Niki
Korteweg is neurobioloog en wetenschapsjournalist. Haar interesse in hersenwetenschap
kreeg een andere dimensie toen zij zelf merkte dat door een burn-out haar brein
niet meer optimaal functioneerde. Korteweg ging op zoek naar manieren om het
brein te verbeteren en schreef daar dit boek over.
In de
inleiding geeft zij aan dat het een opwindende tijd is voor de neurowetenschap.
De ontwikkelingen gaan snel en het vakgebied raakt vermengd met tal van andere
vakgebieden. Onderzoek naar onze hersenen en onderzoek naar kunstmatige
intelligentie gaan deels in elkaar over. In ‘Een beter brein’ is dit een
centraal thema. Het is uitermate spannend erover te lezen.
Korteweg
heeft het boek opgebouwd in drie delen. In het eerste deel gaat zij op zoek
naar manieren om het brein van buitenaf te verbeteren. Het tweede deel gaat
over het versmelten van brein en techniek. In het laatste deel draait het om
het digitale brein. De ideeën en onderzoeken die zij behandelt lijken in de
loop van het boek steeds meer op sciencefiction. Maar zij laat ook zien hoe ver
de techniek al is gevorderd en dat sommige spectaculaire ideeën al bijna
realiteit zijn.
Massa’s
mensen gebruiken al pillen om hun brein een boost te geven. Studenten gebruiken
bijvoorbeeld ritalin voor de concentratie en modafinil tegen de slaap. In
hectische sectoren, waar verwacht van je wordt altijd beschikbaar en alert te
zijn is het heel gewoon om zulk soort pillen te slikken, vooral in Amerika.
Maar de vraag is of het werkt.
Hier begint
de eerste zoektocht van Korteweg. Een manier om erachter te komen is de pillen
zelf te slikken. Een andere methode, die zij meer toepast is te rade gaan bij
deskundigen die het effect ervan hebben onderzocht. Helaas geven de onderzochte
pillen nog niet het gewenste resultaat. Bovendien zijn er vaak bijwerkingen.
Sommige mensen zien in de nabije toekomst wel vooruitgang, zoals Nick Bostrom.
Maar hij is transhumanist en directeur van het ‘Future of Humanity Institute’.
Leuk is dat
Korteweg naast kritische wetenschappers, ook onderzoekers aan het woord laat
die de toekomst positief tot zeer positief inzien als het gaat om
breinverbetering. In de volgende hoofdstukken bespreekt zij breinspelletjes om
het geheugen te trainen, neurofeedback, meditatie, gezonde voeding en nog veel
meer zaken die het brein zouden kunnen verbeteren.
De
conclusies zijn nuchter. Breintrainingsonderzoek wijst uit dat het effect
beperkt is. “Het oefenen maakt je beter op de spelletjes die je oefent, niet
meer dan dat.” Zo zijn veel voedingsstoffen in theorie goed voor het brein,
maar er is weinig hard bewijs. Het beste is een combinatie van veel groenten,
weinig vlees, noten, elke week vis, weinig alcohol, etc. Daarbij is minder eten of
soms een dag niet eten ook gezond. Voor Korteweg is dit laatste geen optie.
Sommige adviezen zijn open deuren, zoals voldoende slapen. Burn-out en depressie
gaan vaak samen met slaapgebrek en zijn er zelfs deels de oorzaak ervan.
Interessant
is dat onderzoek steeds beter in staat is om mogelijke effecten daadwerkelijk
te zien in het brein. Taxichauffeurs in Londen moeten het hele stratenplan van
Londen uit hun hoofd leren. Bij hen is de hippocampus relatief groot. En hoe
langer een chauffeur het beroep uitoefen hoe groter de hippocampus wordt. Hetzelfde gebeurt bij jongleren of een
muziekinstrument leren spelen. Of deze groei effect heeft op het leren van
andere vaardigenheden, is de vraag. Maar waarom zou je dat willen. Om goed te
leren jongleren, ga je niet het stratenplan van Londen uit je hoofd leren, maar
jongleer je iedere dag.
Aan het
einde van deel 1 blijft Niki Korteweg over met het gevoel dat er iets knaagt.
Een quick fix bestaat er niet. Een gezond brein is een kwestie van een gezonde
levensstijl. Dit kost haar veel tijd. Er blijft geen tijd meer om over om het gezonde
brein in te zetten voor iets.
In de
volgende hoofdstukken gaat Korteweg een stap verder in haar onderzoek, met
onder andere implantaten, gedachtenmachines en een geheugenprothese. Het
samenbrengen van techniek en hersenen gebeurt wereldwijd op grote schaal. Zou
je hersenzenuwen kunnen verbinden met elektroden en zo allerlei lichaamsfuncties
kunnen bedienen?
Op
proefdieren is er met het gebruik van elektroden vergaand onderzoek gedaan. De
resultaten heten dan positief, maar ik word er altijd niet goed van als je
leest aan welke experimenten deze dieren worden blootgesteld. Honderdduizend
mensen hebben inmiddels een implantaat, een diepe hersenstimulator. Het kastje
is een soort pacemaker, ter grote van een zippo-aansteker en wordt onder het
sleutelbeen ingebracht. Het werkt bij epilepsiepatiënten en mensen met
bewegingsstoornissen.
Tegen
dwangklachten en (eet)verslavingen werkt het vaak ook. Een juiste
instelling vinden is lastig en
bijwerkingen zijn er volop. Depressie of hypomanie komen vaak voor. Mensen
kunnen agressief worden of last krijgen van lachstuipen. Het karakter
verandert. Een patiënt ontwikkelde na een operatie een gokverslaving die zijn
hele leven ontwrichtte. Een andere patiënt zei dat hij altijd naar The Rolling
Stones en The Beatles te luisterde, maar met de stroom aan luisterde hij alleen nog
maar naar Johnny Cash.
Hersenwetenschappers
waren erg optimistische over de mogelijkheden van implantaten. Nu zijn ze iets
voorzichtiger. Met elektroden het geheugen verbeteren of de intelligentie
verhogen lijkt nog een utopie. Korteweg zag er vanaf zelf een implantaat te laten
inbrengen. Een eenvoudiger methode is een zgn. tDCS, een Transcranial direct
current stimulation. Dit is een soort smurfenbadmuts die stroomstootjes
doorgeeft aan je hersenen.
Er wordt
geadverteerd met het apparaat. Gamers zouden er beter van gaan spelen. Korteweg
probeert het ding uit en zowaar scoort zij iets beter op een aantal testjes.
Maar wanneer zij de test daarna zonder stroom nogmaals doet, scoort zij ook
beter dan daarvoor. Wat het apparaat precies doet is nog onduidelijk.
De laatste
hoofdstukken van haar boek behandelt Korteweg meer futuristische toepassingen.
Zij noemt talloze boeiende voorbeelden. Voor mensen die door ziekte nauwelijks
kunnen bewegen zijn er mogelijkheden om met gedachten een robotarm te laten
bewegen. Het gaat nog niet echt soepel, maar het werkt!
De stukken
over gamen met hersengolven en het lezen van (simpele) gedachten zijn
bijzonder. Neurogadgets zijn gewoon te koop vanaf 125 euro. Het idee dat
computers ooit toegang krijgen tot onze gedachten is boeiend en ook beangstigend.
Het werpt allerlei interessante filosofische vragen op over wat gedachten zijn:
beelden, woorden, bits? Hoe vertaalt de computer die gedachten? Kunnen twee
mensen ooit samen een brein delen? En zijn onze gedachten onderdeel van het
internet van de toekomst?
Korteweg
blijf bij deze onderwerpen nuchter en wetenschappelijk. Kunnen wij ons brein
overzetten in een digitale vorm? De futurist Ray Kurzweil denkt van wel. Hij
bouwde computers die muziek componeren, ontwikkelde tekst-naar-spraaktechnologie
en deed vele juiste voorspellingen. De computerrekenkracht zal alleen maar
toenemen. Het digitaliseren van ons brein ligt volgens hem binnen handbereik.
Korteweg is wat sceptischer. Ondertussen gaan er miljarden naar diverse
breinprojecten. Het is duidelijk dat overheden, bedrijfsleven en wetenschappers
veel verwachten van deze ontwikkelingen.
Het
digitaliseren van je persoon is al volop aan de gang. De profielen op Facebook
en andere sociale media zeggen al veel over iemand. Er zijn ook websites waar
je een avatar kunt aanmaken. Je kunt er alles van jezelf in kwijt en de avatar
blijft na je dood bestaan. Het is de beste versie van jezelf.
In een
laatste hoofdstuk vraagt Niki Korteweg zich af of een computer kan denken. In
een paar pagina’s stipt zij vraagstukken over bewustzijn, vrije wil en
persoonlijkheid aan. Interessant, maar zij behandelt deze onderwerp erg
beknopt. Graag had ik er meer over willen lezen.
Los van
deze kanttekening is ‘Een beter brein’ een boeiend boek voor iedereen die meer
over de stand van zaken van het hersenonderzoek wil weten. Niki Korteweg
schrijft vloeiend en moeilijke onderwerpen weet zij helder te verwoorden. De
participerend journalistiek ging niet zover dat zij zelf in haar brein liet
sleutelen. Dat is maar goed ook. Zij besluit met de opmerking dat een beter
brein iets is waar je elke dag aan kunt werken: gezond eten, actief zijn,
dingen doen waar je blij van wordt, enzovoorts. Zo simpel kan het dus ook zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten