maandag 27 februari 2017

Daphne Huisden – Dit blijft tussen ons


Dit blijft tussen ons uit 2013 is de tweede roman van de Rotterdamse schrijfster Daphne Huisden. Haar debuut ‘Alles is altijd fictie’ werd alom geprezen. Deze tweede roman vind ik jammer genoeg wat tegenvallen. De opzet van Dit blijft tussen ons is sterk. Het hele verhaal speelt zich af in één buurtje waar de bewoners rond een plein elkaar nauwlettend in de gaten houden. Huisden heeft voorin een plattegrond van het plein opgenomen, waar aangegeven staat waar iedereen woont.

Er is een kapper met een vreemd zoontje, er wonen – los van elkaar – twee ruziënde broers, waarvan de jongste een crimineel is. En er woont een schrijver in een rolstoel. Hij probeert krampachtig een verhaal te vinden voor zijn roman. Dit zijn nog maar een paar personages. Daar zit meteen de zwakte van het boek. Er zijn zestien personages, verdeeld over tien huizen. En er is een buurtkroeg waar bewoners samenkomen.

Elk personage heeft een verhaal, vaak een boeiend verhaal, maar omdat al deze verhalen aan bod komen, raak je de focus wat kwijt. De verhalen wisselen elkaar af en lopen door elkaar heen. Halverwege vond ik het jammer dat niet een paar verhalen verder uitgediept werden, waarmee een verschil zou worden gemaakt tussen hoofdpersonen en bijfiguren.

Maar terug naar de inhoud. Mooi zijn de vele dialogen. Bewoners onderscheiden zich van elkaar door hun manier van praten. De gesprekken zijn vaak snel en echt. Er wordt heel wat gekankerd en bij elkaar naar binnen gekeken. Wat opvalt is het grote aantal mensen met een redelijk ernstige afwijking.

Emiel was architect, maar zit nu opgesloten in zijn eigen gektes, zoals de voor zijn vrouw onbegrijpelijke onderwaterwaan, aangewakkerd door de fontein op het pleintje. “Misschien zat zij er helemaal naast, maar de wetenschap dat er nog een plek bestond waar Emiel zich beschut voelde tegen al zijn angsten, gaf haar zoveel troost dat ze zich uit liefde medeplichtig maakte aan zijn onderwaterwaan.” Emiel vult zijn dagen met uit het raam kijken en met pen, papier en stopwatch registreren wat er precies gebeurt.

Simon doet iets vergelijkbaars, maar is meer paranoïde. Hij speurt het pleintje af en maakt foto’s om bewijsmateriaal vast te leggen. Hij belt ’s nachts naar de radio om uit zijn manuscript voor te lezen waarin hij het systeem blootlegt.

Oscar, het zoontje van de kapper heeft een autistische tik. Buiten de mensen in de buurt heeft hij geen vrienden. Oscar telt de uren van het weekend af en doet een wedstrijdje met zichzelf hoe lang hij wakker kan blijven. Binnenkort is Oscar jarig. Het is traditie op het pleintje om op die dag meteen alle verjaardagen te vieren. Men trekt lootjes en koopt cadeautjes voor elkaar. Het boek werkt toe naar de climax op die dag. Oscar is misschien wat vreemd, maar hij ziet veel. Alleen weet hij niet wat hij met de informatie moet doen. “Soms was het misschien beter om niet over alles na te denken, om niet alles te weten. Niet als je er toch niks aan kon doen, en alleen maar kon wachten, omdat je nergens heen kon.”

Elkaar observeren is een rode draad in Dit blijft tussen ons. Gizmo kijkt in het cafeetje naar kapper Walt, die zit te schaken. Hij ziet wat anderen niet zien en denkt: “De mensen keken wel, maar zagen niets, daarvoor hadden ze het te druk met zichzelf.” Dit is de paradox in het hele boek. Het nauwlettend in de gaten houden van elkaar leidt niet tot beter begrip. Hier is de roman zeker geslaagd. Je voelt dat er op den duur iets mis moet gaan tussen al deze vreemde personen. In de latere hoofdstukken werkt Huisden naar een finale toe. Een van de twee broers is na een incident opgepakt door de politie. Wie heeft hem verraden? Deze vraag drukt op de bewoners. Hun ogenschijnlijke gehechtheid laat los. Er is geen saamhorigheid meer. Het uitwisselen van cadeautje had een bijzondere gebeurtenis moeten worden, maar het feest slaat dood.

Geen opmerkingen: