dinsdag 11 augustus 2020

J.M.A. Paroutaud – De ongewisse stad


La Ville incertaine schreef Paroutaud in 1944. Het boek werd in 1950 uitgebracht. De Nederlandse vertaling van Mirjam de Veth is van 2016. De prachtige uitgave is van Coppens & Frenks. Eigenlijk was de uitgeverij al opgedoekt, maar voor deze laatste uitgave werd de naam aangepast: uitgeverij De Laatste Snik. De Veth noemt in het boeiende nawoord De ongewisse stad een onterecht vergeten meesterwerk. Het is bovendien een uiterst bizar boek.

Je kunt De ongewisse stad lezen als een dystopie. De hoofdpersoon Ranède is op de vlucht en komt terecht in deze stad waar de wetgeving, de moraal en de gebruiken heel anders zijn dan hij gewend is. Bij aankomst gaat hij een café binnen. De vrolijke cafébaas ziet dat hij een vreemdeling is en maakt hem duidelijk dat hij ook is onderworpen aan Onze Wetten in Onze Stad. Hij noemt ze onderhoudend. Zij bieden aangename verrassingen.

 

Het punt is dat niemand weet welke wet wanneer van toepassing is. Iets kan verboden zijn zonder dat iemand het weet. Een dienstdoende ambtenaar, herkenbaar als man met een pet, ziet jou lopen over de markeringen op een stoep. Ooit is dat vastgelegd als verbod. Je kunt dus gearresteerd worden, of niet. De bewoners van de stad zijn in feite vogelvrij. ’s Morgens als je de deur uit gaat moet je goed opletten wat er die dag verboden is, bijvoorbeeld: mag je praten of moet je vandaag juist zwijgen? Je kunt wel denken om gewoon de deur niet uit te gaan, maar wie weet is het vandaag verboden om thuis te blijven.

 

Er worden ook vallen opgezet. De eerste vijftig mensen die een bioscoop uitkomen zijn bijvoorbeeld het haasje. De mannen met petten staan klaar om hen af te voeren. Of het betreden van een winkel is op een bepaalde dag voldoende om gearresteerd te worden. Toeval regeert. De andere kant is dat het op een dag toegestaan is om iemand te doden. Je weet het niet. Mensen leven bij de dag en de moraal is daarom vrij los. Ranède heeft niets, maar in korte tijd krijgt hij werk, waar hij de eerste dag een vrouw treft die hem mee naar huis neemt. Zowel zij als haar dochter delen het bed met hem. 

 

In de fabriek werkt Ranède aan de lopende band. Hij maakt gaten in stalen platen. Later hoort hij dat niets de fabriek uitgaat. De platen worden weer omgesmolten, terwijl hij dacht dat er wapens van gemaakt werden. Zijn vriendin antwoordt: “En als we wapens maakten, zouden die later toch ook vernietigd worden, of niet?” De Staat heeft aan alles gedacht. Het werk is zinloos, maar vrije bewoners moeten bezig gehouden worden. Zinvol werk, dat doen de gevangenen. Ranède legt zich er niet bij neer en probeert zich te verzetten tegen dit regime. 

 

De ongewisse stad is een korte roman, die tot het einde toe blijft boeien. Hij is absurd, maar in de beschrijving van de stad zit logica. Paroutaud voelde zich verwant aan het surrealisme. In het nawoord stelt De Veth terecht dat er wild op los fantaseren leidt tot gaapverwekkende onzin. “Meesters van het genre, zoals Paroutaud, beseffen dat het gaat om de minieme kanteling van de werkelijkheid, waardoor de lezer in een waarschijnlijke, indringende, door de schrijver geconstrueerde wereld binnenstapt.” Sommige schrijvers zijn hier heel goed is, zoals Gogol. Anderen overdrijven, stapelen gekte op gekte en slaan de plank hiermee mis, zoals Boelgakov. 

 

Dé schrijver waar ik na een paar pagina’s lezen in Paroutaud meteen aan moest denken is Kafka, vooral vanwege de nadruk op wetten en willekeurige arrestaties, maar ook vanwege de komst van een vreemdeling in een onbekende, dreigende omgeving. W.F. Hermans zei overigens over Kafka dat juist zijn realisme hem zo aansprak. Paroutaud schreef dit boek tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld. Maar er zijn eveneens duidelijke overeenkomsten tussen Onze Stad en de Sovjet-Unie onder het Stalinregime, zoals de willekeur van het regime en de onbekende dreiging waar je altijd rekening mee moest houden. Het aantal gearresteerde was niet afhankelijk van overtredingen maar was vooraf in een plan vastgelegd. Zo moet in Onze Stad ook een correctie plaatsvinden als de bevolking te sterk groeit. Er worden dan meer mensen opgepakt, ongeacht of zij ergens schuldig aan zijn of niet. Over schuld zei Stalin ooit iets interessants. De schuldigen zitten niet in de kampen, dit zijn slechts de veroordeelden. Alle inwoners zijn schuldig, alleen nog niet veroordeelt. In Onze Stad wordt een aantal gearresteerden ter dood veroordeeld, maar velen krijgen een voorwaardelijke doodstraf en zijn weer op vrije voeten. Zij blijven echter schuldig.

 

De ongewisse stad is ook een wreed boek. Een van de meest opmerkelijke kanten van de stadscultuur is hun sportbeoefening. Springen is de populaire sport hier. Mannen springen in een arena van steeds grotere hoogten. Na hun val moeten zijn een rondje kunnen lopen. Diegene die dat vanaf de grootste hoogte lukt, is de kampioen. Paroutaud beschrijft uitvoerig de bloederge details bij de sprongen die misgaan. De ongewisse stad is een zeer bijzonder boek, een onterecht vergeten meesterwerk.

Geen opmerkingen: