Het aardige
van de campagne Nederland Leest is dat het cadeau voor bibliotheekleden er is
in twaalf edities. De keuze van A.L. Snijders volgt in elke editie op een aantal ‘provinciale’ verhalen. De
Zuid-Hollandse keuze vond ik niet erg origineel, de Noord-Hollandse daarentegen
is erg goed.
De acht
verhalen zijn deels geselecteerd door Leo Willemse van de OBA. Amsterdam komt
er veelvuldig in voor: Martin Bril, Carmiggelt en Kees Fens schrijven
respectievelijk over kraken, over een gesprek in de Amsterdamse tram en over de
mooiste plek in Amsterdam, hoek Prinsengracht – Reestraat.
Guus Luijters
schrijft ook over Amsterdam. Net als Fens roemt hij de vrijheid. Zijn verhaal
gaat terug naar de zomer van 68. “Iedereen
was jong en mooi, seks was uitgegroeid tot een volksfeest dat uitbundig
werd gevierd en werken kon altijd nog, voorlopig ging het erom de terrassen vol
te houden en als ik zo om me heen keek, lukte dat aardig.”
Een ander
mooi verhaal is van Sal Santen: ‘Verkenning’ uit ‘Jullie is Jodenvolk’. Hij
beschrijft de verhuizing van een jong gezin – zelf is hij nog een kind – naar
de nieuwbouwwijk Tuindorp Oostzaan. Het nieuwe huis is een feest, de
buurkinderen zijn aardig. Zij spelen met elkaar op straat. Dan is er de ruzie.
Hij wordt opzij geduwd. “Hee, Smousie, wat doe je hier eigenlijk?” Het kind
begrijpt het niet. Langzaam beseft hij dat hij anders is dan de andere
kinderen.
Een
ontdekking was de voor mij onbekende San Bos. De titel van het verhaal
‘Snackcorner Mus’ is al goed. Zij beschrijft een scene vol spanning met een
dikke vrouw achter de toonbank van een friettent. Erik, de man in de rolstoel
is een vaste klant.
Op een dag
komen er werklui binnen. De baas heeft een enorme buik, hij bestelt een
gehaktbal en mishandelt zijn hond. Erik neemt het tegen hem op: hij bestelt
twee ballen: één voor hemzelf en één voor de hond. De dikke werkman slaat
terug, bestelt hetzelfde en voert de hond met de tweede bal. Zo wordt er tegen
elkaar opgeboden totdat de hond een plakkaat zo groot als een koeienvlaai
neerlegt. De Baas moet lachen en gaat weg, “We bleven achter, samen met de
hond. Erik en ik.”
Deze mooie Noord-Hollandse editie is dus alleen verkrijgbaar in Noord-Holland, mits u bibliotheeklid bent. Of het bibliotheekpersoneel moet zo aardig zijn u een exemplaar te geven. Ik ben benieuwd hoeveel mensen het hele land afreizen om alle twaalf edities te verzamelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten