Elias woont in een keurige buurt. Zijn moeder is een wat flets persoon die weinig kwaads in de zin heeft en zich probeert staande te houden in een gezin waar de vader allesbepalend is. Haar man draait Bach en andere geniale muziek die hij graag aan anderen opdringt. Hij maakt zich over veel druk, zoals over de werknemers van de sociale werkplaats die iedere dag langs hun huis komen en over zijn Saab die voor de deur staat en beschadigd zou kunnen worden door de passerende werknemers: mongolen, zoals zij in die tijd werden genoemd. Mopperen, schelden, sjekkies roken en anderen de les lezen, de vader van Elias is gewoon een klootzak. Vanaf het moment dat het broertje van Elias wordt geboren en duidelijk wordt dat hij verstandelijk beperkt is, komt het niet meer goed met de vader en met het gezin.