dinsdag 18 augustus 2020

Eda Kriseova – De naam

Gestaag verschijnen er nieuwe delen in de reeks Moldaviet van uitgeverij Voetnoot. Het zijn vertalingen van korte romans of verhalen van bekende en minder bekende Tsjechisch schrijvers, hedendaags of van wat langer geleden. Deel achtentwintig is de novelle De naam van Eda Kriseová (geboren 1940), de vertaling is van Hank Geerts. Het boek schreef zij in 1989. In feite legde zij op 17 november van dat jaar, de eerste dag van de Fluwelen Revolutie, de laatste hand aan het verhaal.


Kriseová groeide op onder de communistische dictatuur en was journaliste. Tijdens de Praagse Lente was zij in Israël en kon pas met moeite tergkeren naar haar land. Vanwege haar kritiek op het regime kreeg zij een schrijfverbod. Zij begon onder deze omstandigheden proza te schrijven, haar werk werd clandestien (in samizdat) uitgegeven. Na de Fluwelen Revolutie kon zij weer publiceren. Zij trok veel op met Václav Havel en schreef ook een biografie over hem.

 

Het onderwerp van De naam sluit aan bij haar leefomstandigheden van voor 1989. Voor auteurs die niet mochten publiceren was er een uitweg, namelijk iemands naam (en persoon) lenen om je werk uit te geven. Zo doet ook Milan, de hoofdpersoon uit het verhaal. Hij werkte ooit voor de radio, maar moet nu zijn geld verdienen als vrachtwagenchauffeur. ’s Nachts heeft hij gewerkt aan een grote historische studie, die hij graag wil uitgeven. Hij woont met zijn vrouw in een nieuwbouwflatje. Tegenover hem woont een vrouw die hij nog kent uit zijn studietijd. Zij hebben geen contact. Hij beloert haar door het kijkgat in zijn deur. Zij maakt dagelijks haar deel van het halletje schoon en is ook altijd in de weer haar huis te kuisen. Daaruit maakt Milan op dat zij en haar man geen seks meer hebben.

 

Milan vraagt de buurvrouw of zijn boek onder haar naam uitgebracht mag worden. Zij stemt er meteen mee in en daarmee begint de waanzin in het hoofd van Milan. De buurvrouw eigent zich het boek teveel toe. Met de uitgever samen herschrijft zij enkele passages waar het regime over zou kunnen vallen, tot grote ergernis van Milan. Voortdurend begluurt Milan haar door het kijkgat. Hij raakt geobsedeerd door haar en verwijderd zich steeds meer van zijn eigen vrouw. Hij is zowel verliefd als vervuld van grote haat. Met de buurvrouw gaat het ondertussen heel goed. Haar schoonmaakmanie is gestopt.

 

Met een atypisch uitgangspunt, het lenen van een naam, heeft Eda Kriseová een intrigerend verhaal geschreven over waanzin en obsessie. Milan heeft ook iets tragisch. Door de omstandigheden die het regime hem oplegt zal hij nooit de erkenning krijgen waar hij naar verlangt. Hij twijfelt aan van alles. Als lezer vraag je je ook meer en meer af wat erkenning betekent en waarom je überhaupt zou willen publiceren. Milan voelt zich oud, nutteloos en op zichzelf teruggeworpen. “Ouderdom uit zich ook daarin dat we onze daden hoe langer hoe meer in gedachten zien gebeuren en we nooit meer de moed hebben ze te verwezenlijken.”

Geen opmerkingen: