zaterdag 23 juli 2022

Marike Vierstra - Wat beweegt de brommerpiloot


Marike Vierstra is beeldend kunstenaar en schrijver. Ik kende haar van naam; zij werkte in 1990 mee aan een boek over 650 jaar literair leven in Rotterdam. Wat beweegt de brommerpiloot is haar eerste roman. Het verhaal speelt eind jaren zeventig van de vorige eeuw. De achttienjarige Nelly heeft onlangs haar beide ouders verloren. Zij voelt een grote verantwoordelijkheid voor haar twee jongere broers, waarvan een met een verstandelijke beperking. Dit gegeven is tragisch, maar het verhaal heeft ook veel grappige en licht absurde passages. 

Het boek heeft twee verhaallijnen. Op de eerste pagina start Nelly haar nieuwe Puch. Zij wil ermee naar Zuid-Frankrijk rijden om een zeker Gregorius Bos op te zoeken. Dit verhaal staat in de tegenwoordige tijd. De tweede lijn speelt in het verleden waarin Vierstra chronologisch de gebeurtenissen vertelt hoe Nelly zich staande houdt in het huis zonder ouders. Consequent wisselt de auteur de twee verhaallijnen af. Deze opzet wekt meteen spanning op. Is de tocht van Nelly een vlucht, een wanhoopsdaad en/of de slotfase van de verwerking van de dood van haar ouders?

 

Nelly is nog verdoofd van de vreselijke gebeurtenis maar moet haar leven weer op de rails krijgen. Haar vriend Ho ondersteunt haar, maar kan haar niet altijd volgen. Haar jongste broer Tjibbe komt bij familie in Groningen terecht. Het stel met twee kinderen zit bij een christelijke splintergroepering en zij lijken allebei niet goed wijs. Okker, de verstandelijk beperkte broer zit in een inrichting en komt af en toe logeren in het ouderlijk huis. Netty is de enige die hiervan het belang inziet. Andere familieleden lijken onverschillig of reageren totaal niet op haar vragen. En dan zit zij nog midden in haar schoolexamens.

 

Tijdens de begrafenis was iedereen aardig en kreeg zij hulp aangeboden. Als zij het echt nodig heeft geeft niemand thuis. De notaris die haar geld beheert is een rotzak, die haar als een kind behandelt. De ene buurman klaagt over overlast en aast op haar huis, een andere buurman brengt haar met zijn auto naar het tehuis waar Okker woont, maar kan niet met zijn poten van haar afblijven. Zij staat er meer en meer alleen voor. Langzaamaan begrijp je waarom zij naar Zuid-Frankrijk rijdt.

 

De toon van het verhaal is erg goed. Het zware onderwerp verpakt Vierstra in een verhaal over familieverhoudingen en de reis naar Frankrijk brengt spanning in het verhaal. Wel moet ik zeggen dat na 100 van de 300 pagina’s ik mij te lang afvroeg waar het heen ging. Vierstra schrijft vrij gedetailleerd en sommige zijpaden hadden wat korter gekund. Gelukkig zit er vanaf de helft van het boek weer meer vaart in. De licht absurde humor kun je al aflezen aan de titels van de hoofdstukken, zoals ‘Notariskwijl’, ‘De complottheorie van tante Pol’ en ‘Een vrouw die rozen eet’.

 

Het boek geeft daarnaast een mooi tijdsbeeld en roept bij vlagen nostalgische gevoelens op. De Puch alleen al is een symbool van de jeugd in die tijd. Vierstra noemt ook veel muziek uit de jaren zestig en zeventig en gebruikt blits, een woord dat ik al zeker dertig jaar niet gehoord heb. Maar het tijdsbeeld zit ook in de manier van met elkaar omgaan, bijvoorbeeld hoe los de omgang is met Okker. Hij verhuist naar een nieuwe woonvorm in een wijk, er is een inspraakavond en de directeur is een geitenwollensokkentype. Maar hier zie je ook de frictie. Ho vindt het bijvoorbeeld ongepast om met Okker, die verkleed is, naar de supermarkt te gaan. De vrouwen in het boek zijn vooral huisvrouwen, maar er is ook opstandigheid. Zo weigert een tante van Netty de afwas te doen. Het is kinderachtig verzet. Netty als voorwaardig mens erkennen is er niet bij. Zij blijft in haar ogen een meisje dat niet helemaal voor zichzelf kan zorgen.

 

Netty is een bijzonder personage. Je voelt mee met haar verdriet en wanhoop. Zij reageert vaak onderkoeld op wat haar overkomt. En soms weet ze gewoon niet hoe ze moet reageren, bijvoorbeeld wanneer zij een oom ziet die haar vaders polshorloge draagt. Je zou die familie iets aan willen doen, maar Netty kiest haar eigen weg. Alhoewel, ze twijfelt geregeld: “Een groot deel van de tijd wist ze niet waarom ze dingen deed. Ze was al blij als het haar lukte om op te staan en op tijd op school te zijn, tevreden als ze meer dan vijftig gulden aan Fiscaal had ontwrongen.” Netty kijkt in de loop van het boek anders tegen haar verantwoordelijkheden en haar leefsituatie aan. Door schade en schande komt zij tot inzichten als: “Aan de meeste mensen heb je niks. Maar dat kunnen ze ook niet helpen.”

 

Zonder te veel over haar brommerreis te verklappen is het een tocht waarin zij ook hoopt haar ouders beter te leren kennen. De ware gebeurtenissen zijn moeilijk te achterhalen, maar Netty heeft wel de behoefte aan een verhaal. Een oudere dame relativeert haar zoektocht. “Alles van vroeger wordt fictie als je maar lang genoeg leeft.” Een prachtige uitspraak die misschien ook slaat op de intenties van de auteur van dit boek. Zij heeft voor het schrijven deels geput uit haar eigen leven, maar gebeurtenissen van lang geleden zijn zelden meer precies terug te halen. Dan is het beter er een roman over te schrijven. Wat beweegt de brommerpiloot is een geslaagd romandebuut geworden.

Geen opmerkingen: