zondag 31 maart 2024

Marijke Schermer – In het oog


 

Marijke Schermer laat in haar boeken altijd heel sterk ongemakkelijke situaties tussen mensen ontstaan. Communiceren gaat hen moeilijk af en niemand is ooit echt helemaal eerlijk. In die zin kun je haar personages realistisch noemen. In haar vierde roman In het oog vertelt zij het verhaal volledig vanuit de microbiologe Nicola. 

 

Eerder schreef Schermer vanuit één perspectief, in haar tweede roman Noodweer zat je als lezer in het hoofd van de getraumatiseerde Emilia en begreep je steeds beter de worsteling die zij doormaakte met haar partner. In haar nieuwste roman voel je je een gevangenen in het hoofd van Nicola, maar echt helemaal begrijpen doe je haar toch niet. Zij raakt de greep op de werkelijkheid kwijt en als lezer weet je niet wat waar en onwaar is. Aan het begin van het verhaal gaat haar vriendin Bee bij haar weg. Nicola ziet dit in het geheel niet aankomen. Zij reageert nauwelijks op de smeekbeden van haar ex-geliefde om iets van haar gevoelens te laten zien. Liever volgt zij in haar hoofd haar eigen redeneringen. Bee zegt dat zij moeite heeft te houden van hoe zij is, niet wie zij is. Zij zegt geprobeerd te hebben dit te veranderen. Nicola begrijpt daar niets van. “Het leek mij heilloos als zij zou gaan proberen te houden van hoe ik was, waarom zou ze dat doen? Dergelijke moeite zou je toch alleen doen als je al hield van hoe ik was en dan was die moeite meteen ook niet nodig.”

 

Tegelijkertijd wordt een onderzoekproject op de universiteit waar zij werkt afgewezen. Zij denkt een doorbraak op het spoor te zijn en negeert feitelijk de afwijzing. In haar eigen lab werkt zij gewoon door en schroomt niet om alvast een voorschot te nemen op de gewenste eindresultaten van het onderzoek. Wat zij wil is onderzoek doen zonder subject te zijn: “Ik wilde kijken en niet bekeken worden, ik wilde kennen en misschien ook gekend zijn, maar dan zonder dat ik daarvoor door die rare hoepeltjes van ze moet springen: wat denk jij nu, wat wil je nou, wie ben jij echt? Ik wilde het nooit meer op die manier. Ik wilde mijn afhankelijkheid van financiers en liefdespartners voor eens en voor altijd de nek omdraaien.”

 

Dit kijken en niet bekeken worden krijgt invulling in haar liefdesleven wanneer zij een man ziet in een café en zij een obsessie voor hem ontwikkelt. Zij krijgt alles over hem te weten en het lukt haar zelfs zijn huis binnen te dringen. Op een gegeven moment vroeg ik mij wel af in hoeverre de gebeurtenissen echt plaatsvinden of zich in haar hoofd afspeelden. Voor het verhaal is dit niet eens zo belangrijk. De roman gaat ook over rollen en hoe mensen die invullen. Nicola weet in haar eentje uitstekend een dialoog met Bee te verwoorden, een echt gesprek is niet meer nodig. Zij beziet de wereld met de blik van een wetenschapper. Als haar nieuwe vriend een weekend weggaat met een andere geliefde, dan onderzoekt zij deze situatie en ziet zij haar concurrente als de controlegroep in een proefopstelling. De hoofdpersoon heeft moeite om haar rol in het echte leven goed te spelen. “Zo zelfverzekerd als ik in mijn werk was, zo’n vreselijke amateur was ik gebleven in al het andere. Ik had de hele tijd maar geprobeerd het spel te snappen, de liefde te begrijpen, mijn rol onder de knie te krijgen. Altijd ging dat een tijdje goed, al was het doodvermoeiend, en altijd eindigde het in een ontmaskering.”

 

Hoe vreemd het gedrag van Nicola soms is, ik kon een heel eind in haar gedachtestroom meegaan. Dat komt vooral door de uitstekende manier waarop Marijke Schermer dit verhaal vertelt. Haar stijl oogt nonchalant, maar zij formuleert juist heel precies. Daarom leest In het oog zo goed weg.

Geen opmerkingen: