maandag 20 augustus 2018

Joubert Pignon – Er gebeurde o.a. niets

In de laatste bundel van A.L. Snijders las ik een verhaal van Joubert Pignon. Deze schrijver werkt (of werkte) in een dierenwinkel. Dat moet een bron van inspiratie zijn. Het verhaal ging over een goudvis. Net als A.L. Snijders schrijft Pignon zeer korte verhalen. ‘Er gebeurde o.a. niets’ is zijn debuutbundel uit 2012.


De verhalen gaan over het dagelijkse leven van een mislukkeling. Hij schrijft over zijn vrienden van vroeger, zijn luidruchtige buurman, zijn konijn en zijn vriendin, die zijn fratsen allemaal maar moet pikken. Overdag gaat hij naar zijn atelier. Hij zegt te gaan werken, maar ondertussen kijkt hij naar YouTube en drinkt hij flessen rosé leeg. Drankinname is een belangrijk thema in zijn leven. De eerste zinnen van het eerste verhaal luiden: ”Ik ben alleen. Er is geen drank in huis, ik ben al drie dagen nuchter. Een kleine ramp.”

Goed is dat Pignon deze nietsnuttigheid opvrolijkt met ranzige situaties en bizarre details, die soms zomaar uit de lucht komen vallen. In het verhaal ‘Artisjokken’ staat hij op na een avond flink ingenomen te hebben. Tijdens het tandenpoetsen denkt hij. “Ik wou dat er een plek was waar ik op dit tijdstip vier artisjokken kon kopen.” Een verrassende zin.

Pignon vertelt veel over zijn jeugd in de nieuwbouwwijk Zeewijk. De zestiende verjaardag van Stef werd in het park gevierd. Zij dronken zoete drankjes en rookten sigaretten. Stef kroop kotsend over het gras. Hij werd toegezongen, waarna hij lachend het gezelschap met zijn kots bekogelde. Hij googelde Stef nog wel eens. Stef was dik geworden en woonde in Eindhoven: “had een vrouw en twee kinderen, en had zich weten op te werken tot projectmanager. Ik denk niet dat hij op zijn verjaardag zijn gasten nog met kots bekogelt.” Een smerig verhaal, met een mooi droevig einde.

Soms heeft een verhaal een vreemde wending, maar Pignon weet ook een heel verhaal op te bouwen vanuit een bizar uitgangspunt en daar een logisch vervolg aan te geven. ‘Stadsdichter’ is schitterend. Hij is op bezoek bij zijn uitgever en zij bespreken hun marketingplan. Er is een coverquote nodig, maar daar moet voor betaald worden. Harry Mulisch is het duurst, Vijfduizend euro voor een quote. Zijn erven beheren zijn coverquotes. Het budget van Pignon is beperkt. Er zit niets anders op dan voor vijftig euro een quote te gaan halen bij de stadsdichter van Groningen, per trein. Prachtig verhaal.

Grappig zijn ook de belevenissen rond ‘Densen’. Dat is de titel van een autobiografisch roman over zijn vriend René van D. Om het boek te vullen moeten zij iets meemaken, zoals de opname van een pornofilm. René werkt niet mee, terwijl hij toch een personage van de schrijver is. “Ik vraag mij af of Willy Vandersteen destijds met Suske & Wiske ook van dat gedonderd heeft gehad.”

Joubert Pignon heeft een eigen stijl. Zijn verhalen zijn heel anders dan die van A.L. Snijders. Vooral mooi zijn de onverwachte wendingen, die een saai verhaal net voldoende absurditeit geven. Hij slaagt hier vaak goed in, maar zijn avonturen zijn soms wat studentikoos. En weemoedigheid ontbreekt helaas te vaak. Ik heb wel al een volgend boek van hem klaarliggen om te lezen: ‘Mooie lieve schat’.

Geen opmerkingen: