Bill Bryson
is een schrijver van populair wetenschappelijke boeken. Hij werd bekend met A short
history of nearly everything. In tegenstelling tot deze bestseller die over
zo’n beetje alles gaat, ligt de focus van One summer op Amerika in de zomer
van 1927. Je kunt Bryson niet betichten van cryptische boektitels.
One summer is zeshonderd pagina’s dik en het leest als een trein. Het boek alleen bestempelen als
populair wetenschappelijk, daarmee doe je de auteur tekort. Het is een goed
geschreven studie naar het Amerika van de jaren twintig. Het tijdvak wordt in
de volle breedte beschreven. Hij legt nadruk op de opkomst van de populaire
cultuur en de massaconsumptie. Bryson schrijft veel over sport, roddel,
massamedia, natuurrampen, de filmindustrie, het persoonlijke leven van
presidenten en de luchtvaart. Je krijgt een uitstekend beeld van het dagelijkse
leven in Amerika van die tijd.
In de
proloog beschrijft Bryson de vele pogingen om de oceaan over te vliegen,
voorafgaand aan de vlucht van Lindbergh in de zomer van 1927. Het bedrag dat
ter beschikking werd gesteld voor de
eerste vlieger die hierin zou slagen, trok veel mensen aan. Eenenveertig van
hen verongelijkten. De kranten volgden het gebeuren met spanning.
In deze
tijd stelde de luchtvaart in Amerika nog weinig voor. Europa lag ver voor op
Amerika. Er bestonden nauwelijks vliegvelden in Amerika. Vliegeniers in open
cockpits oriënteerden zich laagvliegend op treinstations en naamborden. Of zij
riepen voorbijgangers aan om de weg te wijzen. Er bestond nog geen vliegbrevet
en er waren geen veiligheidsvoorschriften.
Het is
fascinerend om te lezen hoe Charles Lindbergh zich voorbereidde en hoe hij erin
slaagde van New York naar Parijs te vliegen. Hij was in 1927 pas vijfentwintig jaar en
toch al een ervaren vlieger. Vanuit zijn vliegtuig de Spirit of St. Louis had
hij geen zicht naar voren. Landen was levensgevaarlijk, vooral op een druk
vliegveld. Toch wist hij altijd de juiste route aan te houden, waar anderen
honderden kilometer uit koers vlogen. Hij was een natuurtalent.
De aankomst
in Parijs was overweldigend. Lindbergh had hier niet op gerekend. Ook bij
aankomst terug in Amerika werd hij overal waar hij kwam door honderdduizenden
toegejuicht. Hij was een ware volksheld. De roem verwoestte zijn persoonlijke leven
en zijn goede humeur. Voor de kranten was hij wekenlang voorpaginanieuws.
Voordat Lindbergh vertrok had hij zich geabonneerd op een soort knipselkrant om
de artikelen die over hem zouden kunnen verschijnen te verzamelen en gevraagd
deze naar zijn moeder te sturen. Een week na zijn vlucht stond er een rij
vrachtwagens bij haar in de straat met alles wat er over hem geschreven was.
Bryson weet
zijn onderwerpen uitstekend met elkaar te verbinden. De opkomst van de
dagbladen koppelt hij aan de prestatie van Lindbergh. De jaren twintig was een
gouden tijd voor kranten. New York telde tientallen dagbladen. In deze tijd
ontstond ook de roddelpers. Waarover lezen mensen het liefst? Sport, misdaad en
roddel!
Bijzondere
aandacht krijgt krantenman Bernarr MacFadden. Hij bracht onder meer The
Graphic uit, een blad met uitsluitend roddel en leugens. Later volgde het
tijdschrift met de misleidende titel True Story. Het verwierf een oplage van
2,2 miljoen. Bryson houdt zelf ook van de nodige juicy details. Met plezier
schrijft hij over het persoonlijke leven van MacFadden: een body builder,
naaktloper en veganist met megalomane ideeën.
In het
verbinden van de verschillende onderwerpen is Bryson goed. Van de roddelpers
naar een lugubere moord - de Snyder-Gray affaire - is een kleine stap. De
enorme overstromingen van de Mississippi in 1927, de grootste in de
geschiedenis van Amerika, krijgen volop aandacht. De meldingen van het aantal
dode dieren was vrij exact. Voor het aantal dode Afro-Amerikanen had men minder
interesse.
Toen
Lindbergh aankwam in Parijs werd hij verwelkomd door de ambassadeur. Bryson
besteedt aandacht aan het persoonlijke leven van deze man. Toen hij hoorde van
de aankomst was hij bij een tenniswedstrijd aanwezig. Bryson weidt vervolgens
uit over het tennis in die dagen en de sterspeler Tilden. Bryson houdt van
grote aantallen. Hij staat lang - naar mijn smaak te lang - stil bij Baseball
en sterren als Babe Ruth. Hij bespreekt alle records en de massa’s mensen die
er naar de honkbalwedstrijden kwam kijken.
Dezelfde
massa’s waren aanwezig bij bokswedstrijden van de legendarisch Bokser Jack Dempsey
en bij populaire filmvertoningen in de enorme filmpaleizen. Regelmatig schrijft
hij over ‘The biggest crowd ever’. Interessant
zijn de beschrijvingen van dit nieuwe fenomeen: ‘Fame’. Sporters en filmsterren
werden erdoor overweldigd, mede door de opkomst van de radio, waardoor het
nieuws zich snel verspreidde. Lindbergh kon niet meer zomaar ergens
heenvliegen. Hij werd gezien en binnen de kortste tijd stonden er duizenden
mensen hem op te wachten. Soms moest hij rennen voor zijn leven.
Bryson
behandelt te veel onderwerpen om hier allemaal bij stil te staan: de duizend
spoorwegmaatschappijen, het kopen op afbetaling, de T-Ford voor elke Amerikaan
en het bizarre leven van Ford, het wereldwijde succes van de Amerikaanse film
en het einde van de ‘silent movie’.
Zeer
boeiend is de drooglegging, die dertien jaar duurde, terwijl bijna iedereen de
mislukking ervan inzag. Het besluit kwam tot stand door het fanatisme van een
paar mensen. Het besluit was vaag geformuleerd en werd zonder lang bij na te
denken aanvaard. Er vielen veel doden door alcoholvergiftiging in deze periode.
De overheid voegde gif toe aan niet voor consumptie bedoelde alcohol. De
drooglegging gaf ook de maffia een grote impuls. Al Capone was korte tijd de
grote baas in Chicago. Bryson schetst de politiek situatie in die tijd in
Chicago: de zeer populaire Ku Klux Klan, de America first beweging, het
fanatisme, de boekverbrandingen, enzovoorts en concludeert dat Al Capone tussen
deze gekken gewoon en respectabel afstak.
Het Amerika
uit 1927 was een land van extremen. Het had veruit de grootste economie ter
wereld. En Amerika was voor het eerst in de geschiedenis nummer één in een hoop
dingen. Dit was nieuw. Europa was eerder altijd in alles beter. Tegelijkertijd
was het land in de greep van ‘The Great red scare’. Voortdurend vonden er
terreuraanslagen plaats. Veel meer dan vandaag de dag. Soms werden er
tientallen bombrieven onderschept. Een redactie werd opgeblazen, er vonden
talloze bomaanslagen plaats op politici en rijke zakenlui. Schuldigen werden er
nauwelijks opgepakt. Veel terreur kwam uit anarchistische hoek. Italianen waren
standaard verdacht.
Wat ook
opvalt is het enorm hoge moordcijfer. Nu ligt dat gemiddeld op 6 per 100.000
inwoners. Chicago in de jaren twintig had een cijfer van 13,3. Steden als
Miami, Atlanta, Charlotte en Memphis lagen daar ver boven. De
populariteit van de KKK was in de jaren twintig groter dan ooit. Op één moment
had de beweging meer dan vijf miljoen leden en beschikte zij over een brede
sociale organisatie. Veel politici hingen de KKK openlijk aan. Katholieken en
andere minderheden hadden het zwaar, katholieke scholen werden verboden en
Afro-Amerikanen waren tweederangsburgers.
Bryson
noemt de KKK echter “not the most dangerous outpost of bigotry in America in the
period”. Dat was de eugeneticabeweging. Onder een wetenschappelijke vlag werden
tienduizenden mensen gesteriliseerd, soms op basis van een gerucht. Grote
voorvechter hiervan was de Nobelprijswinnaar voor de geneeskunde Alexis Carrel.
Zijn boek Man the Unknown was razend populair. Hierin pleitte hij voor de
inzet van gaskamers om ‘useless and harmful beings’ humaan en op economische
gronden te vergassen. Het is te bizar om te lezen. In deze sfeer is de
populariteit van Hitler in de jaren dertig onder veel Amerikanen - zoals
Lindbergh en Ford - beter te begrijpen.
In de
epiloog van One Summer geeft Bryson een overzicht van wat er met de
hoofdrolspelers in zijn boek is gebeurd na 1927. Hij trekt geen conclusies en
legt geen bredere verbanden. Dat is jammer. Je kunt wel wat dingen opmaken uit
zijn boek. Ten eerste lees je in al zijn verhalen dat de richting van de
menselijke geschiedenis is gebaseerd op chaos en toeval. Ten tweede is het
opvallend dat bij bijna alle wereldleiders en beroemdheden uit die tijd een
flinke steek los zat. Men reageerde doorgaans impulsief en had meestal geen
benul van de consequenties van beslissingen. Wat dat betreft leven we nu in een
uiterst rustige tijd in vergelijking met de jaren twintig.
Leuk is dat
Bryson tal van voorbeelden van ‘The american dream’ laat zien; mensen die
vanuit armoede opklimmen tot rijke zakenman. Het land was jong. Voortdurend
werden er nieuwe ontdekkingen gedaan. De verspreiding van auto’s, radio’s,
film, etc. ging razendsnel. Mensen hadden geld. Amerika was het rijkste land
ter wereld. De populaire cultuur die dit voortbracht, inclusief massaproductie,
massaconsumptie en massamedia is van wezenlijke invloed geweest op de rest van
wereld. Bill Bryson heeft in One Summer dit prachtig tot verbeelding
gebracht. Ik kan het boek iedereen aanraden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten