woensdag 29 juni 2022

Nicolien Mizee – Toen kwam moeder met een mes


Ik ben na het lezen van Een licht bewoond eiland, het vijfde deel van de Faxen aan Ger in de fase beland dat ik alles van Nicolien Mizee wil lezen. Toen kwam moeder met een mes is uit 2003 en is haar tweede roman. Na het lezen van de Faxen herken je de autobiografische elementen in het boek, maar anders dan in haar debuut Voor God en de Sociale Dienst bevat het boek geen citaten die letterlijk uit de Faxen lijken te komen. Een verschil met de dagboeken is dat de hoofdpersoon Ida niet in de eerste persoon spreekt. 

Ida is een jonge alleenstaande vrouw die klust en schildert om in haar levensonderhoud te voorzien, maar dit nauwelijks trekt. Haar zus Trude is haar steun en toeverlaat. Haar oom Melchior, handelaar in piano’s, ontfermt zich regelmatig over Ida. Het verhaal draait om de relatie met haar moeder, die veel trekken heeft van de echte moeder van Mizee. Vanwege het niet accepteren van een stellige bewering van haar moeder volgt er een woordenwisseling die eindigt in een groteske ruzie. Het komt niet meer goed tussen moeder en dochter. De moeder wordt opgenomen, maar blijft de familie met brieven en telefoontjes bestoken. Ida worstelt met haar gedrag: waarom wil zij geen contact meer met haar moeder en waarom bezoeken zij en haar zus haar moeder niet in de inrichting waar zij is opgenomen?

 

Dit verhaal is het raamwerk waarbinnen de vele kleine en grote gebeurtenissen plaatsvinden. Steeds tracht Ida te begrijpen wat er is gebeurd in haar jeugd en hoe zij haar opvoeding en de relatie met haar moeder moet zien. “De verzameling verhalen die haar moeder al haar hele leven vertelde, leek een wereld te vormen die op de een of andere manier echter was dan de zichtbare wereld waarin zij zich bevond.” 

 

Wanneer Ida losbreekt uit gewoonten die zij van huis uit mee kreeg, levert dit haar inzichten op. “De gangbare handelwijze was om bevestigend met anderen mee te praten en na afloop, in familiekring, smakelijk lachend verslag te doen van het gesprek.” Het leukste was om de ander te imiteren. Ida werd hier zelf erg goed in. Later zag zij in dat de mensen die belachelijk werden gemaakt door haar familie misschien wel gelukkiger waren dan zij zelf waren. Zij verdrong deze gedachte en het hele idee dat hun familie superieur was aan anderen. Liegen werd haar tweede natuur, totdat zij begreep dat dat helemaal niet nodig was. Je kon gewoon tegen iemand zeggen wat je werkelijk dacht. Het conflict met haar moeder, die nooit werd tegengesproken, kwam hieruit voort.

 

Een mooi detail in het verhaal is een lelijk beeld van Roodkapje. Het staat bij haar zus in een kamer waar nooit iemand kwam en die nu opgeruimd wordt door Ida. Zij verft het beeld en Trude vindt het prachtig. “Een overwinning van mijn slechte smaak op de goede smaak van de familie.” Roodkapje staat natuurlijk ook voor het meisje dat door moeder het bos wordt ingestuurd, terwijl zij weet dat er wolven rondlopen, mannen aan wie zij haar dochters aanbiedt. Hilarisch is de scène waarin Ida een darmonderzoek ondergaat. Vrij plastisch beschrijft Mizee het een en ander. Ida wordt volgespoten met een smerig goedje en een team onderzoekers kijkt toe hoe zij zich ontlast. Na afloop gaat zij met haar oom naar een café om tot rust te komen. Zij haalt de wc nauwelijks, haar poep is wit. 

 

Toen kwam moeder met een mes is een uitstekend boek, maar de Faxenboeken vind ik net iets beter. Sommige verhaallijnen zijn wat overbodig. Hoe het met haar oom afloopt is bijzaak, maar Mizee besteed er heel wat pagina’s aan, die weinig toevoegen aan het verhaal van Ida. Tot besluit nog een citaat dat inzicht geeft in Ida’s karakter “Ida had de wereldproblemen altijd kinderachtig gevonden en minder interessant dan de heroïsche strijd van de mens om zijn eigen geluk te vinden.”

Geen opmerkingen: