vrijdag 12 juni 2020

Ivan Klima – Praagse ochtenden

De Tsjechische schrijver Ivan Klima is geboren in 1931. Zijn verhalen - zoals de zeven die zijn opgenomen in deze bundel uit 1979 - komen uit een verdwenen tijdperk. Praagse ochtenden is vertaald door Kees Mercks; deze Nederlandse vertaling is in 1990 uitgegeven. Klima heeft een vreemde manier van schrijven, half realistisch. Je denkt steeds dat er iets niet klopt in een verhaal. Alle verhalen spelen ten tijde van de Russische bezetting. De hoofdpersonen zijn zich voortdurend bewust van het regime en van het feit dat zij bespioneerd kunnen worden. Zij trekken zich hier echter niets van aan en gek genoeg heeft dat geen gevolgen.

Ieder verhaal verwijst in de titel naar een ochtend, zoals ‘Maandagmorgen (sjacheraarsverhaal)’. In dit verhaal valt Bedříšek, het kind van buren door een raam het huis binnen van de verteller. Het zit onder het bloed en moet nodig naar het ziekenhuis. De man brengt hem erheen want zijn ouders zijn niet thuis. Hij hoort ondertussen van het kind dat hij niet is gevallen maar gesprongen. “Bedříšek is tevens begiftigd met een fabuleuze fantasie en een boosaardige sluwheid. Beide van papa.” De vader van het kind wordt afgeschilderd als een klaploper, een sadist, kortom als een afschuwelijk persoonlijkheid. Het kind laat evenzeer een grote afkeer van zijn vader blijken. In het ziekenhuis wordt de man aangezien voor de vader. Eerst ontkent hij dit met grote stelligheid, later stopt hij zijn verzet.

In het kerstsamenzweringsverhaal van woensdagmorgen raakt de hoofdpersoon betrokken bij een zogenaamde lucratieve vishandel. Je krijgt overigens in de gaten dat deze hoofdpersoon in ieder verhaal dezelfde is: een schrijver die niet meer mag publiceren, net zoals Ivan Klima zelf. De visverkoop voor de kerstdagen wordt hem opgedrongen door een oude vriend. Van begin af aan is duidelijk dat de handel hem niets zal opleveren en dat hij met mooie praatjes een poot uitgedraaid wordt. Ook de verteller weet dit. Toch geeft hij geld en staat hij om vier uur ‘s morgens op om vis te gaan verkopen. Hij ontmoet wel een leuk meisje dat onmiddellijk aanbiedt lekker te gaan vrijen. Is zijn beloning dan deze liefde? Dat denk je vaak bij de verhalen van Klima, maar de liefde is bij hem altijd tijdelijk en ongelukkig. 

Eenzelfde thema - het maken van ogenschijnlijke keuzes, terwijl er geen enkel zinvol motief achter blijkt te zitten - lees je in het langste en beste verhaal met de wonderlijke titel: ‘Vrijdagmorgen (ziekenbroedersverhaal met in een doos gelegd verhaal)’. De hoofdpersoon werkt in een ziekenhuis waar het personeel steelt als de raven. Hij noemt dit samenzweringen. Ieder gaat zijn eigen weg en de meesten trekken zich niets van de patiënten aan. Hij gaat met een zuster mee naar huis. Zij kunnen elkaar geen liefde schenken. Wel schrijft hij een verhaal voor haar dat zij opbergt in het enige van waarde in haar huis, een doos met ontvangen brieven en kaarten.

Personages lijken keuzes te hebben in de verhalen van Klima, maar: “Vaak heb je in het leven geen andere keuze dan tussen twee soorten lijden, twee vormen van vergeefsheid, twee varianten van wanhoop. Het is alleen aan jou om te beslissen welke van de twee je verdraaglijker of zelfs verleidelijker vindt, waarbij je de schijn rest van flinkheid of althans genoegdoening.”

Geen opmerkingen: