zondag 13 juni 2021

Nana Ekvtimisjvili – Het perenveld


 

Nana Ekvtimisjvili is een filmmaker uit Georgië. Het perenveld is haar eerste roman. Het boek is al in diverse talen is vertaald. Deze Nederlandse uitgave is een vertaling op basis van de door de auteur aangepaste Duitse editie. Bij de vertaling staat in de colofon van het boek vermeld: “Uitgeverij Prometheus en Mario Molegraaf”. Wie er anoniem achter de uitgeverij schuilgaat is een raadsel. Of is dit een normale manier om aan te geven dat de rechten van de vertaling bij de uitgeverij liggen? Ik weet het niet. Het is ook niet zo interessant. Belangrijker is dat het een prachtige roman is die speelt in het postcommunistisch Georgië aan het eind van de vorige eeuw. De locatie is een vervallen kindertehuis, dat door zowel buitenstaanders als de bewoners zelf de debielenschool wordt genoemd. 

 

Vanaf de eerste pagina zat ik meteen in het verhaal en in de sfeer die door de schrijver wordt opgeroepen. “In een buitenwijk van Tbilisi, daar waar de straten geen namen hebben maar de buurt in blokken en nummers is onderverdeeld, stuit je op één die toch een naam heeft: de Kertsjstraat.” Zij beschrijft vervolgens de troosteloze gebouwen in deze betonbouwwoestenij en verbaast zich over de naamgeving van de straat: “Kertsj – de stad op het Oekraïense schiereiland de Krim, die er beroemd om is dat daar op een mooie oktoberdag in het jaar 1942, toen een bries de nog zomerwarme zee liet rimpelen, de nationaalsocialisten 160.000 mensen gijzelden en ombrachten.” Aansluitend keert zij terug naar de Kertsjstraat om te melden dat je hier anders dan in de plaats Kertsj geen helden hebt. Na zo’n begin weet ik een boek in handen hebben dat tot de laatste pagina mijn volle aandacht zal hebben.

 

Hoofdpersoon is de achttienjarige Lela. Zij zou uit het weeshuis weg mogen, maar heeft geen plek om heen te gaan. Werk vinden is een illusie. “Wat kan ze eigenlijk, wie zou haar aannemen? De normalen vinden niet eens werk, wat voor hoop mag dan een oud-leerlinge van het internaat koesteren?” In het verleden is het enkele helden gelukt is buiten het tehuis een bestaan op te bouwen, maar de meesten gaan bedelen in het stadscentrum of verdwijnen gewoon.

 

Het huis maakt een afgetakeld indruk. Het dak lekt en op de bovenste verdieping regent het gewoon naar binnen. De kinderen speelden er graag, maar sinds het balkon op deze verdieping zomaar naar beneden kwam, mogen ze er niet meer komen. Het terrein rond het tehuis is vrij groot. Een deel is onbegaanbaar. Het perenveld staat altijd onder water. Waar dit vandaan komt weet niemand, misschien een lekke leiding of grondwater dat zomaar opborrelt. De peren zijn zuur en oneetbaar, anders zouden ze voor de kinderen een mooie aanvulling zijn op hun karige maaltijden. Lela krijgt een baantje als bewaakster van het parkeerterrein en mag in het portiershutje gaan wonen. Zij ontfermt zich over een aantal kinderen. 

 

Sommige kinderen in het tehuis zijn heel jong, anderen al bijna volwassen. De zogenaamde gekken zijn niet minder of meer dan de gewone wezen. Sommigen hebben nog wel een moeder of ander familielid. Soms komt er iemand langs. De moeder van Irakli beweert over de telefoon op bezoek te komen, maar toont weinig belangstelling voor haar zoon en komt nooit opdagen. Lela zegt dat hij niet te veel hoop moet hebben. De kinderen, jong en oud, hebben tamelijk ongezonde gewoonten, zoals roken, vloeken en vechten. 

 

Ekvtimisjvili heeft een krachtige onderkoelde stijl. Zij beschrijft de omgeving van het huis en de handelingen en gedachten van Lela soms heel precies, stap voor stap, maar maakt dan ook opeens sprongen in de tijd. Over soms schokkende gebeurtenissen schrijft zij weinig emotioneel. Zij registreert. Zo vertelt zij haast terloops dat een nieuw meisje van haar jurkje wordt beroofd en in het perenveld wordt verkracht door een groep tieners. Zij noteert het alsof het een inwijdingsritueel is. Lela wenst de geschiedenisleraar dood, begrijpelijk wanneer je leest wat hij vroeger met haar heeft gedaan. Regelmatig droomt ook zij van het perenveld. Merkwaardige dromen, vol verborgen betekenissen.

 

De geschiedenis van Irakli wordt halverwege het boek de belangrijkste verhaallijn. Een Amerikaans echtpaar wil de jongen adopteren en meenemen naar Amerika. Hij zou daarmee de grootste held van het tehuis worden. Lela bereidt hem erop voor, maar de jongen is bijzonder angstig. De roman draait om de mogelijkheid te ontkomen aan je noodlot. Voor deze kinderen is er eigenlijk geen toekomst. Het idee dat iemand je zou willen adopteren is bijna ondenkbaar. Het Amerikaanse echtpaar komt in het tehuis. Het is voor iedereen, leraren en kinderen, “een onweerlegbaar bewijs dat Amerika inderdaad bestaat en er afgezien van Georgië, Tbilisi  en de Kertsjstraat nog een andere wereld bestaat.”

 

Het perenveld is met net iets meer dan tweehonderd pagina’s een complete roman waar alles in zit: drama, inzicht in een wereld die je niet kent, liefde, wraak, rauwheid en humor. Er zitten mooie, soms absurde zijpaden en bijfiguren in, zoals de politieagent in burger die op een bruiloft op tafel springt en in de lucht schiet; of de jongen die in psychotische toestand zijn ouders met een bijl te lijf gaat. Hij heeft medicijnen nodig maar die zijn er niet. Niet veel later loopt hij weer rond. ‘Het had verkeerd kunnen aflopen’, zegt iemand. “Hij heeft eieren in de zakken van zijn jasje gestopt en is daarmee gaan rondlopen. Toen ging het weer beter met hem.”

Geen opmerkingen: