Dit blijft
tussen ons uit 2013 is de tweede roman van de Rotterdamse schrijfster Daphne
Huisden. Haar debuut ‘Alles is altijd fictie’ werd alom geprezen. Deze tweede
roman vind ik jammer genoeg wat tegenvallen. De opzet
van Dit blijft tussen ons is sterk. Het hele verhaal speelt zich af in één
buurtje waar de bewoners rond een plein elkaar nauwlettend in de gaten houden.
Huisden heeft voorin een plattegrond van het plein opgenomen, waar aangegeven
staat waar iedereen woont.
Er is een
kapper met een vreemd zoontje, er wonen – los van elkaar – twee ruziënde broers,
waarvan de jongste een crimineel is. En er woont een schrijver in een rolstoel.
Hij probeert krampachtig een verhaal te vinden voor zijn roman. Dit zijn nog
maar een paar personages. Daar zit meteen de zwakte van het boek. Er zijn
zestien personages, verdeeld over tien huizen. En er is een buurtkroeg waar
bewoners samenkomen.
Elk
personage heeft een verhaal, vaak een boeiend verhaal, maar omdat al deze
verhalen aan bod komen, raak je de focus wat kwijt. De verhalen wisselen elkaar
af en lopen door elkaar heen. Halverwege vond ik het jammer dat niet een paar
verhalen verder uitgediept werden, waarmee een verschil zou worden gemaakt
tussen hoofdpersonen en bijfiguren.
Maar terug
naar de inhoud. Mooi zijn de vele dialogen. Bewoners onderscheiden zich van
elkaar door hun manier van praten. De gesprekken zijn vaak snel en echt. Er
wordt heel wat gekankerd en bij elkaar naar binnen gekeken. Wat opvalt is het
grote aantal mensen met een redelijk ernstige afwijking.
Emiel was
architect, maar zit nu opgesloten in zijn eigen gektes, zoals de voor zijn
vrouw onbegrijpelijke onderwaterwaan, aangewakkerd door de fontein op het
pleintje. “Misschien zat zij er helemaal naast, maar de wetenschap dat er nog
een plek bestond waar Emiel zich beschut voelde tegen al zijn angsten, gaf haar
zoveel troost dat ze zich uit liefde medeplichtig maakte aan zijn
onderwaterwaan.” Emiel vult zijn dagen met uit het raam kijken en met pen,
papier en stopwatch registreren wat er precies gebeurt.
Simon doet
iets vergelijkbaars, maar is meer paranoïde. Hij speurt het pleintje af en
maakt foto’s om bewijsmateriaal vast te leggen. Hij belt ’s nachts naar de
radio om uit zijn manuscript voor te lezen waarin hij het systeem blootlegt.
Oscar, het
zoontje van de kapper heeft een autistische tik. Buiten de mensen in de buurt heeft
hij geen vrienden. Oscar telt de uren van het weekend af en doet een
wedstrijdje met zichzelf hoe lang hij wakker kan blijven. Binnenkort is Oscar
jarig. Het is traditie op het pleintje om op die dag meteen alle verjaardagen te
vieren. Men trekt lootjes en koopt cadeautjes voor elkaar. Het boek werkt toe
naar de climax op die dag. Oscar is misschien wat vreemd, maar hij ziet veel.
Alleen weet hij niet wat hij met de informatie moet doen. “Soms was het
misschien beter om niet over alles na te denken, om niet alles te weten. Niet als je er toch niks aan kon doen, en alleen maar kon wachten, omdat je nergens
heen kon.”
Elkaar observeren
is een rode draad in Dit blijft tussen ons. Gizmo kijkt in het cafeetje naar
kapper Walt, die zit te schaken. Hij ziet wat anderen niet zien en denkt: “De
mensen keken wel, maar zagen niets, daarvoor hadden ze het te druk met
zichzelf.” Dit is de paradox in het hele boek. Het nauwlettend in de gaten
houden van elkaar leidt niet tot beter begrip. Hier is de roman zeker geslaagd.
Je voelt dat er op den duur iets mis moet gaan tussen al deze vreemde personen.
In de latere hoofdstukken werkt Huisden naar een finale toe. Een van de twee
broers is na een incident opgepakt door de politie. Wie heeft hem verraden?
Deze vraag drukt op de bewoners. Hun ogenschijnlijke gehechtheid laat los. Er
is geen saamhorigheid meer. Het uitwisselen van cadeautje had een bijzondere
gebeurtenis moeten worden, maar het feest slaat dood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten