Koos van
Zomeren heeft een enorm oeuvre. Hij debuteerde in 1965 als dichter en schreef
daarna een aantal romans. Begin jaren zeventig werkte hij voor het Vrije Volk en was hij
actief binnen de extreem-linkse politieke beweging. Eind jaren zeventig publiceerde hij
een aantal thrillers en was hij verslaggever bij minder linkse media.
Zijn klacht
over gebrek aan belangstelling gaat meer over publiceren dan over schrijven.
Het schrijfproces zelf vindt hij aangenaam. “Schrijven is een veel intensere
manier van denken dan lezen. En wat je verliest aan tempo, dat win je
uiteindelijk aan voldoening.” Alles is
begonnen is een merkwaardig boek. Naast herinneringen en mijmeringen staan er
gedichten in en vertelt Van Zomeren uitgebreid over zijn belangstelling voor
orchideeën.
Vlak onder
het raam van zijn huis in Arnhem groeit een mannetjesorchis, een
orchideeënsoort die in Nederland alleen in Limburg voorkomt. Hij peinst hoe de
plant hier is terechtgekomen. Zijn de zaden meegenomen van een wandelvakantie
in Zwitserland, aan kleding of schoenen blijven plakken? Van Zomeren houdt jaar
in jaar uit bij hoeveel bloemen er opkomen. Hij noteert de hoogte van de
stelen en schakelt deskundigen in om het wonder te duiden. Een door de VVE
goedgekeurd hekje moet de bijzondere planten, waar hij vol liefde over
schrijft, beschermen.
Van Zomeren
heeft niets met Internet en gebruikt geen email. In plaats daarvan schrijft hij
brieven, maar deze worden vaak niet beantwoord. Hij heeft geen tijd voor
allerlei flauwekul. “Dat hele internet, er gaat een tegennatuurlijke suggestie
van uit.” Hij lijkt
een beetje een ouwe zeur, maar dat valt mee. Hij schrijft er vrolijk over. Van
Zomeren houdt niet van diepzinnigheden, daar word je zelden wijzer van. “Van
mij mogen eenvoudige dingen eenvoudig blijven.”
Een van
zijn bezigheden is wandelen in de natuur. Hij raadt het iedereen aan. Maar daar
schuilt een gevaar is: “als iedereen gaat wandelen, gaat de volgende oorlog
over de verdeling van routes.” Naar
natuurfilms kijkt hij zelden. Het hele verhaal over zwakke of domme gnoes die
uit te weg worden geruimd door leeuwen klopt niet. De slachtpartij wordt
uitvoerig in beeld gebracht. “Zou die arme gnoe niet gewoon pech hebben gehad?”
Het laatste
hoofdstuk is een wat langer verhaal over de zoektocht naar een overleden
jeugdvriendin van zijn vader. Zijn broer, al dan niet gefingeerd, speelt erin
een hoofdrol. Koos van Zomeren beschrijft prachtig de ontroering die het
dichterbij brengen van het verleden teweeg brengt bij zijn broer en vader.
Koos van
Zomeren is in dit afwisselende boek nostalgischer dan ooit. De liefhebbers van
zijn werk moeten het lezen. Het staat vol mooie omschrijvingen: het leven is “de
tijd die je krijgt om, wanneer in basale behoefte is voorzien, ideeën op te
doen en ze te onderzoeken op hun houdbaarheid.”
Tot slot
een titelloos gedicht van de schrijver:
en dan is
er geen troost
omdat geen
mens het ziet
behalve ik
maar ik
begrijp het niet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten