woensdag 27 april 2022

Dave Goulson – De vlucht van de hommel


Dave Goulson is bioloog en zet zich in voor natuurbescherming. Zijn vakgebied is de hommel. Eerder las ik van hem Een verhaal met een angel, een boek dat naast inzicht in het gedrag van hommels, vooral de liefde voor hommels overbrengt. In De vlucht van de hommel uit 2017 gaat hij op zoek naar plekken waar bedreigde hommelsoorten te vinden zouden zijn, zowel in Groot-Brittannië waar hij woont als daarbuiten. De conclusie die je vooraf al kunt trekken is dat het niet goed gaat met veel hommelsoorten. 

In het voorwoord schrijft Goulson over zijn jeugd in een klein dorp. Hij speelde veel buiten en was erg nieuwsgierig. Vol nostalgie schrijft hij over de experimenten die hij met vriendjes uitvoerde, veel scheikunde en vooral het fabriceren van bommen was een geliefde bezigheid. Dat zij er op een keer in slaagden de stroom in het hele dorp plat te leggen, daar is hij minder trots op. Maar de boodschap is dat hij opgroeide met kennis over de natuur. Zijn ouders lieten hem vrij om dagenlang buiten rond te struinen. Om de natuur te redden is het nodig dat kinderen opgroeien met de mogelijkheid zelf de natuur te ontdekken.

 

De enorme terugval in aantallen hommels wordt met name veroorzaakt door onze landbouwmethodes: monocultuur en bestrijdingsmiddelen vernietigen de biodiversiteit. Hommels en veel andere insecten hebben variatie nodig. Ideaal zijn stukjes groen met wilde planten tussen akkers en weilanden in. Door efficiënte bedrijfsvoering zijn deze bijna overal verdwenen. 

 

In Benbecula, een eiland boven Schotland gaat Goulson op zoek naar de gele hommel, die erg lijdt onder het verdwijnen van wilde stukjes natuur met veel bloemen. Het lijkt alsof deze hommelsoort de voorkeur geeft aan kuststreken. In andere delen van Europa, bijvoorbeeld in Polen, komt hij echter wel in het binnenland voor. Het blijkt dat de bloemen waar de hommel vooral van houdt in Groot-Brittannië aan de kust te vinden zijn. Goulson verbaast zich toch over zijn zeldzaamheid. De verklaring klopt niet helemaal. De gele hommel heeft een relatief lange tong en Goulson ziet de hommels op veel verschillende bloemen zitten. Ook is de soort niet kieskeurig als het om nestlocaties gaat. Een andere hommel met lange tong is de tuinhommel, die wel nog veel voorkomt in Groot-Brittannië.

 

Het zijn dit soort zoektochten die het boek aantrekkelijk maken. Naast zijn avonturen door ruige gebieden en tropische oerwouden neemt hij de lezer voortdurend mee in zijn afwegingen en mogelijke conclusies. Het verdwijnen van hommelsoorten is niet in een paar zinnen te verklaren. In Een verhaal met een angel probeerde hij de lezer te vaak met grapjes te vermaken. In De vlucht van de hommel laat hij dit gelukkig achterwege. Hij schrijft vlot over allerlei zaken en legt biologische processen helder uit. Zo introduceert hij de theorie van de Russische ecoloog Georgy Gause over het principe van wederzijdse uitsluiting. Dit houdt in dat als twee soorten afhankelijk zijn van dezelfde hulpbronnen zij niet naast elkaar kunnen bestaan. Omgekeerd gezegd, iedere soort zoekt een eigen niche. 

 

De verspreiding van hommelsoorten hangt samen met de aanwezigheid van bepaalde planten en met de lengte van hun tong. Er zijn soorten met een lange tong, met een middellange tong en met een korte tong. Deze kunnen in bloemrijke gebieden prima naast elkaar bestaan. Hebben twee soorten dezelfde tonglengte maar andere gewoonten qua bijvoorbeeld nestlocaties dan kunnen zij, mits er voldoende voedsel is, ook naast elkaar bestaan. 

 

In Patagonië gaat Goulson op zoek naar de zeldzame Bombus dahlbomii, de grootste hommelsoort ter wereld. Door de introductie van Europese hommels in Zuid-Amerika, zoals de aardhommel, zijn al zeker vierentwintig inheemse soorten zo goed als uitgestorven, waaronder de Bombus dahlbomii. Wederzijdse uitsluiting en het agressieve karakter van de aardhommel geeft deels een verklaring, maar er zijn toch verschillen in tonglengte en voorkeuren. Goulson denkt dat parasieten die hommels bij zich dragen ook een oorzaak zijn van de sterkte achteruitgang van inheemse soorten. Europese hommels zijn aangepast en verdragen deze parasieten, Zuid-Amerikaanse hommels niet. Om dit vast te stellen moet je de verdwijnende hommels kunnen onderzoeken op parasieten. Dit is lastig als een soort bijna is uitgestorven. Collecties van opgeprikte hommels in musea kunnen hierbij helpen.

 

Even boeiend als Goulson schrijft over Bombus dahlbomii schrijft hij over Bombus franklini in Californië en over Ecuadoriaanse vechthommels. Terugkerend thema is het onderzoek naar hun achteruitgang. Introductie van nieuwe soorten, soms illegaal en altijd onnadenkend, en de moderne landbouwmethodes zijn de belangrijkste oorzaken. Hij ziet ook kansen, maar deze liggen niet in het subsidiëren van oude plattelandsgemeenschappen. Hij noemt dit een Disney-achtige parodie op het boerenleven. Maar je moet juist grote bedrijven overtuigen of dwingen meer oog te hebben voor diverse natuur in en om hun bedrijf. Daarnaast ziet hij een lichtpuntje in de stadse natuur. Braakliggende terreinen blijken soms vele bijzonder soorten te huisvesten en stadstuinen met bloeiende bloemen (geen bespoten en/of steriele Intratuinplantjes) kunnen er niet genoeg zijn. De vlucht van de hommel gaat natuurlijk over hommels, maar de actualiteit van dit prachtige boek reikt verder.


Geen opmerkingen: