Simone Atangana Bekono is met Confrontaties genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. Het is haar debuutroman en dat maakt haar nominatie speciaal. De concurrentie met onder anderen Jeroen Brouwers en Marieke Lucas Rijneveld is sterk. Op 10 mei wordt de winnaar bekend gemaakt.
Deze nominatie en de vele positieve recensies maken nieuwsgierig, maar Atangana Bekono maakt de hoge verwachtingen helemaal waar. Het gegeven voor het verhaal is eenvoudig. De zestienjarige Salomé Atabong zit in jeugddetentie vanwege een mishandeling. Haar ervaringen met de medegevangenen en met haar begeleider Frits geeft zij chronologisch weer. Haar verhaal is rauw en het leest als een ooggetuigenverslag. Hier doorheen beschrijft zij de stappen die haar tot haar daad brachten. Het is een verhaal uit een kleine plattelandsgemeenschap, vol racisme en vernederingen. Salomé is uiterst intelligent. Op het gymnasium behaalt zij hoge cijfers. Zij heeft speciale interesse in Griekse mythologie.
Het derde verhaal dat Atangana Bekono aan deze twee lijnen heeft toegevoegd is dat van de afkomst van Salomé. Het gezin – vader, moeder en een oudere zus - komt uit Kameroen. Zij voelen zich schijnbaar op hun plek in Nederland, maar steeds meer duiken er incidenten op in het verhaal van Salomé die dit beeld doen wankelen. Haar vader zit nu werkeloos thuis en is ziek bovendien. Haar zus gaat meer en meer haar eigen weg. Haar jeugdherinneringen gaan vaak terug naar een bezoek dat het gezin bracht aan Kameroen en dat diepe indruk op Salomé maakte. De twee werelden lijken niet verenigbaar.
Goed aan de manier van schrijven van Atangana Bekono is dat het opgroeien tussen twee culturen niet té nadrukkelijk hét thema is. Ook het racisme wordt op een niet clichématige manier getoond. Door de bijzondere stijl, met veel dialogen en het ongemerkt verspringen in de tijd zit je in het hoofd van Salomé. Je voelt haar frustratie en woede direct. Mooi is dat de schrijver heel veel schakelt tussen wat er gezegd wordt en wat Salomé denkt. Ook deze overgangen zijn heel natuurlijk. Het boek heeft veel vaart en je bent geneigd het achter elkaar uit te lezen. Zij gebruikt vaak een staccato manier van schrijven. “Ik plof op de bank. Het begint te regenen. Ik leun met mijn ellebogen op mijn bovenbenen en zet mijn kin in mijn handpalmen. Ik voel me slecht. Ik voel me overal slecht over. Overal. Dat gedoe met die perforator [zij smeet die naar haar begeleider]. Hoe saai de lessen hier zijn. De zoete, walgelijke deodorant die de meiden hier dragen en die je overal ruikt, als het tenminste niet naar de zeilen vloer ruikt of naar zweet. En kanker, daar voel ik mij ook slecht over. Alle soorten kanker.”
In haar hoofd malen gedachten en herinneringen voortdurend rond. Frits moet haar op het rechte pad brengen, maar zij herkent hem van televisie. Ooit deed hij mee aan programma waarbij mensen een weekje gingen logeren bij een bevolkingsgroep in ‘de jungle’, zonder de taal te spreken of de gebruiken te kennen. Het was gênante televisie. Salomé kan niet begrijpen dat zo iemand haar nu moet helpen. Frits zelf ziet het probleem niet. Hij reist vaak naar Afrika en houdt van het continent. Natuurlijk is hij geen racist. Frits zit in een andere wereld. Hij snapt er bijvoorbeeld niets van hoe haar vader reageert als zij gepest wordt en hij: “een boksbal voor je koopt in plaats van een gesprek met je mentor aan te vragen.” In het hoofd van Salomé gaan ondertussen de zinnen rond die aan haar gericht zijn: doe geen domme dingen, doe wat je opgedragen wordt “Als daar niet naar geluisterd wordt volgen er con-se-quen-ties.”
In de inrichting sluit zij vriendschap met Marissa, een medegevangene. De omgangsvormen zijn anders dan buiten de instelling. Marissa mag eerder naar huis. Het is de vraag of zij elkaar later nog zullen zien. Wat overblijft voor Salomé is wachten. Zij houdt haar mond. Dit wordt opgevat als vooruitgang. Uiteindelijk zoekt zij naar wegen om iets destructiefs om te zetten in iets productiefs, een reinigingsritueel zoals dat bij de oude Grieken plaatsvond.
Confrontaties is een boek dat nergens hapert of zwakke momenten kent. Het leest alsof je bij Salomé rechtstreeks in haar hoofd kijkt. De stijl van Atangana Bekono lijkt heel losjes, maar als je beter kijkt zie je hoe ingenieus de roman is opgebouwd. De afwisselingen tussen dialoog, het terugkijken op haar leven, het overdenken van de aanleiding van haar gevangenschap en haar algemene kijk op haar leven zijn vloeiend en heel knap gedaan. Zij zou een waardige winnaar zijn van de Libris Literatuur Prijs. Tot slot een citaat, één van Salomés overdenkingen. “Dingen blijken meestal groter dan je in de eerste plaats dacht. Ze passen na een tijdje niet meer in de ruimte waar het eerst in zat. Elke keer weer de confrontatie met het feit dat de dingen niet zijn zoals jij ze had begrepen. Dat is de schok: dat het niet meer op de oude plekken past, dat is het gevoel van angst. Het horloge ligt niet in de la, het huis ruikt niet hetzelfde, het land is niet wat je dacht, je bent zelf niet eens wat je dacht. Je kunt het niet vasthouden. Je had het niet juist. Je zag niet wat je dacht dat je zag.”
1 opmerking:
Hoi Alek, dit is een indrukwekkende recensie die benieuwd maakt naar het boek. Ik ben benieuwd of Simone Atangana Bekono nog meer boeken gaat schrijven. Groetjes, Erik
Een reactie posten