zondag 2 mei 2021

Adriaan van Dis - KliFi


 

Adriaan van Dis behoeft bijna geen introductie. Hij is een bekende Nederlander en heeft sinds zijn debuut Nathan Sid uit 1983 tientallen boeken geschreven en vele prijzen gewonnen. Hij beoefent vele genres en leuk aan hem is dat hij zich regelmatig aan iets nieuws waagt. De roman KliFi is daarom al bijzonder. Het is moeilijk dit boek in een genre onder te brengen en dat is ook helemaal niet nodig.

 

KliFi is de afkorting van klimaatfictie, maar klimaat is zeker niet het enige onderwerp van het verhaal. En hoe fictief is het wat Van Dis beschrijft? Het verhaal speelt in de nabije toekomst. Nederland wordt geleid door een populistisch leider die de republiek heeft hersteld. De oranjes zijn officieel om humanitaire redenen van hun taken ontheven. De president, die Trumpiaanse trekken vertoont, verwoordt het zelf zo: “De koninklijke familie heeft zich vervreemdt van de authentieke Nederlander.” Veel van de uitspraken van de leider - over ons land, over geschiedenis of over buitenlandse vluchtelingen - zijn maar al te herkenbaar uit programma’s van rechts-populistisch partijen. Van Dis laat zien wat het betekent wanneer zo’n partij de macht heeft. Uiteraard worden klimaatveranderingen ontkend door de machthebbers, die de media in hun zak hebben. 

 

Het verhaal begint bij een orkaan die het land doet overstromen. Huizen storten in, buurten komen onder water te staan en de schade is enorm. Jàkob Hemmelbahn is de hoofdpersoon uit het verhaal. Ooit is hij uit Hongarije ontvlucht en in Nederland terecht gekomen. Hij woont in het Oosten van het land aan de rand van een dorp op een terp. Hij heeft jaren geleden met zijn vrouw de Randstad achter zich gelaten. In het natuurschoon aan een rivier en tussen hun vele boeken vonden zij rust. De vrouw van Jàkob is inmiddels overleden. Nu is Jàkob de tachtig gepasseerd, maar hij houdt zich kranig. Hij schrijft een boek, waarvan passages opgenomen zijn in dit boek van Van Dis. Jàkob is niet bang voor de censuur die ook zijn computer is binnengeslopen. In de nacht van de orkaan zoekt buurman Kees onderdak in zijn huis. De volgende dag blijkt de omgeving onder water te staan en is de boerderij van Kees vernietigd door de storm.

 

Overal in het land is de schade groot, maar via de media die na een paar dagen alweer functioneren, wordt een ander geluid naar buiten gebracht. De leider ziet vooral hoop. Hij kijkt vooruit. Het is ook een tijd om pal te staan. Vreemde elementen proberen de samenleving te ontwrichten en moeten de grens over worden gezet. De dagen na de storm verandert het hoog gelegen huis van Jàkob in een opvangplek voor slachtoffers van de ramp. De autoriteiten arriveren in de vorm van een groepje militairen die de situatie koelbloedig bekijken en het werk organiseren. Jàkob als voormalig bibliothecaris krijgt de opdracht de vluchtelingen te identificeren en hun gegevens te noteren. Hij gebruikt hiervoor bibliotheekkaartjes.

 

Dit geeft van Dis de mogelijkheid om een keur van mensen te laten passeren en hiermee allerlei maatschappelijke onlusten en verschijnselen te tonen. Mensen wantrouwen het kaartsysteem, weten onder te duiken of verdwijnen op mysterieuze wijze. De bewoners zijn een afspiegeling van een wereld van verschoppelingen, van mensen die het vaak ook niet weten, goedgelovig zijn of soms juist daadkrachtige denkbeelden naar voren brengen. Sommige mensen groeien in hun rol, zoals buurman Kees, die een belangrijk functie krijgt toebedeeld door de garde. Jàkob zoekt tussen de vluchtelingen naar een vrouw waar hij warme gevoelens voor heeft. Het houdt hem op de been.

 

Deze vorm om de lezer een spiegel voor de houden over onze tijd is goed gekozen, maar toch kon ik de maatschappijkritiek niet helemaal serieus nemen. Aan de ene kant komt er in kort bestek een veelheid aan zware onderwerpen voorbij. Aan de andere kant kiest Van Dis voor een wel zeer lichte toon. Het lijkt hier en daar op slapstick, waardoor je de problemen die hij benoemt niet helemaal serieus kunt nemen. Het lijkt een beetje op een parodie op het genre dystopische klimaatromans. Maar al met al heb ik toch genoten van de gewaagde vorm, met afwisselende lettertypen en toonzettingen en de speelse inhoud. Het is knap om met een dergelijke combinatie van vorm en inhoud een goed leesbaar verhaal te schrijven.

Geen opmerkingen: