vrijdag 27 mei 2022

Rob van Essen – Miniapolis



Ik ben een liefhebber van het werk van Rob van Essen. Toch heb ik slechts een paar boeken van hem gelezen. De roman Miniapolis zag ik vorig jaar wel voorbijkomen maar nu pas las ik hem omdat iemand met verstand van zaken het boek de lucht in prees. Deze kenner had gelijk.

Er komen maar een paar personages voor in Miniapolis en de omstandigheden zijn snel verteld. Wildervanck is chef op een gemeentelijk bijkantoor. Het is onduidelijk wat hij doet. Het kantoor is onlangs verhuisd naar een ruimte onder zijn huis. Om toch het gevoel te hebben naar zijn werk te gaan, fietst hij iedere ochtend een stukje voordat hij gaat werken. Deze tochtjes worden steeds langer en hij verschijnt daardoor steeds later op zijn werk. Het is een klein kantoor, maar er is net een nieuwe kracht aangenomen, Scherpenzeel. De man leefde van een erfenis en ging kleiner wonen om met zijn geld uit te komen. Toch was dit niet genoeg. Hij moest gaan werken en kwam op het bijkantoor terecht. Beide mannen zijn vrij eenzaam. 

 

Een tweede verhaallijn is die van Jonathan. Deze jongeman komt op het bijkantoor omdat zijn geld op is. Hij heeft een dossier vol mislukkingen. Wildervanck geeft hem wat geld uit eigen zak. Scherpenzeel schrikt als hij Jonathan op kantoor tegen het lijf loopt. Een dag eerder zag hij hem aan een brug hangen en hij was ervan overtuigd dat de jongen in het water was gevallen. Jonathan heeft net zijn moeder gezien, waarvan hij dacht dat zij dood was. Hij is in de war, gaat naar haar op zoek en vindt haar tussen andere zwervers op straat.

 

Beide koppels gaan op een gegeven moment op stap. Scherpenzeel krijgt op een bijzondere manier aanwijzingen die hij opvolgt en heeft licht paranoïde gedachten. Hij denkt dat zijn collega iets voor hem achterhoudt en er een spelletje met hem wordt gespeeld. Hij besluit hem te achtervolgen op zijn fietstochten. Jonathan gaat met zijn moeder op stap. Zij vertelt hem over een groot huis waar hij geboren is. Jonathan wil het huis vinden. Als lezer vermoed je dan al dat beide tochten ergens zullen samenkomen.

 

Hoe ik hierboven het begin van de roman geschetst heb, daarmee doe ik het boek tekort. Het is maar een deel van wat Van Essen doet met zijn karakters. Ten eerste vertelt hij het verhaal vanuit drie perspectieven, de drie mannen. Hij springt van het ene hoofd in het andere en doet dit heel vloeiend. De ene persoon bouwt een gedachte op of beschrijft een omgeving en voordat je het beseft heeft de ander het vervolg opgepikt. Vooral Wildervanck en Scherpenzeel vormen meer en meer een symbiose. Deze manier van vertellen lijkt ingewikkeld maar Van Essen slaagt er goed in dit overtuigend te doen. 

 

Een tweede belangrijk element zijn de rare gebeurtenissen en vreemde wendingen in het verhaal. Jonathan twijfelt of de vrouw die hij ziet en die hij herkent als zijn moeder wel leeft. Is zij geen levende dode? Scherpenzeel krijgt boodschappen door die hij uitvoert en die precies lijken te kloppen met de werkelijkheid. Toch twijfelt hij aan dingen. Hij denkt dat Jonathan verdronken is. Wanneer hij hem ziet bedenkt hij dat hij een geest moet zijn en probeert met zijn hand door de jongen heen te slaan, tevergeefs. Dit zijn nog dingen die je kunt toeschrijven aan waandenkbeelden van de karakters, maar de auteur beschrijft voorvallen die echt niet mogelijk lijken te zijn en speelt voortdurend met feit en fantasie.

 

Met deze manier van vertellen weet Van Essen een speciale sfeer op te roepen die ik eerder las in ander werk van hem. Ik zal proberen deze te omschrijven. Zaken die voorvallen en die eigenlijk niet kunnen roepen ook bij de personages vragen op. Zij zien het als een raadsel dat misschien opgelost zou moeten worden, maar zetten niet direct logische stappen om het echt te doorgronden. Als lezer wil je ook weten hoe het nu precies zit, maar de schrijver laat ons in onzekerheid. De sfeer die ontstaat is raadselachtig. Onverwachte wendingen in het verhaal versterken dit. Mooi is dat Van Essen er ook niet op uit is om het te laten kloppen. Er blijft altijd iets wringen waardoor de raadsels blijven. Met name Scherpenzeel zoekt ook naar steun en naar regels die hij zou moeten volgen. Dit deed mij denken aan een citaat uit een ander boek van Rob van Essen: “zodra ik genoeg spelregels kende om mee te kunnen spelen was ik tevreden.” Scherpenzeel zoekt ook naar houvast, naar regels hoe hij met Wildervanck moet omgaan. Hij vraagt zich af wat het plan is. Meer algemeen, zoekt hij naar manieren hoe hij met andere mensen moet omgaan. Hij is net als de andere personages in het boek een eenling die zich op een of andere manier staande probeert te houden door regels te ontdekken en al dan niet te volgen.

 

Los van deze duiding van de sfeer en de zoektocht die de vier ondernemen staat het boek ook vol grappige gebeurtenissen. Het verhaal is zeker niet zwaar, maar altijd broeit er iets. Het heeft elementen van een detective, van een spookverhaal en van een reisverhaal, maar het is net zo goed een zoektocht naar liefde. De veelzijdigheid, de vreemdheid en de vloeiende manier van vertellen uit meerdere hoofden maakt Miniapolis een zeer geslaagde roman. Mijn stellige voornemen is om meer van Rob van Essen te gaan lezen.

Geen opmerkingen: