Met het verschijnen van Pleun in 2010 is de angst van de Pleun uit het boek bewaarheid geworden. In het boek smeekt de vrouw van Detlev haar man bijna om te beloven niets over hem te publiceren. Hij antwoordt haar: “Ik ben niet van plan iets te publiceren. Verder kan ik niet gaan. Ik ga geen garanties geven. Als ik zoiets zou beloven moet ik in mijn dagboek rekening houden met de consequenties van mijn schrijven. En als ik dat zou doen, dan is het geen dagboek meer. In een dagboek gelden geen grenzen. Daarin schrijf je zonder reserves.” Pleun is als een dagboek opgezet, maar het is waarschijnlijk niet letterlijk zijn dagboek over de periode 2004-2006, de drie jaar dat hij en zijn vrouw Annelotte in Nieuw-Zeeland woonden. Alhoewel in het boek vermeld staat dat het een roman is, is het autobiografische karakter onmiskenbaar.
Pleun gaat over vriendschap. Detlev en zijn vrouw verhuizen naar Nieuw-Zeeland vanuit Japan, waar zij een aantal jaren woonden en waar Van Heest over schreef in De verzopen katten en de Hollander, ook uitgebracht in 2010. Hun nieuwe woonplaats op het platteland voelt als een idylle. Zij werkt buiten de deur; hij verzorgt de tuin en de schapen en schrijft in zijn dagboek. Zij maken kennis met het Nederlandse echtpaar Pleun en Annemieke. Zij musiceren samen en praten over het land waar zij wonen en over Nederlanders die zij zeggen te willen ontlopen. Pleun is een avonturier, hij zeilde de wereld over, maar is ook rechtlijnig en rationeel in zijn denken. De twee echtparen raken bevriend en zien elkaar een paar keer per week. De gesprekken die zij voeren gaan ook over vriendschap. Detlev ziet vriendschap als een bondgenootschap voor het leven. Het besef dat vriendschap kan slijten maakt hem droevig. Pleun relativeert dit.
Dergelijke scènes laten al doorschemeren dat de verbinding tussen de vier niet zo hecht is als het lijkt. Annelot trekt veel op met Pleun, en ondersteunt hem met de bouw van een nieuwe boot. Zij delen eenzelfde nuchtere en rationele kijk op het leven. Detlev trekt zich terug in zichzelf en leeft meer en meer in zijn dagboeken. Zijn vrouw verwijt hem op den duur dat hij niet rechtstreeks met haar communiceert maar in plaats daarvan zijn dagboek laat lezen. Hij is soms nogal eigenwijs, verbrandt bijvoorbeeld hout op het erf na zonsondergang, wat niet mag. Annelotte waarschuwt hem hiervoor, maar hij luistert niet. De brandweer arriveert met loeiende sirenes, gealarmeerd door buurtgenoten. Grappig is ook dat ze last hebben van ratten, maar Detlev wil geen gif gebruiken. Hij koopt een apparaatje dat met hoge tonen de beesten moet verlagen. Het werkt nauwelijks maar hij houdt zichzelf en zijn vrouw voor dat het effectief is. Alles beter dan een dier te doden.
Halverwege het boek worden de gebeurtenissen eentoniger en de notities wat vlakker. Ik kreeg de neiging het boek te laten liggen. Maar het loonde zeer om toch door te lezen. De breuk komt plotseling en is heftig. Detlev komt in een zware depressie en raakt verder geïsoleerd. Hij maakt ruzie met Pleun en met zijn vrouw, die hem niet meer kan bereiken. Hij zoekt hulp in het ziekenhuis en volgt therapie. De gesprekken met zijn psychiater zijn hoogtepunten in het boek. De spanningen in het huwelijk en de ruzies leiden ertoe dat hij zich volledig vastklampt aan zijn dagboek. Hij laat zijn vrouw en Pleun er delen van lezen, maar zij begrijpen hem daarna nog minder. Pleun breekt zelfs met hem. Wat hij als openheid ziet, zien de anderen als een eigen invulling van de werkelijkheid, waar zij niet mee om kunnen gaan. Zijn psychiater noemt hem een buitenstaander die tegelijkertijd wil opvallen en niet wil opvallen. Hij publiceert niet, maar laat zijn dagboeken wel aan enkele mensen lezen. Hijzelf zegt hierover: “Ik ben een exhibitionist op een zeer dun bevolkt eiland.”
De psychiater en zijn dagboek helpen hem door deze crisis heen. Hij schrijft om te vergeten. “Mijn dagboek is een vergeetboek, een verdronken land.” Maar de werkelijkheid is nog harder dan hij dacht. De volgende crisis dient zich aan, waarna hij besluit Nieuw-Zeeland te verlaten. Vooral de tweede helft maakt van Pleun een zeer sterk boek, maar achteraf begrijp ik dat de aanloop ernaartoe nodig is. Het is ook een merkwaardig boek, vanwege de dubbelheid in het dagboekachtige. Op de titelpagina staat dat het een roman is. De vorm is een dagboek - volgens mij grotendeels autobiografisch - waarin het bijhouden van een dagboek een essentiële lijn is in het verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten