zondag 28 september 2025

Nicolien Mizee – De pech, de zwaarheid en het zweven


 

Ieder nieuw deel van de faxen aan Ger koop ik onmiddellijk na verschijnen. Twee dagen later heb ik het boek uit, verlangend naar meer. Dit zevende deel loopt van half februari tot begin augustus 2001, bijna vierhonderd pagina’s. In deze periode draait het in het leven van Nicolien Mizee om het schrijven van haar tweede roman, die over haar moeder zal gaan. Zij vraagt zich voortdurend af of zij hier goed aan doet. Haar jeugd was geen pretje en werd vooral gedomineerd door haar gestoorde moeder; voor de roman put zij ruim uit haar jeugdherinneringen. Anderen denken dat de moeder zal ontploffen van woede en haar dochter of zichzelf na publicatie iets aan zal doen. Mizee raadpleegt veel mensen in haar omgeving, waarbij de vraag steeds opkomt of je over alles en iedereen mag schrijven.

zaterdag 27 september 2025

Mark van Leeuwen – Charlotte


 

De in Rotterdam geboren Mark van Leeuwen is schrijver en vertaler. Hij is net als ik een groot liefhebber van het werk van Bob den Uyl. Samen met Ivar Schutte gaf hij enige tijd het jaarlijkse Bobschrift uit, een bundeling verhalen en artikelen van en over Bob den Uyl. Onlangs verscheen de novelle Charlotte, waar ik nieuwsgierig naar was omdat ik verwachtte de invloed van Bob den Uyl erin te zullen lezen.

zondag 21 september 2025

Will Gompertz – Je weet niet wat je ziet


Je weet niet wat je ziet is een boek waar ik uit mijzelf niet direct naar zou grijpen, maar je zit in een leesclub en dan lees je soms zulke boeken. Ik kan mijn vooroordelen tegen dit soort boeken met stukjes niet goed onder woorden brengen, maar tijdens het lezen - ik deed er een maand over - werd ik volledig bevestigd in mijn vooroordelen. De besprekingen van eenendertig kunstenaars zijn iets langer dan Wikipedia-introducties, maar je kunt ze ook geen essays noemen. Wat mij meteen tegenstond was het omslag en de pretentieuze ondertitel, verder ergerde ik mij aan de opgewekte toon, het kromme taalgebruik (wat misschien door de vertaling komt) en het teveel aan overbekende feiten. 

zaterdag 20 september 2025

Hermann Ungar – De klas


Hermann Ungar (1893-1929) was een Moravische schrijver van Joodse afkomst. Hij woonde en werkte onder meer in Berlijn en Praag en schreef net als Kafka in het Duits. Hij publiceerde slechts enkele boeken en Die Klasse uit 1927 is zijn laatste roman. Hij is vooral bekend van Die Verstümmelten uit 1923, in het Nederlands vertaald als De verminkten. Deze mooie uitgave van De klas is van 2002, het is een vertaling van Angela Adriaansz. Het verhaal draait om de leraar Josef Blau en het wordt verteld vanuit zijn perspectief. Hij voert een verbeten strijd met de klas waar hij les aan geeft en wordt geplaagd door wanen, waardoor het meer een strijd om het bestaan wordt.

vrijdag 19 september 2025

Roan Kasanmonadi - Vuurbloem


Voor het winternummer van Awater (2025) schreef ik de volgende recensie:

 

De Rotterdamse dichter en spoken word artiest Roan Kasanmonadi debuteerde in september dit jaar met de bundel Vuurbloem. Hij is ook danser en psychiater in opleiding en hij put voor zijn poëzie uit deze en vele andere bronnen. De bundel leest op sommige momenten als een neerslag van podiumpoëzie, op andere waan je je in een film of in een videogame. Je leest het plezier voor experimenteren eraan af. De titels van zijn gedichten zijn verrassend, maar soms zoek je naar het verband met de tekst, dat er niet per se hoeft te zijn. 

woensdag 17 september 2025

Gerbrand Bakker – Aan mij heb je niks


Het lezen van de dagboeken van Gerbrand Bakker in de reeks privé-domein - Aan mij heb je niks is alweer het vierde deel - is eenzelfde soort ervaring als het lezen van Voskuil of de faxboeken van Nicolien Mizee. Er hoeft niet veel te gebeuren, de beschrijvingen zijn alledaags en toch wil je doorlezen; terloops ontvouwt zich ondertussen een drama. In dit deel draait het uiteindelijk om de verdrinkingsdood van een jonger broertje van de schrijver. Bakker vertelt over zijn voordrachten die hij vooral in Duitsland houdt. Het gaat om de treinreis of autorit erheen, om hotelkamers waar hij, vaak samen met zijn vriend M, verblijft, om eten en om de vraag of zij achteraf wel of niet voor een diner uitgenodigd worden door de organisatie. Ook het kopen van een duur pakje shag en een bezoek aan zijn moeder zijn geen schokkende gebeurtenissen, maar dan krijgt hij op een festival in Istanbul een vraag uit het publiek en wordt hij herinnerd aan de dood van zijn broertje in juni 1969. Hij wordt door emoties overmand.

maandag 8 september 2025

J.J. Voskuil – De bodem van het bestaan. Dagboeken 1976-1980


Het lezen van Voskuil heeft iets verslavends. Dit vijfde deel dagboeken brengt weinig nieuws, maar ik wil het toch helemaal uitlezen, soms tegen heug en meug. De ruzies met Lousje nemen zulke bizarre vormen aan, dat je uit plaatsvervangende schaamte eigenlijk wilt stoppen, toch ga je door. Daarbij moet ik wel telkens bedenken dat het de blik van Han is; hij beschrijft deze ruzies, wellicht zou zijn vrouw het heel anders verwoorden, ter illustratie een citaat van een onbegrijpelijke ruzie: ‘Ik vraag of ik een opmerking over de giro-overschrijving die ter verzending klaar ligt mag maken. - Nee dat mag ik niet. - Maar er staat een fout in. - Dat interesseert haar niet en bovendien: ze maakt geen fouten. - Dat is me bekend, maar er staat dit keer toch een fout in, want ze heeft het nummer van de rekening niet vermeld. - Het lijkt er even op of ze onzeker wordt. Wat is dat dan voor nummer. - Dat nummer staat onderaan de rekening met het verzoek dat te vermelden. - Ze heeft zich alweer in haar macht. Dat interesseert haar niet. Ze heeft het altijd zo gedaan en zo is het goed. - Op mijn opmerking dat dit de eerste keer is dat zij deze rekening betaalt, geeft ze niet eens antwoord meer.’