zaterdag 30 maart 2019

Christine Otten – Om adem te kunnen halen

Christine Otten debuteerde in 1995 met de roman ‘Blauw metaal’. Zij kreeg na 2004 vooral bekendheid door haar boek ‘De laatste dichters’. Het verhaal in dit boek speelt in New York rond een bekende groep zwarte dichters, The Last Poets. Het boek is kenmerkend voor Ottens werk: gebaseerd op werkelijke personen en spelend in een milieu dat ver af staat van het hare. 


Op haar website omschrijft zij dit als volgt. “Ik schrijf omdat ik niet opgesloten wil zijn in mijn eigen wereld, mijn eigen leven, mijn eigen lichaam. Door romans te schrijven kan ik iemand anders zijn, een man, of zwart, oud, of weer kind, een moslim, een crimineel, een muzikant, een psychiater. Ik schrijf omdat ik me wil verbinden met andere mensen.”

‘Om adem te kunnen halen’ is een ander boek. Het draait vooral om haar vader die in een inrichting woont. Het verhaal brengt haar terug naar haar leven in Deventer. Het boek is mooi en vernuftig opgebouwd. Zij beschrijft het dagelijkse leven van haar tachtigjarige vader, een intelligente man, nog steeds leergierig. Langzaam begrijp je dat hij niet zomaar in een ouderenvoorziening zit, maar dat hij al lange tijd niet in staat is zelfstandig te wonen. Hij hecht aan regelmaat en gaat graag zijn eigen gang. Een nieuwe hulp die hem vertelt dat hij uit bed moet komen om samen koffie te drinken, haalt hem uit zijn ritme. Het denkbeeld dat hij ooit misschien zal moeten verhuizen maakt hem angstig.

Deze scenes wisselt Otten af met verhalen uit haar jeugd en met de hernieuwde omgang met haar vader. Zij heeft hem jaren niet bezocht. Nu hij bijna tachtig is besluit zij naar hem toe te gaan, samen met Bep, de broer van haar vader. Zij wil weten hoe het er vroeger thuis aan toe ging tussen de broers, hoe zijn huwelijk was met haar moeder en hoe haar vader geworden is wat hij is. Met name de broers beschrijft zij goed. Haar vader was de intellectueel. Hij werd vrijgesteld van werk en mocht doorleren, terwijl Bep in de fabriek werkte. Bep koesterde geen wrok. Hij heeft zijn broer altijd bijgestaan en geholpen: na zijn scheiding en toen hij zich opsloot in zijn huis en vervuilde. En hij heeft gezorgd voor zijn huidige woonplek.

In de loop van het boek zie je dat Otten steeds meer journalist wordt. Zij probeert alles uit haar moeder te krijgen over vroeger. Zij graaft dieper in familiegeschiedenissen en interviewt buren en vrienden van haar ouders. Zij houdt ook zichzelf een spiegel voor. Het ging een tijdje niet goed met haar. Zij ging in therapie en was bang haar vader achterna te gaan. Zij probeert haar leven te begrijpen. ”Wanneer ben je een goed mens? Hoe diep ik ook nadacht en alles op een rijtje probeerde te zetten, mijn leven vanaf de middelbare school, de vlucht uit Deventer tot aan de zenuwinstorting op de redactie van Vrij Nederland, het lukte me niet een antwoord te vinden op die vraag.” 

Naast al deze verhaallijnen vertelt zij ook over haar werk als journalist in de Verenigde Staten. Zij komt in New Orléans waar zij in een zwarte woonwijk logeert bij Mama M. Later doet zij verslag van haar ontmoetingen met Umar, een zwarte dichter. Samen trokken zij kort na 9-11 door Amerika. Zij vraagt zich in het boek meermaals af waarom zij zich tot deze mensen aangetrokken voelt. Gezien de rest van het verhaal, waarin zij beschrijft hoe ouderlijke liefde vaak ontbrak is het simpel te duiden als haar zoektocht naar een moeder- of vaderfiguur. Zelf vind ik dat niet zo interessant. Het zijn meer de totaal verschillende werelden die haar zo aantrekken. Dit beschrijft Christine Otten heel navoelbaar. ‘Om adem te kunnen halen’ is een goed geschreven en boeiend boek. Persoonlijke gebeurtenissen, herinneringen en familieverhalen wisselen elkaar soms snel af, maar vormen toch een eenheid. Het maakt mij erg nieuwsgierig naar Ottens andere boeken.

Geen opmerkingen: