donderdag 5 maart 2020

Friedrich Durrenmatt – De belofte


Na De verdenkingben ik maar gelijk verder gegaan met het volgende boek van Friedrich Dürrenmatt, Das Versprechenuit 1958, alweer vertaald door Ria van Hengel. In De beloftekeren bekende elementen uit de andere twee boeken terug, zoals het toeval en de bespiegelingen over rechtvaardigheid.

Commissaris Matthäi is de hoofdpersoon. Hij is een wat ongrijpbare politieman, talentvol maar niet door iedereen geliefd. Wanneer hij een functie in het buitenland heeft aanvaard is dat voor een aantal collega’s een opluchting. Vlak voor zijn vertrek krijgt hij nog een zaak in handen. In een klein dorp is een meisje vermoord, met een uitklapbaar scheermes. Het lichaam werd ontdekt door een marskramer, die door de bevolking al schuldig is bevonden. Er is al twee maal eerder een meisje van dezelfde leeftijd vermoord, ook met een scheermes. Onder druk bekend de marskramer, die diezelfde dag zelfmoord pleegt. De zaak lijkt opgelost, maar Matthäi twijfelt sterk aan de bekentenis van de marskramer. Hi is onsympathiek en daarom denkt men eerder dat iemand schuldig is. Hij besluit niet naar het buitenland te vertrekken en de zaak op eigen houtje te onderzoeken, te meer omdat hij de ouders van het kind de belofte heeft gedaan de dader te pakken.

Hij neemt een ander leven aan om de dader, waarvan hij maar een vaag profiel heeft, in een val te lokken. Het fanatisme, het maar blijven volhouden van Matthäi, geeft het verhaal zijn kracht. Het mooie is dat het hele verhaal door een collega wordt verteld aan een schrijver van misdaadromans. Dit geeft Dürrenmatt de mogelijkheid om ook uit het denkkader van Matthäi te stappen en laat extra mogelijkheden open voor verschillende ontknopingen, waar ik overigens niets over zal zeggen.

Tot besluit een passend citaat. De verteller spreekt de thrillerschrijver twee pagina’s lang toe hoe onrealistisch misdaadromans zijn. Grappig omdat Dürrenmatt natuurlijk ook een bepaalde mening had over gangbare misdaadromans. “Maar in die romans van jullie speelt het toeval geen rol, en wanneer iets er als toeval uitziet, dan noemen jullie het weer lot en beschikking: jullie schrijvers offeren van oudsher de waarheid op aan de dramaturgische regels.”

Geen opmerkingen: