Nico
Keuning is de biograaf van Bob den Uyl. Hij schreef regelmatig voor het sinds
2015 helaas niet meer verschenen Bobschrift. Deze uitgave uit 2012 bevat drie
verhalen waarin hij verslag doet van zijn reizen naar Duitsland in de
voetsporen van Bob den Uyl. Het titelverhaal verscheen eerder in een Bobschrift.
Nico
Keuning reist naar Nürnberg. In een krantenarchief vindt hij met enige hulp een
snippertje bewijs dat Bob den Uyl hier inderdaad heeft deelgenomen aan een
Wochenseminar op 5 en 6 mei 1984. “Er moet meer zijn”. Maar er is niet meer.
In
Wiesensteig gaat de Keuning verder met zijn Bob den Uyl-Forschung. In 1936
logeerde Bob den Uyl hier enige weken bij zijn grootvader. Het was het
geboortedorp van zijn moeder. In 1982 bezocht hij het dorpje om herinneringen
terug te vinden, tevergeefs. De onderneming van Keuning lijkt nog kanslozer. Hij
vindt echter een nicht van Bob den Uyl. Het demente oudje kan zich niets meer herinneren.
Maar
deze reis gehoorzaamt aan de eerste wet van Bob den Uyl - je vindt niet wat je
zoekt, maar alleen dat wat je niet zoekt - wanneer de stadschroniqueur zich
aandient. “We willen verhalen horen over de moeder van Bob den Uyl, maar zitten
te luisteren naar het oorlogsverleden van een man die pas sinds 1950 in
Wiesensteig woont.”
Het eerder
verschenen titelverhaal vormt het hoogtepunt in dit fraaie uitgegeven boekje. In
een restaurant in München vindt Keuning de Hitlertafel terug. Het is de
achtpersoonstafel waaraan de Führer regelmatig aanzat. Het personeel vertelde
Bob den Uyl dat de tafel is doorgezaagd, wat beter was voor de klandizie. Keuning
doorziet later dat dit verhaal grotendeels aan de fantasie van zijn idool is
ontsproten. Een mooi verhaal.
2 opmerkingen:
wat dat niet de eerste wet van den uyl?
Je hebt helemaal gelijk. Bedankt! Ik pas het aan.
Een reactie posten