zondag 10 november 2019

Kees Koppenaal – Zonsondergang in Zaachila


Je bent nooit te oud om te debuteren. De Rotterdammer Kees Koppenaal is geboren in 1932. Zonsondergang in Zaachila is zijn debuut, een bundel met elf verhalen die hij in de loop der jaren heeft geschreven. De verhalen spelen op diverse plekken in de wereld, zoals Mexico, Polen en Oostenrijk. De hoofdpersoon is telkens een volwassen man die afzijdig staat van andere mensen in zijn omgeving. Bijna alle verhalen zijn vanuit het ik-perspectief geschreven.

Het eerste verhaal heeft als titel ‘De prins van Tela’ en is meteen het beste verhaal uit de bundel. De man is beland in een kustplaats in Honduras en laat zich meeslepen door gebeurtenissen waar hij kennelijk geen vat op heeft. Hij blijft een buitenstaander. Sowieso vraag je je af wat de man hier doet. Waarom is hij in Tela? Hij lijkt mij geen vakantievierder. Ik denk dat de man het zelf ook niet weet. Het stadje is ingeslapen. Het is warm. De man komt terecht in een somber gebouw, een dranklokaal.

Hier gaat de rust die over de kustplaats en over het verhaal hangt over in actie. Hij ontmoet een paar bijzondere mensen. Een ervan is een zeeman die door de man de Prins wordt genoemd. Hij heeft letterlijk de boot gemist. Er zit niets anders op dan de nacht door te brengen in gezelschap van andere drinkebroers, waarvan de verteller er één is. De dronkenmansavonturen zijn geestig, er wordt in zee gezwommen, waarna de Prins besluit zich op zijn onderbroek na niet meer aan te kleden. In het nachtcafé waar zij eindigen wordt er niet gek opgekeken wanneer de Prins gehuld in slechts een onderbroek aan de bar een drankje besteld. Hij behoudt zijn waardigheid. Uiteindelijk gaat de verteller terug naar zijn hotel. Het is ochtend.

Net als in andere verhalen blijft hij de buitenstaander. Hij observeert en noteert. Dit gaat geregeld gepaard met bijzondere waarnemingen. In Krakau ziet hij een dubbelganger lopen. Hij heeft een afsprak met een vrouw. De dubbelganger verstoort de aandacht die hij aan de vrouw wil besteden. Maar aan het slot is het niet duidelijk wie nu wiens dubbelganger is en wat fantasie en wat werkelijkheid is.

Net zo vergaat het in een Oostenrijks skioord. Na de nachtbrakerij gaat er geen vervoer meer naar het hoger gelegen hotel. De man besluit te gaan lopen door de decimetershoge sneeuw. Het is ijskoud en hij heeft sterk de neiging te gaan liggen om uit te rusten. De hallucinaties nemen zijn blik op de werkelijkheid over. Ternauwernood weet hij te overleven. De man heeft er weinig van geleerd. De volgende dag keert hij terug naar de feestvreugde, om waarschijnlijk weer in eenzaamheid te eindigen.

Dat is een constante in de verhalen. Het reizen, het ontmoeten van nieuwe mensen en het kennismaken met andere culturen levert geen verbinding, geen nieuwe inzichten op. Je bent een eenling en je zult het blijven. Dit thema is zo duidelijk aanwezig, dat Koppenaal eenvoudig Zonsondergang in Zaachila tot een roman had kunnen omsmeden. Misschien een idee voor een volgend boek, want ik neem aan dat Kees Koppenaal nu de smaak van het schrijven te pakken heeft gekregen. Ik kijk ernaar uit.

Geen opmerkingen: