiseerde
in 1935 de nieuwbouw van het museum en bouwde in deze jaren een breed netwerk
op binnen de Rotterdamse elite. Vermogende havenbaronnen als D.G. Van Beuningen
en Willem van der Vorm schonken grote sommen geld voor de aankoop van
bijzondere werken.
Het uitgangspunt van Hannema was: ‘Alles voor de kunst’.
Hij had veel contacten, nauwelijks vrienden en was niet getrouwd. Hij boog met
iedereen mee, wanneer dit het museum iets moois kon opleveren. Regelmatig
speelde hij mecenassen tegen elkaar uit. Hij was tevens een groot kunstkenner en ging hierbij vooral
op zijn gevoel af. In een wetenschappelijke benadering om bijvoorbeeld de
echtheid van een werk vast te stellen zag hij weinig.
Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit. Hannema ontfermt zich
meteen over zijn museumschatten. Alle bijzondere werken worden snel in
veiligheid gebracht. Vier dagen later wordt Rotterdam gebombardeerd. Het museum
loopt geen schade op. Strous vermeldt dat sommige gebouwen, zoals het museum en
het stadhuis, voor de piloten op kaarten stonden ingetekend en daarom niet
getroffen werden. Dit is een hardnekkige mythe. Zelfs al zou dit de opzet zijn
– waar geen bewijs voor is - waren zulke precisiebombardementen in 1940 technisch
niet mogelijk.
Hannema stelt zijn museum de dag na het bombardement open
voor getroffen personeelsleden. Ook worden kunstschatten als het beeld van
Erasmus in het museum ondergebracht. Hannema blijft net als veel directeuren op zijn post. Hij
blijft trouw aan zijn motto ‘Alles voor de kunst’. Dit betekent dat hij actief
samen gaat werken met de bezetter. Enerzijds staat hij niet helemaal negatief
tegenover het nationaalsocialistische gedachtegoed. Anderzijds ziet hij zichzelf beslist niet als politicus.
Strous geeft aan dat voor hem culturele waarden boven morele waarden gingen en
noemt dit cultureel pragmatisme.
De voornaamste reden dat Hannema op zijn positie blijft
zitten is dat hij denkt zo het beste de belangen voor zijn museum en voor de
Nederlandse kunst te kunnen behartigen. Hij neemt zelfs zitting in de Cultuurkring, een adviserende
commissie ingesteld door Seyss-Inquart.
Er zouden twintig kopstukken uit het culturele veld in moeten plaatsnemen, maar deze
worden niet gevonden. Hannema is de enige museumdirecteur. In deze functie – onbetaald
overigens – slaagt hij er inderdaad in te voorkomen dat Nederlandse
cultuurschatten verdwijnen naar Duitsland.
Hoewel het Hannema om de kunst gaat is hij niet
wereldvreemd. Hij houdt aan het begin van de oorlog zelfs een toespraak
getiteld ‘Allen in één organisatie’ waarin hij pleit voor ordening, eenheid en
saamhorigheid. Hij is voor het instellen van corporaties. Andere sprekers bij
deze gelegenheid zijn explicieter in hun bewoordingen. Onder andere n.a.v. deze
pleidooien voor een ordeningsprincipe wordt eind 1941 de Kultuurkamer
ingesteld.
Een vraag die Strous opwerpt is of Hannema lid is geweest
van de NSB. Hij concludeert eerst, na onderzoek bij het NIOD, dat dit niet het
geval is geweest. Er zijn ook nergens bewijzen gevonden. Wel zijn er beweringen
van een aantal mensen die hierop duiden. Later (p.41) trekt hij dit toch in
twijfel. De auteur is hier niet duidelijk. Hannema neemt ook zitting in een commissie die moet
adviseren over het koninklijk bezit. In eerste instantie willen de Duitsers
deze in beslag nemen. Mede door de inzet van Hannema zijn paleizen,
schilderijen en veel van de meubels behouden gebleven.
Wanneer de bezetter toch dreigt deze bezittingen van het
Koninklijk huis te confisqueren schakelt Hannema Mussert in. In december 1942
heeft Mussert samen met burgemeester Müller een onderhoud met Hitler, waarin
hij ook dit punt naar voren wil brengen. Voor Mussert is een positief antwoord van
belang voor zijn machtsstrijd met Syess-Inquart.
De ‘vergadering’ met Hitler, waar ook Martin Bormann en
Heinrich Himmler bij aanwezig zijn, is bizar. Het is één monoloog van de Führer
waarin hij langdurig tekeer gaat tegen de Bolsjewieken. “dass der innerasiatische
Menschenrohstoff ganz Europa überfluttet
wie früher die Hunnen und Türken dies taten.” Enzovoorts. Helemaal aan het eind van deze ‘bespreking’ geeft Hitler
kort aan dat hij de koninklijke bezittingen niet zal opeisen. Een overwinning
voor Mussert. En voor Hannema, die zich hierna verplicht voelt ‘iets terug te
doen’. Hij is aanwezig bij een aantal bij gelegenheden van de NSB, maar hij zal
nooit het uniform dragen of lid worden.
Tot het eind van de oorlog bleef Hannema in functie. De
kritiek op zijn handelen is nooit groot geweest. De gegoede burgerij steunde hem,
hij breidde de collectie flink uit en Rotterdammers bezochten in groten getale
zijn tentoonstellingen. Het verzet zag hem ook niet als een doelwit. En hij
steunde voortdurend Rotterdamse kunstenaars. Overigens was het kunstenaarsverzet
in Rotterdam praktisch niet aanwezig.
De grote vraag in het hele boek van Strous is, in hoeverre
Hannema fout was. Dankzij zijn hoge positie lukte het hem bijvoorbeeld zeer regelmatig
om gevangenen vrij te krijgen. Hij zette zich dus niet louter in voor de kunst. In mei 1945 wordt Hannema gevangen gezet en in Hoek van
Holland tewerk gesteld in afwachting van de uitspraak. Hij krijgt veel
steunbetuigingen. Een enkeling ziet hem als een landverrader. De uiteindelijke
uitspraak luidt: acht maanden, maar hij zat al een jaar in voorarrest. Daarnaast was
hij al door de regering uit zijn functie gezet.
Al met al is dit een zeer milde straf. Strous vergelijkt de
strafmaat met die van een aantal andere veroordeelden. Een publicist die voor
de radio een nationaalsocialistisch boek positief recenseerde kreeg anderhalf
jaar. Dit staat in geen verhouding tot wat Hannema heeft gedaan door zitting te
nemen in commissies van de bezetter en in woord het beleid te ondersteunen.
Strous komt er ook niet helemaal uit. Het beeld is zo
divers en tegenstrijdig. Iemand als Hannema kan tegelijkertijd goed en fout
zijn geweest. Strous trekt hier terecht niet één algemene conclusie. Je zou kunnen zeggen dat iemand als Hannema geprezen mag
worden om zijn goede daden (het behoud van kunstschatten voor Nederland en voor
zijn museum, het redden van gevangenen, het bieden van bescherming aan
kunstenaars, e.d.). Voor zijn slechte daden (het gedachtengoed van de bezetter
steunen, plaatsnemen in commissies) is hij terecht gestraft. Puur kijkend naar
deze daden was zijn straf zeer mild.
Hannema was een cultureel pragmatist: ‘Alles voor de
kunst’. Hij heeft hierbij waarschijnlijk niet doelbewust gecollaboreerd; zijn
handelen was een gevolg van zijn verbeten vasthouden aan dat hogere doel. Maar
bij de rechtspleging gaan intenties niet altijd boven daden. Die ambivalentie laat Strous steeds blijken. Wat eerst
lijkt op meedenken met de Duitsers, kun je in ander perspectief zien als slim
diplomatiek handelen ten gunste van het Nederlands erfgoed.
Strous bespreekt in de laatste hoofstukken van dit zeer
boeiende boek de naoorlogse periode. Hij beschrijft hoe de museumwereld zo snel
mogelijk kunstwerken wilde terughalen. De directeuren waren in zijn woorden hebzuchtig
naar roofkunst. Tot slot bespreekt hij als een min of meer apart hoofdstuk
Hannema’s optreden en latere eigenzinnigheid bij de kwestie Han van Meegeren.
Deze vervalser van met name werken van Vermeer heeft een groot deel van de
Nederlandse kunstwereld in verlegenheid gebracht. Van Meegeren bekende na zijn arrestatie op verdenking van
het verkopen van geroofde kunst. Want hierop stond de doodstraf, op vervalsing
slechts een gevangenisstraf. Hannema bleef echter geloven in de echtheid van
twee werken van Vermeer en hield dit vol tot aan zijn dood.
2 opmerkingen:
Beste Alek,
Bedankt voor deze nauwgezette en positief kritische bespreking van mijn boek, je hebt er echt veel werk van gemaakt!
Beste Tjeu,
Dankjewel. Het is een boeiend onderwerp. Ik heb het stuk ook geplaatst op: http://www.biografieportaal.nl/recensie/dirk-hannema-tjeu-strous-boymans/
Een reactie posten