donderdag 19 maart 2020

Sander Kollaard – Uit het leven van een hond



Uit het leven van een hond heeft de Libris Literatuur Prijs 2020 gewonnen. Het was de enige van de zes titels op de shortlist die ik niet kende. Dat was reden genoeg om het boek te lezen, vooral omdat een hond een belangrijke rol speelt in het boek.

Het verhaal draait om de zesenvijftigjarige IC-verpleegkundige Henk van Doorn. Je volgt hem op één dag in zijn leven. Het is de dag dat hij bij het ontwaken ziet dat zijn hond Schurk ziek is. Henk is gescheiden en woont alleen. Zijn leven is vrij simpel ingericht. Hij werkt en in de weekenden vermaakt hij zichzelf met lezen, muziek luisteren en te veel eten en drinken. Hij zou moeten sporten om af te vallen, maar doet dat niet. Hij is een bedachtzame man, iemand zonder illusies. Hij ziet zichzelf als spul. “Ik ben spul dat al miljarden jaren voor mijn geboorte bestond en tot mijn grote geluk in 1961 deze vorm heeft aangenomen. Met mijn dood zal het die vorm weer verliezen.”

Op deze doodgewone zaterdag gebeuren er een aantal bijzondere dingen. Wanneer hij met zijn zieke hond buiten loopt wordt hij aangesproken door een vrouw. Hij vindt haar aantrekkelijk en ziet haar later die dag terug. Hij wil haar penetreren dus het gaat om echte liefde. Op deze dag is ook zijn nichtje Rosa jarig. Hij heeft een speciale band met haar. Met zijn oppervlakkige broer heeft hij een minder goede band. Tot zijn eigen verbazing aanvaardt hij zijn uitnodiging om die middag te komen barbecueën ter gelegenheid van Rosa’s verjaardag. Vroegtijdig verlaat Henk het partijtje om in de bus de vrouw tegen het lijf te lopen die hij eerder vandaag al had ontmoet.

De stijl van Kollaard bevalt mij bijzonder goed. Alledaagse gebeurtenissen beschrijft hij afgemeten. Er staan geen overbodige woorden in deze korte roman. Consequent bekijkt hij Henk van buitenaf, als een wetenschapper die over een object rapporteert. Ook als Kollaard over zijn innerlijk schrijft hanteert hij deze methode. Dit heeft vaak een droogkomisch effect. Vooral als de objectieve beschrijver even uit zijn rol valt is dit erg grappig. Hij schrijft over de hond die wakker wordt uit zijn middagslaap en hijgt vanwege hartfalen. Deze kwaal wordt voor de lezer uitgelegd. Henk ligt ook te slapen. Het is tijd dat de hond zijn medicijnen krijgt en er staat nog veel te gebeuren vandaag. De verteller zegt dan: “Het zou daarom goed zijn als Henk wakker wordt.” En Henk wordt inderdaad even later wakker, waarbij er meteen van alles door zijn hoofd schiet.

Kollaard gebruikt zelden vergelijkingen, maar als hij er een hanteert is deze meteen zeer raak. Op het verjaardagsfeestje van zijn nichtje loopt Henk rond als een vreemde. Een vriendin van zijn broer is keramiste. Hij walgt van haar en probeert haar te ontlopen. Hij wil niets meer horen over haar beeldhouwwerk. “Zij heeft het hem weleens uitgelegd in een gesprek dat verliep als een terminale ziekte, ondraaglijk en met een fatale afloop, namelijk Henks voornemen om nooit meer een woord met haar te wisselen.”

Uit het leven van een hond is een perfecte roman: humoristisch, met een geheel eigen stijl en zelfs hier en daar ontroerend. Ik kende  het werk van Sander Kollaard nog niet. Ik ga zeker meer van hem lezen en ik gun hem de Libris Literatuur Prijs 2020. Een onvolkomenheid moet ik even vermelden. Henk gaat een boek kopen voor zijn nichtje en ziet in de boekwinkel de eigenaar achter de kassa een boek lezen. Ik werk zelf in een boekwinkel. Dit is een romantische voorstelling, die ik vaker hoor. Ik heb nog nooit een boekhandelaar een boek zien lezen achter de kassa. Daar is geen tijd voor.

Geen opmerkingen: