Elke maand
wordt er wel een meesterwerk herontdekt. Uitgeverij Cossee maakte in 2014 de vergeten
roman ‘Een dwaze maagd’ van Ida Simons tot een bestseller. Twee jaar ervoor
gaven zij Mendelssohn op het dak uit, een Tsjechische roman uit 1960. Het
boek verscheen na de dood van de schrijver.
Jiří Weil
werd geboren in 1900 in een dorpje buiten Praag. Hij kwam uit een
joods-orthodox gezin, studeerde in Praag en werd later journalist. Hij had
grote belangstelling voor Rusland en de Russische literatuur en was aanhanger
van de Sovjet-Unie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij voor het joods
museum in Praag. Hij ontkwam aan deportatie naar Terezín. Hij deed alsof hij zelfmoord
pleegde door in de Moldau te springen. Weil dook onder en overleefde de
Nazi-bezetting. Hij werkte daarna weer in het joods museum en ook in zijn
boeken komen veel joodse thema’s voor. Ondanks zijn communistische sympathieën
werden zijn romans na de oorlog, in een door de Sovjets geleide staat, niet
altijd gewaardeerd. Weil stierf in 1959.
Mendelssohn
op het dak speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Heydrich is in Praag
gestationeerd om orde op zaken te brengen, met name om de deporaties te
stroomlijnen. Het verhaal begint met een absurde situatie. Heydrich ziet na een
avondje opera op het dak van het concertgebouw het beeld van Mendelssohn staan.
Hij ontsteekt in woede en eist dat het beeld van de joodse componist zo snel
mogelijk wordt verwijderd.
Vervolgens
gaat deze opdracht langs diverse instanties. Wanneer twee werkmannen op het dak
staan en Schlesinger het bevel wil geven het beeld te verwijderen doet zich een
probleem voor. Hoe ziet Mendelssohn eruit? Na het meten van de neuzen denkt de
SS-officier het juiste beeld gevonden te hebben. Het blijkt echter het beeld
van Richard Wagner. Wat volgt is een tocht langs instanties om iemand te vinden
die Mendelssohn kan identificeren.
Het boek
heeft hier nog een lichte toon. Door dit verhaal heen weeft Weil een aantal
andere verhalen. Rudolf Vorlitzer was arts, maar ligt nu zelf in het
ziekenhuis. Hij is bijna geheel versteend. De enige reden waarom hij nog leeft
is dat hij een mooi studieobject is. Hij weet dat hij het niet lang zal maken,
maar heeft nog de hoop rustig te kunnen sterven. Zijn vriend Jan draagt zorgt voor zijn twee nichtjes. Zij zitten vooralsnog veilig ondergedoken. Een ander
personage is dr. Rabinovič, die in het joods museum in beslag genomen joodse
voorwerpen registreert.
Interessant
is dat Weil de lezer in eerste instantie in spanning houdt over het lot van
alle personages in het boek. Soms verwacht je dat iemand onmiddellijk wordt
doodgeschoten of gedeporteerd, maar dan volgt slechts een woede-uitbarsting.
Een andere keer is het plotseling gedaan met iemand. De willekeur is
verrassend.
De personages
zelf beseffen vaak ook niet wat er met hen gebeurt. Zij denken de dans te
ontspringen. Hun werk voor het museum is toch belangrijk? En zelfs met elkaar
samengepakt in een treinwagon hebben zij nog steeds de hoop dat er zo een auto
komt voorrijden. Er zal iemand uitspringen, hen bevrijden en zeggen dat er een
misverstand in het spel was.
Een groep
mensen uit het getto wordt opgehangen. De nazi’s geven de blokoudste de
opdracht de beulen te zoeken. Uiteindelijk valt de keuze op een aantal slagers.
De commandant wordt uitgescholden als hij de boodschap komt brengen, maar zegt:
“Als jullie het niet doen, zal de hele Ouderenraad gefusilleerd worden en ik
ook.” Zij honen hem, maar hij geeft aan dat zij dan ook gefusilleerd worden.
”Hoezo wij? Wij hebben er niks mee te maken.” Waarop de commandant kalm zegt:
“Ik zal jullie aangeven.”
Eerst
verwacht je dat de verschillende verhalen in elkaar zullen grijpen, maar Weil
pakt het subtieler aan. Tussen een paar verhaallijnen zit een sterk verband,
tussen andere zit nauwelijks verband. Bij elkaar schetst hij een totaalbeeld van
Praag tijdens de Nazi-bezetting. Het beeld van Mendelssohn keert verderop in
het boek niet terug, tenminste niet in letterlijke zin. Er zit geen ontknoping
of bevrijding in het verhaal. Zelfs personages waarvan je dacht dat ze het
zouden redden vanwege hun totale onschuld, komen slecht aan hun einde. Mendelssohn
op het dak is geen leuk boek, wel een goed boek.
Deze
klassieker is vertaald door Kees Mercks, die ook een verhelderend nawoord heeft
toegevoegd. Er is de afgelopen jaren meer van
Jiří Weil vertaald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten