Pim
Wiersinga is geen schrijver van eigentijdse romans. Hij kiest zijn onderwerpen
nauwkeurig en situeert zijn verhalen in een historische context. ‘Eleonora en
de liefde’ speelt zich af in het West-Europa van de twaalfde eeuw. Eleonora van
Aquitanië is de historische persoon. De tweede hoofdpersoon is de troubadour Thomas
de Blondel. In 600 pagina’s weet Pim Wiersinga een wereld op te bouwen vol
intriges, machtsstrijd, liefde en seksualiteit. Het boek kun je een historische
roman noemen. De thema’s zijn universeel.
Thomas is aan
het begin van het verhaal een gezel. Hij moet het vak van troubadour nog leren.
Hij trekt samen met zijn leermeester Bertram de Born naar het hof van Eleonora.
Zijn doel is meester te worden. Hij is bang. Hij zou eerloos kunnen sterven. “Wie
maalde er om dode zangers – levende genoeg”
Maar aan
het hof van Eleonora doorstaat hij een eerste proeve en zij voegt hem toe aan
zijn hofhouding. Maar Thomas is onzeker en zal dit lange tijd blijven. Hij
twijfelt over zijn liedkunst, over zijn geloof, over de vriendschappen die hij
aangaat en over de minne. Daarbij duikt zijn oudere halfbroer, de gelovige
Andreas, op onverwachte momenten op om hem de les te lezen. Hij moet van hem
loskomen. ”Hij was geen kind meer. Hij moest Andreas overlaten aan zijn eigen
lot, achtergelaten in de woestijn van zijn gelofte.”
Het boek is
naast een historische roman ook een reisverhaal. De hofhouding van Eleonora
trekt van stad naar stad. Eleonora is een machtige vrouw. “Waar ik kom sleep ik
de wereld achter mij aan.” Thomas ontmoet andere zangers en doet mee aan
wedstrijden. Eleonora voert een strijd op vele fronten, zowel tegen kerkelijke
machthebbers als tegen vorsten en vorstinnen. Het is geen fysieke strijd, maar
een strijd met het hart en de ziel. Hij vindt plaats tijdens drankgelagen, tribunalen
en geheimzinnige ontmoetingen in slaap- en andere kamers. “In vrouwenvertrekken
spelen zich immers net zulke bloedige schermutselingen af als op uw slagvelden
van eer!”
Aan het hof
zelf spelen zich ook de nodige verwikkelingen af. Wie is te vertrouwen? Wie
moet je te vriend houden? De 70-jarige Eleonora heeft een kamermeisje Camille.
Zij is haar meesteres trouw. Het is ook een verwend kreng, die om het minste of
geringste in tranen uitbarst. En Camille heeft macht. Eleonora is verzot op
haar aanrakingen en ziet in haar een jongere versie van zichzelf.
Een van de
verhaallijnen is de zorg van Eleonora voor nageslacht. Voor haar zoon Richard
van Leeuwenhart moet een vrouw gevonden worden, het liefst voordat hij ten
kruistocht trekt. Hiervoor verplaatst de hofhouding zich naar Pamplona. Koning
Sancho heeft drie dochters. Berengaria lijkt uitverkoren. Een probleem is dat
de afwezige Richard nog nooit enige belangstelling voor vrouwen heeft gehad.
Liever is hij met zijn kameraden op pad. Of hij vertoeft bij zijn paarden in de
stal. Hier trof hij eens de jonge Thomas en leidde het gesprek al snel naar de
geslachtsdelen van de aanwezige hengsten. Thomas begreep niet waar hij heen
wilde. Vlak voordat hij vertrok naar het oosten sloten zij vriendschap voor het
leven.
‘Eleonora
en de liefde’ is een rijk boek met een doordachte opbouw en opmerkelijk
ouderwets taalgebruik. Naast de chronologische vertelling - met sprongen in de
tijd afgewisseld met soms minutieuze dialogen – is er het perspectief van Eleonora
die in haar dagboek haar indrukken noteert. Zij schrijft vrijelijk over zaken
die absoluut niet door een ander gelezen mogen worden.
De strijd
tussen kerkelijk en wereldlijk gezag is een heel subtiel spel. De twaalfde eeuw
was een periode van relatieve vrijheid van denken en godsdienst. Maar ketterjagers waren zeker actief. De Castelnau verbeeldt in dit verhaal deze
slijmerige mensensoort. Hij duikt ’s nachts op om Thomas af te luisteren of om
hem te betrappen op een zonde. Het is onduidelijk waar hij zijn instructies van
de krijgt. Hij beweert van de paus.
Wanneer er
een nieuwe paus aantreedt bezoekt Eleonora hem. Het blijkt een oude bekende van
haar, Hyacinth Bobo-Orsini. Zij praten over de “diplomatieke doolhoven”. De
wonderlijke man blijkt ook van de mannenliefde te zijn. Bovendien is hij minder
gelovig dan dat je van een aankomend paus mag verwachten. Onzeker is nog of hij
na zijn aantreden De Castelnau kan afremmen in zijn geloofsijver.
Prachtig is
hoe Wiersinga dit soort gesprekken weergeeft. Als lezer weet je soms niet wat
nu de werkelijke uitkomst van een gesprek, van een onderhandeling is. Later in
het verhaal kan het leiden tot een diverse uitkomsten. De misverstanden en
dubbele agenda’s zijn soms wat moeilijk te volgen, maar dit houdt ook de
spanning in het boek.
Een
hoofdlijn van het verhaal is de volwassenwording van Thomas, als zanger en als
minnaar. “Verliefd zijn is lijden.” Zijn halfbroer schreef dat de vrouw de
incarnatie van de duivel is. Maar Thomas twijfelt. Hij krijgt aanbiedingen
genoeg om zijn maagdelijkheid te verliezen. En hij is op zoek naar het verschil
tussen vriendschap en minne. Dan treft hij de vrouw van zijn dromen, zijn domna.
Uiteraard bezingt hij haar, maar zonder
haar naam te noemen, want zij behoort al tot een ander.
De
verwikkelingen die volgen doe ik niet geheel uit de doeken om geen spoilers weg te
geven. In ieder geval ziet Eleonora zich gedwongen Thomas te verbannen wegens
majesteitsschennis. Maar godverloochening kon hem niet aangerekend worden. Wie
had hem aangegeven? De koetsier! Maar deze simpele ziel had niet zelfstandig
gehandeld.
Thomas
ondervindt wat hij bezingt. “Liefde is groter dan je denkt.” Leuk is dat in het
boek de liederen van Thomas en andere troubadours zijn opgenomen. In bedekte termen
wordt daar datgene in verwoord wat niet gezegd mag worden. Een terugkerend
refrein is: “Man of vrouw maakt toch niet uit? Zij houden van hetzelfde fruit.”
Thomas en
Eleonora voelen dezelfde tweespalt tussen kunst en wereld, of tussen de liefde
van het hoofd en de liefde van het lichaam. Eleonora benijdt de troubadour.
“Hij is vrij in het rijk van de muze, ik zit gevangen in het rijk van de
noodzaak.” Zij voelt zich als een vlieg in een web.
Ditzelfde
web houdt Thomas in zijn greep. Kan hij ooit vrijelijk de liefde bedrijven? Om
zijn verbanning teniet te doen wordt er een liefdesgericht gehouden. Thomas is
inmiddels meester en staat iets zekerder in het leven. Bij dit gericht komen
vele mensen opdagen die iets in het leven van Thomas hebben betekend.
De zaak van
Thomas staat niet alleen, anderen vertellen openhartig over hun liefdes. Het verhaal
krijgt hier iets theatraals. Bekentenissen en sterfgevallen gaan vooraf aan de
grote finale: een dronkenmansorgie waarbij Thomas zijn minne mag bezwangeren,
onder het toeziend oog van twee mannen die zich niet beperken tot kijken
alleen. Het slotwoord is aan de dood en de hoop. “Alle leven ijlt naar het
graf.” Maar er is een kans dat Thomas zich verenigt met zijn grote liefde.
Pim
Wiersinga heeft met ‘Eleonora en de liefde’ een grootse roman geschreven. Ik
besluit met een citaat uit zijn dankwoord. “Lezers! Vergeet de middeleeuwen met
al die zangers en hertoginnen, ketters en kastelen – en schrijnend onrecht.
Liever wakker ik jullie nostalgie naar het onmogelijke aan.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten