vrijdag 26 juli 2019

Marian Donner – Zelfverwoestingsboek

Het mooiste aan dit pamflet tegen de maakbaarheid van de mens is de titel, ‘Zelfverwoestingsboek’. Dat schept verwachtingen. Ik hoorde Marian Donner tijdens een uitzending van ‘Nooit meer slapen’ en was erg benieuwd naar haar boek. De humor, de anekdotes en haar relativisme maakten de radio-uitzending bijzonder. Het boek is een beetje een slap aftreksel hiervan.


Het pamflet begint met een pleidooi voor afwijkend gedrag: een ronde pin in een vierkant gat. Dit is een verwijzing naar Huxley. Apple, Nike en andere grote bedrijven zijn ermee op de loop gegaan. Zij roepen in reclames op tot originaliteit (think different) en om het beste uit jezelf te halen. De wereld wordt overspoeld door zelfhulpboeken waarin de boodschap is: jezelf verbeteren. Deze drang naar perfectionisme zorgt voor veel stress en minderwaardigheidscomplexen. Weinigen kunnen voldoen aan de lat die steeds hoger komt te liggen in onze neoliberale maatschappij.

We doen alsof er iets mis is met ons, maar het is andersom. “Als het voelt alsof er geen plek voor je is op deze wereld moet je je niet afvragen wat er mis is met jou, maar wat er mis is met de wereld.” Donner haalt hier Virginia Woolf aan. Achterin het boek schrijft zij niet meer te weten waar het citaat vandaan komt. Dus als iemand het weet, laat het haar weten. Ik heb het vage idee dat het uit ‘Mrs Dalloway’ komt.

Donner haalt meer schrijvers, filosofen en wetenschappers aan, zoals Marshall McLuhan, Charles Bukowski en Yuval Noah Harari. Om haar punt – het doorgeslagen maakbaarheidsideaal – te illustreren put zij uit vele bronnen. In veel films worden lichamelijke oneffenheden bij acteurs standaard weggehaald. De acteurs zijn door digitale botox een soort robots geworden. De vergelijking met jezelf zal daarom altijd tegenvallen. Acteurs gebruiken in het echt ook volop botox. Dat zorgt weer voor een ander probleem, want  hun uitdrukkingsvermogen is verdwenen. Wil je in de film authentieke gevoelens laten zien dan is hiervoor de digitale makeover onontbeerlijk. Een mooi voorbeeld.

In een volgend hoofdstuk stapt zij over op volksziekte nummer één: depressie, en vergelijkbare psychische aandoeningen. Zij haalt een psychiater aan die verklaart dat mensen nu veel minder weerbaar zijn dan vroeger. We denken alles te kunnen controleren en kunnen daarom niet meer met tegenslag omgaan. “Als je hier een ongeluk ziet langs de snelweg, heb je al PTSS.”

Op vele terreinen ziet Donner dezelfde tendensen: de doorgeslagen obsessie voor gezonde voeding, het streven naar lichamelijke perfectie, de angst om te falen en meer. Het maakbaarheidsideaal is doorgeslagen. Er is een overmaat aan positiviteit. De grond hieronder is ons neoliberale wereldbeeld, waar bijna geen ontsnappen meer aan is. Zij schetst een bredere context van de homo economicus. Het is een wat versimpeld beeld, passend binnen haar betoog. 

Veel voorbeelden die Donner geeft kende ik al door gewoon de krant te lezen, zoals dat van het sociale kredietsysteem in China. Mooi is dat zij de prachtige film ’Her’ bespreekt. Inderdaad een film die veel laat zien over de mens. Want daar draait haar verhaal uiteindelijk om: wat maakt van de mens een mens? Is het keuzevrijheid, verbeeldingskracht of waar zij het meest in ziet: het falen. Succes is geen keuze. Het is vaak toeval of je succesvol bent. Wij hebben ons leven niet helemaal in hand. Juist in het mislukken zijn we menselijk. Daar ligt de schoonheid.

Het is geen opzienbarende conclusie. Zoals zij eerder in het boek liet weten is een belangrijke vraag in de huidige samenleving: waarom imperfect zijn als dat niet hoeft? Mislukken kan een wezenlijke eigenschap van ons zijn. Maar wie kiest daarvoor, of kan daar nog voor kiezen, en waarom, als je overal wordt toegeschreeuwd dat dat niet nodig is. Veel mensen zijn er tevreden mee en nemen de stress en een burn-out op de koop toe. Dus, waarom ontsnappen hieraan?

Aan het eind van het boek gaat Donner in op het begrip vrijheid. Vroeger lag vrijheid buiten de gevestigde orde. Zij verwijst hier naar schrijvers als Kerouac, Orwell en Bukowksi. Nu ligt vrijheid erbinnen: “bij mensen die het gelukt is de survival of the fittest te winnen”. Hier wordt het interessant, ook omdat zij even ingaat op haar persoonlijke verhaal. Haar vader was de schaker Jan Hein Donner, een volbloed bohemien. Daar viel wel iets meer over te vertellen.

Het betoog in dit ‘Zelfverwoestingsboek’ is in grote lijnen duidelijk. Er valt weinig op af  te dingen. Wat enigszins tegenvalt is dat ik de meeste voorbeelden en de verhalen eromheen al kende. Daarbij is haar verhaal nogal braaf. Ik had meer vuurwerk verwacht, meer sterke verhalen en eigen ervaringen. Zij heeft nachtenlang in allerlei duistere cafés doorgebracht. Over de zelfkant uit eigen ervaring moet toch meer te vertellen zijn. Kortom, mijn verwachtingen waren, vooral na het mooie radio-interview, te hoog. Dat neemt niet weg dat iedereen die zo nodig op zoek moet naar zijn of haar betere ik dit zelfverwoestingsboek beslist moet lezen.

Geen opmerkingen: