Coetzee kan iets wat weinig schrijvers goed kunnen. Je begint te lezen en vanaf de eerste pagina’s ben je geboeid. Ik weet niet precies hoe dit komt. Het opmerkelijke is dat zijn romans niet beginnen met een spectaculaire gebeurtenis of uitgaan van een verrassend gegeven. Zijn taalgebruik is precies, zijn stijl wat sober en je wordt niet meteen verrast door geniaal geschreven zinnen. IJzeren tijd (Age of Iron, 1990, Nederlandse vertaling Peter Bergsma) begint met een beschrijving van een steegje naast het huis van diegene die aan het woord is, Elizabeth Curren, een oudere vrouw uit Kaapstad. Zij schrijft aan haar dochter, die in Amerika woont. De brief, de hele roman, is het relaas van de laatste maanden van haar leven. Zij heeft kanker en is ongeneeslijk ziek.