donderdag 16 november 2017

Isaac Asimov – Ik, robot

De campagne Nederland Leest vindt ieder jaar in november plaats. Bibliotheekleden krijgen dan een klassieker cadeau. De bedoeling is dat er over het boek wordt gedebatteerd. Dit jaar is gekozen voor ‘Ik robot’ van Asimov. Het boek met negen verhalen verscheen in 1950. De verhalen zijn al wat ouder. Deze uitgave is uitgebreid met een verhaal van Ronald Giphart, dat hij schreef samen met de robot Asibot.


‘Ik, robot’ is sciencefiction. De verhalen zijn chronologisch in de tijd en spelen in de 21ste eeuw. In elk verhaal doet zich een probleem voor en wordt een vraag opgeworpen over robots. Asimov begint zijn boek met de drie wetten van de robotica

1. Een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan dat een mens letsel oploopt.
2. Een robot moet de bevelen uitvoeren die hem door mensen gegeven worden, behalve als die opdrachten in strijd zijn met de Eerste Wet.
3. Een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de Eerste of Tweede Wet.

De problemen die zich voordoen hebben een relatie met deze drie wetten. Een van de hoofdpersonen in de verhalen is de robotpsychologe Susan Calvin. Zij werkt voor US-Robots en haar hulp wordt ingeroepen wanneer er zich iets vreemds voordoet met robots. Een robot heeft bijvoorbeeld een ruimteschip gebouwd en daar zonder specifieke opdracht twee mensen mee de ruimte ingestuurd. Brengt hij hen daarmee niet in gevaar? En waarom volgt de robot het bevel niet op het ruimteschip terug te brengen?

In een ander verhaal is een robot verkeerd geprogrammeerd. De eerste wet is niet helemaal toegepast. Maar de robot is niet te onderscheiden van zestig andere robots. Hoe kom je erachter welke robot het is? Leuk is ook het verhaal waarin een robot gedachten kan lezen. Een aantal mensen wil hiervan profiteren en vraagt wat andere mensen denken. De robot geeft antwoord. Later blijkt dat hij vooral wenselijke antwoorden geeft (eerste wet), geen ware antwoorden. In dit verhaal is een leuk discussiepunt in hoeverre onze gedachten persoonlijk zijn.

Het mooiste verhaal is dat waarin er twijfel heerst over een aanstormend politicus. Hij eet en drinkt nooit en schijnt zelfs niet te slapen. Is het een robot? Susan Calvin onderzoekt hem. Hij bijt voor haar ogen in een appel, maar wat bewijst dat. Als een robot zo ingenieus is dat hij moeilijk te onderscheiden is van een mens, is de functie schijnbaar eten ook makkelijk te programmeren. Maar als een robot een mens slaat, handelt hij in tegenspraak met de eerste wet. Echter, wanneer diegene die hij slaat ook een robot is? Enzovoorts.

Hoe verder in de toekomst hoe geavanceerde de robots zijn. De conclusie is dat  robots het uiteindelijk beter weten dan mensen. Niet alleen technologisch, ook moreel zijn zij de meerdere van ons mensen. Oorlog is uitgebannen, het gevaar geminimaliseerd. Maar zijn mensen daarmee niet de slaven of speeltjes van deze wezens geworden.


‘Ik robot’ is als verhalenbundel die aanzet tot discussie een uitstekende keuze voor Nederland Leest. De verhalen zijn wel wat te uitgesponnen en een beetje kinderlijk geschreven. Het extra verhaal van Giphart voegt helaas niets toe aan de negen verhalen.

Geen opmerkingen: