zondag 14 december 2014

Nico Dijkshoorn – De tranen van Kuif den Dolder



Vorige week zag ik Nico Djkshoorn. Hij vertelde o.a. over zijn eerste roman. ‘De tranen van Kuif den Dolder’ gaat over de legendarische voetballer Kuif. Hij brak landelijk nooit door. Er was wel belangstelling voor hem, maar hij ging zelfs niet in op een aanbod van AC Milan.


Kuif bleef een legende in Uffelte, was misschien te verlegen, te dromerig om een profvoetballer te worden. Dijkshoorn beschrijft zijn opkomst en ondergang aan de hand van mensen die hem van dichtbij hebben meegemaakt: de trainer Dolf Seegers, die  hem na de eerste kennismaking meteen met het eerste van Uffelte liet meetrainen.

Hij praat met  ploeggenoten die zijn talent natuurlijk inzagen, maar die ook stikjaloers waren. Mannen als Schuit den Bever, Willie den Ouden, Roek Remmels, Zweep Dukels, wat een namen. En hij spreekt met Anneke Veldkamp, eigenaresse van de plaatselijke dierenwinkel waar Kuif vaak kwam; volgens de ploeggenoten een hoer.

Hij interviewt ook Boet den Dolder, de broer van Kuif. Veel heeft hij niet te zeggen. Hij zag zijn broer nooit spelen en praten deden ze nauwelijks met elkaar. Boet was geen voetballer. Eens nam hij een voetbal mee naar binnen, legde hem op tafel. “Ik heb er een uur naar zitten kijken. Dit was dus Kuif zijn grote liefde. Ik probeerde het te begrijpen. Probeerde het ook te voelen. Ik heb zelfs mijn wang ertegenaan gedrukt. Dat voelde prettig. Lucht met een vel eromheen. Mooi rond. Dat begreep ik wel.”

Op het hoogtepunt van zijn roem kwamen duizenden mensen af op de wedstrijden van V.V. Uffelte. Ook bekende Nederlanders wilden Kuif zien, zoals Wim Sonneveld, Henk Spaan en Simon Vinkenoog. De laatste schreef als eerbetoon een gedicht voor Kuif.

Redelijk absurd is dat zelfs John Lennon en Yoko Ono de club bezochten om het wonder te aanschouwen. Als lezer moet je dan ongeveer wel beseffen dat de hele Kuif afkomstig is uit de duim van Nico Dijkshoorn. De redactie van Studio Sport had dat bij het verschijnen van dit boek in 2009 dus niet in de gaten. Dijkshoorn werd uitgenodigd om te praten over zijn boek. Vooral bijzonder vonden zij dat hij iedereen zo te spreken had gekregen. Dijkshoorn ging natuurlijk in op de uitnodiging, maar kreeg nog voor de uitzending een woedende redacteur aan de lijn.

Nico Dijkshoorn is sneldichter. Hij vertelde vorige week dat hij dit boek van bijna 200 pagina’s in 7 dagen heeft geschreven. Hij is ook 20 jaar bibliothecaris geweest. Boeken en lezen komen dus voorbij in ‘De tranen van Kuif den Dolder’.

“Moeder Kuif: Kuif las boeken. Dat was nieuw voor ons. Met bladzijden. Ik weet nog wel dat hij met zijn eerste boek aankwam. Heb ik dat gepakt. Voor het eerst een boek in mijn handen. Dat papier en die lettertjes. Wel apart moet ik zeggen. En dan ging hij zitten lezen. Op die stoel daar. Onder een lampje. Van begin tot het eind. Hij sloeg nooit een bladzijde over. Als het uit was haalde hij een nieuw, bij de bibliotheek.”

Geen opmerkingen: